Er is meer en meer aandacht voor bemiddeling als alternatief voor conflictoplossing. Getuige hiervan het nieuwe boek Mediation voor dummies van Régis Wijnands en Michaël Warson, allebei advocaten en erkende bemiddelaars.
Met dit boek willen zij geïnteresseerden inlichten wat bemiddeling is en hoe het werkt. “Wij hopen een handreiking te bieden aan iedereen die vroeg of laat kiest om zijn conflict op te lossen door bemiddeling. Want vaak bellen mensen, maar hebben ze zelf nog geen idee wat het is”, vertellen de auteurs.
Van uit hun ervaring weten zij uiteraard welke vragen (kunnen) leven bij mensen die bemiddeling overwegen. Die praktische invalshoek is de sterkte van het boek. Daarin belichten Régis Wijnands en Michaël Warson aspecten, die niet of minder door andere boeken zijn behandeld.
Bij bemiddeling helpt een derde twee of meer partijen een voor hen aanvaardbare oplossing te vinden voor een conflict. Dit is nodig als de communicatie verstoord is. Het is dan de rol van de bemiddelaar het gesprek te vergemakkelijken en te begeleiden.
De betrokkenen nemen vrijwillig deel en bepalen uiteindelijk zelf de inhoudelijke oplossing. Zelfbeschikking is een belangrijk kenmerk. De auteurs beklemtonen dit: “Partijen komen bij de bemiddelaar aan tafel als eigenaar van een conflict en moeten na enkele bijeenkomsten diezelfde tafel verlaten met het gevoel dat zij zelf eigenaar gebleven zijn van hun eigen oplossing.”. Dit verschilt met een rechtszaak waar de rechter uiteindelijk de oplossing bepaalt, op basis van wat de wetgeving hem voorschrijft.
Het werk beschrijft bijvoorbeeld hoe een partij het initiatief voor bemiddeling kan nemen en dus hoe de eerste stappen in de praktijk verlopen. “Het komt zelden voor dat partijen tegelijkertijd contact zoeken met een bemiddelaar. Vaak belt één der partijen als eerste op. Die weet dan vaak nog niet of de andere open zou staan voor bemiddeling, maar vertelt wat het conflict is en geeft de behoefte aan dat dit opgelost moet worden.”, getuigen de auteurs.
Vervolgens kan de bemiddelaar contact zoeken met de andere partij. Het is echter ook mogelijk en soms te verkiezen dat de betrokkene dit zelf doet. De andere kan zich anders overvallen voelen door een telefoontje van de bemiddelaar.
Hoe dan ook dienen beide partijen daarna goed geïnformeerd te worden. Want zij “moeten weten waar ze aan toe zijn als zij de eerste keer plaatsnemen aan de bemiddelingstafel.”, noteren de auteurs. Daarin heeft de bemiddelaar een rol. Pas dan kan hij de bereidheid bij partijen deel te nemen aan een bemiddeling toetsen. Goed om te weten is dat het verschil in bereidheid geen reden is om niet met bemiddeling te starten.
Alles waar men een conflict over kan hebben, kan reden zijn een bemiddelaar in te schakelen.
Met de juridische achtergrond van de auteurs hebben zij natuurlijk een goed zicht op de plaats van bemiddeling binnen de rechtspraak in Nederland en België. Een aantal hoofdstukken zijn er aan gewijd. Wijnands en Warson onderstrepen daarbij uitdrukkelijk de voordelen. We overlopen ze:
“Het geschil wordt vaak niet opgelost door een uitspraak van een rechter omdat het niet gaat om het juridisch gelijk. Zo krijg je uiteindelijk een uitspraak die niet in staat blijkt het hele conflict op te lossen. Want die uitspraak op zich verandert niets aan de manier waarop je met de andere partij omgaat.”, leggen de auteurs uit. Erger nog: de stap zelf naar de rechtbank kan de relatie tussen de partijen zo ernstig verstoren dat ze niet meer verder kunnen samenwerken. Bij bemiddeling treedt er geen verdere onnodige beschadiging van de relatie op. In tegendeel het laat ruimte om aan een verbetering te werken, wat een deel van een mogelijke oplossing kan zijn.
Gerechtelijke procedures kunnen een lange doorlooptijd hebben. Bovendien zijn de uitspraken onvoorspelbaar en kunnen procedurekwesties de voortgang van een proces blokkeren. Het komt volgens de auteurs niet zelden voor dat een rechter een vonnis uitspreekt waar beide partijen niet mee geholpen zijn, omdat de uitvoering in de praktijk simpelweg niet mogelijk blijkt. “Bemiddeling is een beter alternatief voor het vinden van werkbare oplossingen.”, stellen de auteurs. Daarbij komt nog dat één rechter niet kan oordelen over problemen die rechtsdomeinen overschrijden, omdat hij enkel kan oordelen binnen zijn bevoegdheid.
“Procederen kost niet alleen tijd en geld, maar zeker ook veel negatieve energie die je liever aan andere dingen zou besteden. Bijvoorbeeld in het vinden van een oplossing.”, vervolgen de auteurs.
In de rechtbank wordt een oordeel gevormd over feiten in het verleden. “Het geeft geen antwoord op de vraag hoe het in de toekomst beter en anders kan. Dat kun je wel zoeken aan de bemiddelingstafel.”, werpen de auteurs op.
Tenslotte blijkt dat bemiddeling echt helpt om herhaling van daders (recidive) tegen te gaan.
Verder blijkt dat bemiddeling de gang naar de rechtbank niet uitsluit. Als het niet tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing leidt, kunnen zij alsnog naar de rechtbank voor de punten waarover geen overeenstemming is bereikt. Opmerkelijk is dat bemiddeling zelf in ernstige gevallen naast een rechtszaak kan. Zo kan in strafzaken herstelbemiddeling plaatsvinden als er zowel bij de dader als het slachtoffer behoefte bestaat om uit te spreken wat er is gebeurd.