Stel je een racistische staat voor, die zich schuldig maakt aan schending van de mensenrechten, aan oorlogsmisdaden en aan misdaden tegen de menselijkheid. Bovendien houdt hij zich aan geen enkele internationale verplichting, streeft hij gebiedsuitbreiding na en verwerft hij steeds meer massavernietigingswapens (nucleaire, biologische en chemische).
Logischerwijs zou je denken dat de “internationale gemeenschap” die staat in de ban zo doen, zoniet er zou binnenvallen om er een “regimewisseling” tot stand te brengen. Maar de logica is hier ver zoeken, want het gaat om Israël, – evenals andere landen die hun voeten aan alles vegen – een bondgenoot en dus boven elke echte kritiek verheven. Dat Israël zijn laars lapt aan de Conventies van Genève, die verplichtingen opleggen aan een bezettende mogendheid, wordt zelfs beloond met geld, veel geld.
In principe moet Israël onder de humanitaire conventies instaan voor gezondheid, onderwijs, voedselvoorziening enz. van de Palestijnen in de bezette gebieden. Dat heeft het nooit gedaan. Het laat de “internationale gemeenschap” opdraaien voor die kosten.
Zo maakte de Belgische minister voor ontwikkelingssamenwerking, Charles Michel, tijdens een bezoek aan de bezette gebieden bekend dat België de komende drie jaren € 86 miljoen voor “hulp aan de Palestijnen” zal vrijmaken. “Hulp” kan men dat niet noemen. Zoals vele andere landen en de Europese Unie betaalt België gewoonweg de kosten van de Israëlische bezetting. Schandaliger nog, het boekt die uitgaven als “ontwikkelingshulp”, terwijl het dan nog toestaat dat de infrastructuur die met dat geld wordt opgebouwd, systematisch wordt vernield door het Israëlische leger. België levert daarvoor zelfs wapentuig aan Israël. Een paar jaar geleden zelfs grondstoffen voor chemische wapens, die Israël soms gebruikt tegen de Palestijnse burgers.
Eerlijk zou zijn dat die uitgaven voor de Palestijnen worden geboekt als hulp aan Israël. Nog eerlijker zou zijn dat het geld zou worden ingeschreven als lening aan Israël. En dat Israël zou worden gesommeerd alles wat het vernielt onmiddellijk te vergoeden. Dat niet doen is een overduidelijke aanduiding dat Israël het groen licht om ongestraft alles te doen wat het wil. De houding tegenover Israël staat in schril contrast tot die ten overstaan van Servië. Wat wel “logisch” is, want het wordt beschouwd als een vijand. En voor vijanden worden de grote princiepen bovengehaald. Zijn mensenrechten, oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid dan alleen maar propaganda-items, stokken die enkel worden gebruikt tegen staten en regimes die men wil bestrijden?
(Uitpers, nr 97, 9de jg., april 2008)