Met zijn toespraak over de “State of the Union” heeft president G.W.Bush de oorlog weer een stukje korter bij gebracht. De voorbereidingen om de militaire operaties mogelijk te maken zijn inmiddels ook op volle kruissnelheid gekomen. Toch meen ik dat we met z’n allen er het maximum moet blijven voor doen opdat deze oorlog niet door zou gaan.
In België bestaan er heel wat actie-initiatieven tegen de oorlog. Sommigen spelen het op een absolute afwijzing van de politieke evoluties op het internationaal toneel. Geen oorlog, geen inspecties. Omgekeerd, zij zijn van oordeel dat de inspecties een opstap vormen naar de oorlog.
Een andere groep is radicaal tegen de oorlog, maar denkt dat als er een mogelijkheid zou bestaan om de VS werkelijk van een oorlog af te houden, dat precies maar zal kunnen via het systeem van inspecties. Dat zijn nu eenmaal de krachtsverhoudingen, en daar moet je best rekening mee houden wil je politiek invloed hebben. En wij geloven dat dit kan. De inspecties moeten tonen dat Bagdad in deze ‘zuiver’ staat, met name dat het geen massavernietigingswapens meer bezit.
Dan valt de argumentatie van G.W. Bush compleet door de mand, en wordt het moeilijker om oorlogsbondgenoten, en medefinanciers voor de oorlogsoperaties, te vinden. En zou er misschien kunnen toe leiden dat bepaalde landen hun vetorecht zouden gebruiken in de Veiligheidsraad. Niet dat ik zoveel vertrouwen zou hebben in bijvoorbeeld de Franse rechtse regering, maar de inspecties spelen wel politieke argumenten in de hand van diegenen die Bush willen isoleren en onder druk zetten.
Als we de oorlog willen vermijden zullen we dus alle democratische krachten moeten trachten te mobiliseren om dat doel inderdaad effectief te bereiken. In elk land apart, en ook in een coalitie van de anti-oorlogslanden.
Maar het weze duidelijk: resolutie 1441 tracht de drempel voor oorlog zo laag mogelijk te maken. En dat is onaanvaardbaar en moet worden bestreden. We moeten vanuit de buitenparlementaire oppositie onze regeringen onder druk blijven zetten opdat ze niet mee zouden gaan in schijnredenen voor een oorlog. En zelfs mocht blijken dat Irak over massavernietigingswapens zou beschikken, moeten we dat probleem blijven politiek oplossen, en niet met oorlogsgeweld.
Bovendien is het van het grootste belang de problematiek van massavernietigingswapens open te trekken tot minstens de ganse regio (dus ook de atoombommen van Israël) zoals resolutie 687 uit 1991 het stelt. Maar we moeten vooral toch ook blijven wijzen op de constante overtreding van het Nonproliferatieverdrag door de groten dezer aarde. Zij weigeren met name de atoomontwapening te realiseren die ze verplicht zijn volgens artikel 6 van dat verdrag. Een verplichting die hen nog ‘s opnieuw specifiek werd opgelegd door een uitspraak van het Internationaal Gerechtshof in Den Haag van 8 juli 1996. En hier moeten we er toch ook even op wijzen dat België, als niet nucleaire wapenstaat, toch atoomwapens herbergt op haar grondgebied, met name in Kleine Brogel.
Het moet wel gezegd dat het discours van de Belgische regering een oorlog niet genegen is. Ons land bevindt zich op dit ogenblik samen met Luxemburg, Duitsland en Frankrijk in die groep EU-landen die zich het sterkst verzet tegen de oorlog van de VS. Maar de hypocrisie kruipt waar ze niet gaan kan. De haven van Antwerpen wordt volop gebruikt om Amerikaans materieel (voornamelijk) uit Duitsland te verschepen naar het Midden-Oosten, met medeweten en goedkeuring van deze regering. We laten dus oorlogsvoorbereidingen op ons grondgebied toe, terwijl we eigenlijk tegen deze oorlog zijn, als we het discours van de regering bekijken.
Met alle vredesbewegingen zitten we op dit punt duidelijk en openlijk in de clinch met onze beleidsvoerders en de regeringspartijen. Het antwoord dat we daar totnogtoe op krijgen zegt dat België daartoe verplicht is door het basiscontract dat ons land met de NAVO, en de NAVO-lidstaten, heeft lopen. In 1971 werden daar uitvoeringsbesluiten aan toegevoegd, waarvan sommige geheim zouden zijn. Deze geheime clausules zouden precies transport van legermaterieel toestaan over het Belgisch grondgebied en via Belgische havens.
Het feit dat deze teksten geheim zijn, is een democratie onwaardig. Het parlement wordt zijn controlebevoegdheid totaal ontzegd. Eigenaardig dat het protest daartegen niet harder klinkt. Maar er is meer. Naar verluidt zou de VS-regering in 1973 ook materieel naar het Midden-Oosten hebben willen verschepen, toen Israël en de Arabische landen in oorlog waren. Toen zou er wel een weigering zijn gekomen van onze beleidsvoerders.
Fundamenteler is dan dat we ons hier openlijk vragen moeten stellen over het Belgische lidmaatschap van de NAVO. Zelf al is er geen uitgesproken politieke wil in België om het oorlogspad op te gaan, zijn we door de zogenaamde NAVO-solidariteit kennelijk toch verplicht hand- en spandiensten te leveren aan de oorlogsstokers. Zoals Ludo De Brabander het in Knack van 8 januari zegt: “Want deze oorlog draait niet om massavernietigingswapens. Het gaat alleen om een regimewissel (kijk er maar de Amerikaanse ‘Iraq Liberation Act’ van 1998 op na, GS), die de Amerikanen moet toelaten de macht van de OPEC te breken. Aan dat soort politiek hoeft België zich niet mee schuldig te maken. Als we blijven vasthouden aan de NAVO, zullen we ons nog vaak medeplichtig maken aan inbreuken op het internationaal recht. Misschien moeten we ons lidmaatschap van de NAVO herbekijken.”
In 1973 hadden we misschien het NAVO-charter aan onze kant om te weigeren? Het Atlantisch bondgenootschap was immers officieel een alliantie voor de verdediging van het grondgebied. De “out of area” was toen niet aan de orde. En militaire transporten naar het Midden-Oosten kunnen moeilijk onder verdediging van het grondgebied worden gecatalogeerd. Vandaag is de NAVO gericht op interventie (in Praag 2002 werd daar nog een nieuw instrument voor goedgekeurd: de NAVO “Response Force”) en met die wijziging zijn ook stilzwijgend de geheime clausules mee geëvolueerd?
Is dat ook niet het verder perspectief waarin we de huidige mobilisaties kunnen zien? Neen aan de huidige oorlog(sdreiging) tegen Irak, neen aan de militaire bondgenootschappen die nieuwe oorlogen voorzien om de neoliberale globalisering vrije loop te laten.
(Uitpers, nr. 38, 4de jg., februari 2003)