Zondag 27 oktober zijn er verkiezingen in Argentinië, voor een nieuwe President, een groot deel van de provinciegoeverneurs en een deel van Kamer en Senaat. Zittend President Macri moet wellicht het onderspit delven. Dat heeft alles te maken met zijn neoliberale beleid dat hier en elders tot telkens dezelfde gevolgen leidt. Toch is er ook meer aan de hand.
De wereld verandert
Eind van de 19de eeuw, een goede honderd jaar geleden, was Argentinië het rijkste land ter wereld. Na de tweede wereldoorlog bleef het lange tijd in het rijtje van de tien rijkste landen staan. Vandaag staat het op nummer 21. ’t Kan verkeren. Buenos Aires was het ‘Parijs van het Zuiden’, een stad die 24 uur op 24 leefde en blonk, vandaag verworden tot een armzalige en wegkwijnende plek. De armoede, die 30 jaar geleden tussen de 1 en 3 % lag, is nu het lot van meer dan de helft van de bevolking.
Natuurlijk kan zo een drastische afgang niet worden toegeschreven aan één ideologie. De wereldeconomie is veranderd en de uitvinding van koelkast is daar niet vreemd aan – Argentinië was net als Uruguay een groot uitvoerder van gedroogd vlees.
Men kan ook niet voorbijgaan aan de kwaliteit van het politieke personeel. Argentinië sleept zich van crisis naar crisis, maar de machthebbers worden daar niet armer van. Corruptie is deel van het dagelijks leven.
Het populisme, dat in Europa vandaag weer aanhangers vindt, vond in Argentinië zijn meest volmaakte vertegenwoordiger: Juan Perón, een charismatisch leider die vanaf 1945 een nationalistisch en sociaal beleid voerde, gesteund door het leger en in nauwe samenwerking met de vakbonden. Perón richtte zich tot ‘het volk’ en gaf zijn naam aan een beweging die tot vandaag zowel linkse als rechtse en centrum-politici voortbrengt.
Terug naar af
Sommigen herinneren zich wellicht de Argentijnse crisis van 2001-2002. Toen ontstond de kreet die later ook elders in de wereld opgang ma akte: ‘Que se vayan todos’, dat ze allemaal ophoepelen. Het vertrouwen in de politiek was weg. Argentinië kon zijn schulden niet meer betalen en werd door het IMF in een wurggreep gehouden.
Er kwam een eind aan de chaos en het geweld met President Nestor Kirchner die het roer radikaal omgooide. Er werd een akkoord gevonden met de meeste schuldeisers, er werden wisselcontroles ingesteld, er kwam een exportbelasting en langzaam aan werden de lonen en uitkeringen opgetrokken. Kirchner stierf in 2007 en werd tot 2015 opgevolgd door zijn weduwe, Cristina Fernandez.
Haar weduwschap en haar redelijk progressieve beleid maakte haar enorm populair en leverde uiteraard kritiek op uit financiële hoek. Omdat het land weigerde de aasgierfondsen terug te betalen – die de volle pot eisten voor hun schuldtitels – bleef het uitgesloten van de financiële markten. Maar door de hoge prijzen voor alle grondstoffen, inclusief graan en soja, kon Argentinië de schok aan.
In 2015 verloren de Peronisten echter nipt de verkiezingen. Dat was deels een gevolg van de vele corruptieschandalen – iemand werd zelfs betrapt toen die een zak vol geld over een kloostermuur hees – de hoge inflatie en de vele neoliberale propaganda.
De nieuwe rechtse president Mauricio Macri ging er met de grove borstel door. Deze miljonair uit een rijke ondernemersfamilie schafte de wisselcontroles af, verlaagde de belastingen voor de rijken, gaf een knip in de pensioenen en betaalde de aasgierfondsen uit.
Het gevolg laat zich raden. Veel populair protest en toen de Dollar in waarde ging stijgen, moest de centrale bank de rente optrekken tot 70 % om het hoofd boven water te houden.
De verguisde Cristina Fernandez had op het eind van haar regeerperiode een inflatie van om en bij de 25 % met een begrotingstekort van 6 % van het BBP. Vandaag kijkt president Macri aan tegen meer dan 50 % inflatie en een nieuwe dreiging van ‘default’. Argentinië kan zijn schulden niet meer terug betalen. Macri kreeg in 2018 van het IMF de grootste lening ooit, 57 miljard USDollar, de laatste tranche wordt bij gebrek aan vertrouwen niet meer uitbetaald. Argentinië – de nieuwe regering – zal een schuldherschikking voor wellicht 50 miljard moeten vragen.
Inmiddels moest Macri de wisselcontroles opnieuw instellen en er is weer een zwarte markt voor Dollars in het land.
Men schat dat er de afgelopen drie jaar een kapitaalvlucht van om en bij de 80 miljard USDollar is geweest, terwijl voor 36 miljard aan buitenlandse intresten werd betaald.
Macri’s beleid stond in dienst van het internationale financiële kapitaal, de corruptieschandalen bleven toenemen, de Argentijnse bevolking betaalt er de prijs voor
De schok van 11 augustus 2019
Een beetje hoop om de voorverkiezing van 11 augustus 2019 te winnen, had Macri nochtans wel. Zo lang de financiële dienstensector wordt bediend, is er volle steun van de media.
Hij kwam bedrogen uit. Het peronisme, ‘Frente de todos’, haalde het met 47,2 % en Macri’s ‘Juntos por el Cambio’ haalde nauwelijks 31,4 %. In Argentinië kunnen de presidentsverkiezingen gewonnen worden met 45 % van de stemmen of met 40 % en meer dan 10 % voorsprong op de tweede kandidaat. Die kans zit er wel degelijk in voor komende zondag.
Cristina Fernandez is kandidaat vice-president. Ze nam die beslissing in de context van een grote peronistische ‘verzoening’, goed wetend dat ze weliswaar nog erg populair is maar ook veel vijanden heeft. Bovendien houdt ze als vice-president de controle over de Senaat, wat goed kan uitkomen in de vele corruptiezaken die tegen haar zijn ingespannen. Presidentskandidaat is de gematigder Alberto Fernandez (geen familie) die vertrouwen wekt bij de financiële markten. Hij was eerste minister bij Nestor Kirchner en in de eerste jaren van het presidentschap van Cristina.
Toch was deze overwinning genoeg om de beurzen een duik te laten nemen en de peso met nog eens 25 % in waarde te laten zakken. Het vooruitzicht op sociaal herstel is slecht voor de economie …
Wat moet de nieuwe regering doen?
Voor de onmiddellijke stappen in het armzalige Argentinië van vandaag kan terug gekeken worden naar 2003. Men zal een moratorium moeten instellen op de terugbetaling van de buitenlandse schuldenlast. Nieuwe steun kan er eventueel komen van China, maar daar zal de V.S. wel een stokje willen voor steken. Dus wellicht wordt het toch weer onderhandelen met het IMF. Een audit van die schuldenlast, om te zien wat er met de vele miljarden is gebeurd, zal zeker nodig zijn. Het is nota bene de achtste keer dat Argentinië in een regelrechte schuldencrisis zit sinds het in 1816 onafhankelijk werd.
De pensioenen en de lonen zullen moeten opgetrokken worden. Er moet een stop komen op de prijsstijgingen van brandstof, elektriciteit en water. KMO’s zullen kredieten nodig hebben. Hierover bestaat een consensus, maar of het ook meteen mogelijk zal zijn, is een andere vraag. Er wordt nu geopperd dat er best eerst onderhandeld wordt over een ‘nieuw social pact’ en daarom alles eerst zes maand lang bevroren moet blijven. Met La Cámpora, de jeugdbeweging van de peronisten die wordt geleid door Cristina’s zoon Máximo en die een zeer grote mobilisatiekracht heeft, werd afgesproken dat er niet meteen betoogd zal worden.
Want er moet uiteindelijk ook gezorgd worden voor een begrotingsevenwicht, een handelsoverschot, een sterk lagere inflatie, de nieuwe opbouw van reserves en een afbouw van de schuldenblast. Het wordt allesbehalve een makkelijke opdracht, maar met de steun van de bevolking, de vakbonden en de peronisten zou het moeten lukken.
Van crisis naar crisis
Het is goed, zo schrijft Aram Aharonian, de stichter van Telesur, dat ook rechtse regimes laten zien hoe grondig fout ze zitten met hun beleid. Van Argentinië tot Colombia, Brazilië tot Chili en Ecuador, de rechtse regeringen bakken het bruin.
Uiteraard moet hier in eerste instantie naar het neoliberale beleid gewezen worden. Chili is wellicht het beste voorbeeld van een land met gestage groei maar met toenemende sociale problemen. In andere landen is die groei veel wisselvalliger en de sociale achterstelling minstens even groot. ‘At the level of people’, zei Stiglitz ooit, ‘the system doesn’t work’. Tja, is er dan een nog een ander niveau dat van tel is? Van Latijns Amerika tot Azië, Afrika en Europa, overal wordt mensen het mes op de keel gezet, hun lonen, pensioenen en uitkeringen bedreigd, hun openbare diensten afgebouwd, hun landebouwgronden en hun viswateren afgenomen.
Sommigen menen dat het kapitalisme het digitale tijdperk niet kan overleven, maar ondertussen past dit kapitalisme zich wel aan. Zonder twijfel komt er nog een financiële crisis, en dan? Waar blijven de echte alternatieven, vooral in het licht van de dreigende milieucrisis?
Het was in Argentinië dat, ook al bijna honderd jaar geleden, één van de belangrijkste en interessantste kritieken op het ontwikkelingsdenken is ontstaan. Nadat het land, en geheel Latijns Amerika, getroffen werd door de gevolgen van de eerste wereldoorlog en daarna van de crisis van de jaren ’30, begreep men dat politieke onafhankelijkheid lang niet genoeg was om ook economisch op te bloeien. De regio was structureel afhankelijk van het centrum, en de periferie kon enkel lijdzaam ondergaan. Vandaar dat overal een industrialiseringsbeleid werd begonnen om een eind te maken aan de ongelijke verhoudingen tussen Noord en Zuid. Uit dat ‘structuralisme’ van Raúl Prebisch, ontstond later het ‘dependencia’- denken met voor velen de overtuiging dat ‘onderontwikkeling niet voorafging aan de ontwikkeling, maar er net een gevolg van was’.
Hoewel de oplossingen van toen niet de oplossingen van vandaag kunnen zijn, is het wel goed die analyses nog eens te bekijken. Argentinië is een té tragisch voorbeeld van alles wat er mis kan gaan met open grenzen. Maar het is ook in Argentinië dat de interessantse experimenten bezig zijn met commons en fabrieken in zelfbeheer. Het blijft een onvoorstelbaar boeiend land.
Hopen op het beste dus voor komende zondag.