Het is overduidelijk: de oorlog tegen Libië heeft, tot grote frustratie van de NAVO, totnogtoe niet tot het verwachte resultaat – de snelle ineenstorting van het regime van kolonel Muammar al-Kadhafi – geleid. De Afrikaanse Unie, die voor de oorlog was, heeft inmiddels het einde ervan gevraagd. Bij de meeste landen van de Arabische Liga heerst twijfel. De Verenigde Staten willen niet met de oorlog worden geïdentificeerd. Noorwegen gaat zijn F-16’s terugtrekken. Maar België staat pal: het zal tot het bittere einde doorgaan.
Ten minste als het van minister van Defensie, Pieter De Crem, en van minister van Buitenlandse Zaken, Steven Vanackere, afhangt. Dat België geen geld heeft om de oorlog te voeren is bijzaak. Dat België al in een hopeloze oorlog verwikkeld is in Afghanistan, waar de toestand, ook voor de vrouwen, onder het regime van president Hamid Karzai (eigenlijk een Amerikaans staatsburger van Afghaanse origine), er voortdurend op is achteruitgegaan, lijkt niet belangrijk. Voor oorlog is er altijd geld, ook al levert dat, behalve winsten voor de wapenindustrie, niets op. Integendeel zelfs, de bevolking moet maar meer “inleveren”. Een oorlog tegen Kadhafi, die even uitzichtloos dreigt te worden, lijkt geen punt voor de “dappersten aller Gallërs”, dixit Julius Caesar, die er wel aan toevoegde dat ze zo dapper waren omdat het barbaren waren, ver weg van de beschaving. (1)
Zijn De Crem en Vanackere barbaren? Men kan het denken. Zij zijn bv. beiden ook grote verdedigers van een land in het Midden-Oosten dat zich schuldig maakt aan racisme, etnische zuiveringen, oorlogsmisdaden, schendingen van de mensenrechten en aan misdaden tegen de menselijkheid. Welk land dat is kan iedereen raden. En welk verband er is tussen dat land en de zgn. “Europese waarden”, die ze beiden zeggen te promoten, is totaal onduidelijk.
In feite komt het erop neer dat België deelneemt aan een burgeroorlog in Libië, van Cyrenaica tegen Tripolitanië. Bovendien zijn de echte democraten in het kamp van Cyrenaica een minderheid. Moslimfundamentalisten die er al jaren, vooral in de jaren 1990, een guerrilla voerden zijn er des te meer. Eén van de bevelhebbers van de rebellen is een man die lange tijd in de beruchte Amerikaanse gevangenis van Guantánamo op Cuba zat. In feite steunen De Crem en Vanackere dus het “terrorisme”.
Dé grote gangmaker van de oorlog is de Franse president Nicolas Sarkozy. En het is bekend dat België Frankrijk niets kan weigeren. Zo werd Elektrabel, de elektriciteitsmonopolist in België, verkwanseld aan het Franse Gaz de France-Suez omwille van de internationale politieke ambities van de liberaal Guy Verhofstadt. Een ander Belgisch kroonjuweel, het ingenieursbedrijf met wereldfaam, Tractebel, werd door de christen-democratische premier Jean-Luc Dehaene, eveneens met het doel zijn internationale carrièrekansen te vergroten, uitverkocht aan Frankrijk. Voor geen beide leverde het iets op. Maar dat zal hen geen zorg wezen. Ze konden maar proberen, ook al was dat schadelijk voor de Belgische staat en de bevolking.
Om de gretigheid te verklaren waarom Sarkozy het Kadhafi-regime wil ten val brengen zijn er heel wat materiële motieven – zie hiervoor in dit nummer het stuk van Georges Spriet onder de titel “Fankrijk en Libië, een mislukt liefdesverhaal?”. Maar de Franse president, wiens populariteit tot 20% is gedaald, denkt natuurlijk ook aan de presidentsverkiezingen volgend jaar. Niet alleen heeft hij ervoor gezorgd dat zijn zoveelste vrouw net in de verkiezingscampagne moeder zal worden in de hoop de kiezers te vertederen. Ook heeft hij geleerd van de Britse oud-premier Margaret Thatcher (°1925, premier van 1979 tot 1990) dat een succesvolle snelle oorlog hopeloze verkiezingskansen kan doen keren. Niemand die durfde wedden op Thatcher’s herverkiezing in 1983, tot dat totaal omsloeg dankzij de oorlog om de Falklands/Malvinas tegen Argentinië in 1982. En Sarkozy hulp weigeren in deze kunnen de Belgische bewindvoerders, in de slechtste Belgische traditie, niet. Maar tot wanhoop van Sarkozy verloopt de oorlog niet zoals verwacht, zodat hij nog wil escaleren door, samen met de Britten, gevechtshelikopters in te zetten. Die echter bedreigd worden door Russische, van op de schouder afgevuurde SA-7 luchtdoelraketten.
Beide Belgische ministers beweren dat ze strikt binnen de perken blijven van resolutie 1973 van 17 maart 2011, die, naast een vliegverbod, “alle maatregelen” toelaat om de burgerbevolking te beschermen, behalve de bezetting van enig deel van Libië. Die bepaling is al geschonden door het sturen van “militaire adviseurs” door Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië. Gepoogd werd de bepaling ook formeel te omzeilen door “humanitaire konvooien” in Libië te laten begeleiden door militairen uit de EU. Maar daar wist het humanitair bureau van de Verenigde Naties een stokje voor te steken. Het sturen van militaire adviseurs naar de rebellen is niet toegelaten onder resolutie 1723. Het leveren van wapens eraan is expliciet verboden, maar dat verbod wordt geschonden via leveringen via Egypte en via schepen met “humanitaire” hulp. Ook luchtsteun aan de rebellen is niet toegelaten onder de resolutie, maar het gebeurt elke dag.
Verder lappen de Belgische ministers hun laars aan resolutie 1973, door een brede interpretatie ervan, waaronder alles mag worden aangevallen, zelfs burgers. Toen gemeld werd dat de jongste zoon van Kadhafi, Saif al-Arab (het Zwaard van de Arabieren) en drie van zijn kinderen omkwamen bij een luchtaanval van NAVO-vliegtuigen, misschien wel Belgische, werd gezegd dat de aanval legitiem was omdat er zich een militair commandocentrum in zijn huis zou hebben bevonden.
Aanvankelijk werd bij hoog en laag ontkend dat er geen burgerslachtoffers zouden worden gemaakt bij de bombardementen. Er werden zelfs ontroerende propagandaverhaaltjes de wereld ingestuurd dat bepaalde doelwitten niet werden aangevallen omdat er daarbij burgers zouden kunnen worden gedood.
Waar is de tijd dat de Ier Jamie Shea als Navo-woordvoerder in 1999 de grofste leugens de wereld instuurde tijdens de NAVO-oorlog tegen Servië omwille van Kosovo? Zo probeerde hij de wereld te doen geloven dat er al 500.000 doden waren gevallen in Kosovo, terwijl het totaal achteraf beperkt bleef tot zowat 2.000, met inbegrip van Serviërs, zigeuners, Turken en andere niet-Albanese Kosovaren, die niet aan de kant van het Albanees Bevrijdingsleger stonden.
De man werkt inmiddels nog altijd bij de Navo in Brussel met de pompeuze titel van “Director of Policy Planning in the Private Office of the Secretary General responsible for advising and assisting the Secretary General, senior NATO management, and the North Atlantic Council in addressing strategic issues facing the Alliance”. Holler kan het niet klinken. Men mag aannemen dat dit een sinecure is als beloning voor zijn leugens.Toen echter bisschop Giovanni Innocenzo Martinelli, de pauselijke nuntius in Tripoli, eind maart bekendmaakte dat er in Tripoli al minstens 40 burgers omkwamen door aanvallen van de anti-Libische coalitie en dat er gebombardeerd werd in de buurt van ziekenhuizen, werd het geweer van schouder veranderd. Toen werd, in reactie op meldingen van burgerslachtoffers, gezegd dat de zaak zou worden “onderzocht”. Wat natuurlijk nooit gebeurde. Er werd ten minste nooit meer iets over gehoord. Een derde fase was dat werd gezegd dat het telkens om commandoposten ging, en dus legitiem was, ook al kwamen er burgers om. Wat dus ineens wel mocht. Burgers vermoorden om burgers te beschermen? Ook weigert de NAVO burgers te beschermen in steden en gebieden onder controle van de rebellen. Onder meer de New York Times schreef over standrechtelijke executies van aanhangers van Kadhafi en in Le Monde verscheen een artikel over de gruwelijke manier waarop de zwart Afrikaanse gastarbeiders in Benghazi worden aangepakt. Er zijn voor het Westen nu eenmaal goede en slechte moordenaars. Niet in de bijbelse zin van berouwvolle en niet berouwvolle, maar louter in termen van pro-westerse (goede) en anti-westerse (slechte) moordenaars.
Ten slotte geeft resolutie 1973 geen toelating tot het verdrijven van kolonel Kadhafi van de macht, wat wel het officiële doel is geworden van de NAVO-operatie. Het vermoorden van de Libische leider behoort evenmin tot de doelstellingen van “het beschermen” van burgers. Nochtans zijn er, ondanks de formele ontkenningen, voortdurend pogingen om Kadhafi te vermoorden.
Wanneer zal de aanklager bij het Internationaal Strafhof, de Chileen Luis Moreno Ocampo dat alles eens onderzoeken? Hij was er wel snel bij om, zonder enig ernstig onderzoek, zeker niet ter plaatse, de arrestatie van Kadhafi, zijn zoon Saif al-Islam (het Zwaard van de Islam) en van zijn schoonzoon Abdullah al-Senussi, chef van de Libische inlichtingendienst, te eisen. Maar enige inbeschuldigingstelling, laat staan van verzoek om arrestatie van de Israëlische verantwoordelijken voor de massamoorden tijden de operatie “Gegoten Lood” tegen de Gaza-strook (december 2008-januari 2009) is nog altijd geen sprake ondanks de diverse zeer bezwarende internationale rapporten. Moreno Ocampo bevestigd hiermee nogmaals zijn reputatie als partijdig aanklager, die totnogtoe alleen Afrikanen wil berechten (alhoewel dit woord duidelijk verkeerd is, want om recht gaat het hier niet).
Eind juni loopt de voor drie maanden geplande NAVO-operatie af. Dan moet er opnieuw worden vergaderd over het al of niet verlengen ervan. Hopelijk zal het gezond verstand dan zegevieren. De overgrote meerderheid van wat men gemeenlijk “de internationale gemeenschap” noemt is tegen de oorlog: China, Rusland, India, Afrika, Latijns-Amerika (op enkele vazalstaten van de VS na), vele landen van de Arabische Liga en in Europa Duitsland en Noorwegen. En zeker niet te vergeten: de Verenigde Staten zijn alles behalve enthousiast. Zij zijn al in oorlog in twee islamitische landen, Afghanistan en Irak en willen hun positie in de islamitische wereld niet verder verzwakken. Obama ziet zelfs het einde van de oorlog zonder het vertrek van kolonel Kadhafi. Maar kan dat alles Sarkozy en België tegenhouden?
(Uitpers nr. 132, 12de jg., juni 2011)
- Ter attentie van Bart De Wever, een verwoed oorlogsvoorstander, die nog Latijn kent: “Horum omnium [Gallorum], fortissimi sunt Belgae, proterea quod a cultu eaque huminatate priovinciae longissime absunt, minineque ad eos mercatores saepe commeant atque ea quae ad effiminandos animos pertinent important, proximique sunt Germanis, qui trans Rhenum incolunt, quibuscum continenter bellum gerunt”. (Uit het begin van het eerste boek van Caesar’s Commentarii de belloGallico). Vrij vertaald: Van alle Galliërs zijn de Belgen de dappersten omdat zij het verst verwijderd zijn van de cultuur en de beschaving van de provincie [Gallia Narbonensis, rond de huidige stad Narbonne in Zuid-Frankrijk] en het minst bezocht worden door handelaars met hun vervrouwelijkende goederen. En ook omdat ze dicht bij de Germanen over de Rijn wonen, met wie ze voortdurend in oorlog zijn).