De regering heeft beslist om de Belgische militaire aanwezigheid in Afghanistan te verlengen tot eind 2011. Dat is verbazend vroeg en verrassend in het licht van wat er zich bij bepaalde NAVO-bondgenoten afspeelt. De beslissing komt er enkele weken nadat de Nederlandse regering over Afghanistan struikelde en ons noorderburen zich verplicht zagen om de troepen voor eind dit jaar terug te trekken.
Het oorlogsmoeë Canada heeft inmiddels eveneens beslist om de gevechtstroepen terug te roepen en de kans is reëel dat het voorbeeld nog navolging krijgt. Uit verschillende peilingen blijkt immers dat de publieke opinie zich in de meeste landen uitspreekt tegen een verlenging van de militaire aanwezigheid in Afghanistan. De bevolking is blijkbaar niet langer bereid om te investeren in een verloren zaak.
In vergelijking met Nederland kan het contrast niet groter zijn. Hoewel ons land 600 militairen in het oorlogsgebied telt in een operatie die dit jaar 109 miljoen Euro kost, kan onze regering het blijkbaar nog altijd permitteren om belangrijke oorlogsbeslissingen rechtstreeks in de pers kenbaar te maken zonder daar vooraf het parlement van op de hoogte brengen, laat staan er een grondig debat over te hebben. Er zijn, anders dan in Nederland, nog geen bodybags teruggekeerd, dat maakt een verschil. In ons land liggen er mede daardoor weinigen echt wakker van Afghanistan. Het ‘grote debat’ dat begin dit jaar in de commissies Buitenlandse Zaken en Defensie van het Belgische parlement plaatsvond werd dan ook een echte afknapper. De desinteresse en gebrekkige dossierkennis droop er bij velen af.
De regeringsbeslissing is een louter politieke demarche met als belangrijkste doel om beter in de gunst te vallen van het Witte Huis en de Nederlanders van hun plaats te verdringen. Bovendien wil de regering haar weigering compenseren om extra versterking te sturen bovenop het huidige contingent van ruwweg 600 manschappen.
Terwijl de VS-strategie bepaalt dat er een eerste substantiële terugtrekking komt van de Amerikaanse troepen vanaf de zomer van 2011, engageert onze regering zich er nu toe om de inspanningen tot eind 2011 te ‘behouden binnen het bestaande plafond’. Met andere woorden, zonder een perspectief op een vermindering van onze militaire aanwezigheid in de loop van 2011. De Belgische regering wil geen rekening houden met een mogelijke achteruitgang op het terrein. Wat als de oorlog verder escaleert met mogelijks Belgische slachtoffers als gevolg? Onze ministers stellen zich onverantwoord op door hun beslissing volledig af te stemmen op de wensen van Washington en niet op de ontwikkelingen in Afghanistan zelf. De aankondiging om de ontwikkelingssamenwerking van 12 naar 13 miljoen Euro te verhogen is een belachelijke poging om de critici ter wille te zijn die vinden dat Afghanistan vooral nood heeft aan investeringen die de levensomstandigheden moeten verbeteren.
Het zal nog even duren voor onze excellenties zullen begrijpen dat net zoals in Vietnam destijds, deze oorlog niet gewonnen kan worden. De gevechten maken de Taliban alleen maar sterker en zorgen voor meer oorlogsleed bij de burgers. De luchtaanvallen van de VS en NAVO maakten al rond de 10.000 burgerslachtoffers. De westerse aanwezigheid zorgt duidelijk voor een escalatie van het conflict, die Pakistan, een atoomwapenmacht, dreigt te destabiliseren. Bovendien houden de westerse troepen een frauduleus aan de macht gekomen regime in het zadel dat zich kenmerkt als corrupt en autoritair. Het wordt bevolkt en omgeven wordt door notoire oorlogsmisdadigers zoals Dostum, Hekmatyar, Fahim en Khalili. Geen goed alternatief voor de Taliban dus.
In februari was een vertegenwoordigster van de Afghaanse vrouwenorganisatie RAWA (Revolutionary Association of Woman in Afghanistan) op rondreis in ons land. Zij eiste zonder meer de onmiddellijke stopzetting van de bezetting van haar land. Eens die weg is het probleem voor 50 procent opgelost en kan de Afghaanse bevolking zelf de strijd aan gaan voor democratie en mensenrechten. Uiteraard is dat geen simpele klus, maar altijd beter dan een verdere escalatie van het conflict. De VS leggen evenwel zonder veel overleg hun strategie voor Afghanistan op aan bondgenoten die gedwee hun troepen ter beschikking leggen en dat voor Washingtons geostrategische belangen. Het lot van de Afghanen of de strijd tegen de terreur kan hen worst wezen, zo leren we uit de voorgeschiedenis toen de Amerikanen tijdens de Sovjet-bezetting de fundamentalisten tot de tanden bewapenden en zich niets van vrouwenrechten aantrokken. Het Witte Huis wil in eerste instantie het project van de economisch interessante Trans-Afghanistan pijplijn controleren en militair aanwezig zijn in de buurt van regionale machten zoals China, India en Iran.
(Uitpers nr. 119, 11de jg., april 2010)