Op 26 oktober kwamen enkele honderden vertegenwoordigers van politieke partijen en sociale bewegingen in Baskenland samen op uitnodiging van de Baskische vredesbeweging Elkarri. De vredesconferentie in Bilbao had tot doel een uitweg te zoeken voor het al 30 jaar aanslepende conflict in Baskenland dat de laatste maanden zelfs serieus begon te escaleren. Het mocht evenwel niet baten, de conferentie eindigde in een impasse, waarbij verschillende delegaties zelfs de zaal verlieten.
Na bijna twee jaar voorbereidend werk was er in juni nochtans uitzicht op een algemeen vredesakkoord vergelijkbaar met dat van Lizarri-Garazi dat in 1998 werd afgesloten maar jammerlijk mislukte. Tijdens de voorafgaande onderhandelingen bleek dat nagenoeg alle politieke strekkingen, met uitzondering van de rechtse Partido Popular van premier Aznar, zich konden vinden in een nieuw initiatief.
In de zomer raakte de sfeer evenwel verpest door o.m. het partijverbod tegen Batasuna, de links-nationalistische partij die politiek aanleunt bij de gewapende afscheidingsbeweging ETA. Ook het voortdurend ETA-geweld blijft permanent een hypotheek leggen op elke mogelijke oplossing of poging daartoe.
Partijverbod
Op 26 augustus schorste onderzoeksrechter Garzón voor drie jaar (uitbreidbaar tot 5 jaar) alle activiteiten van de Baskische links-nationalistische partij Batasuna, op grond van het feit (tot nader order onbewezen, het gaat om een beslissing in afwachting van de resultaten van een onderzoek!) dat de partij een belangrijk en onlosmakelijk deel zou uitmaken van de structuren van de gewapende afscheidingsbeweging ETA.
Dezelfde week vroeg het Spaanse Parlement de regering om bij het Hooggerechtshof de procedure te starten om Batasuna op basis van een nieuwe op maat geschreven wet op de politieke partijen (Ley Orgánica de Partidos Politicos) te verbieden.
Batasuna, een coalitie van diverse progressieve partijen en organisaties, voorheen gekend als Herri Batasuna en Euskal Herritarok werd gevormd in 1978 en is sinds dan de politieke emanatie van de Baskische onafhankelijkheidsbeweging.
De illegalisering van Batasuna en een hele reeks andere organisaties uit de brede Baskische nationalistische beweging zat er al een hele tijd aan te komen. Naast partijlokalen en een hele reeks partijbars (de zgn. Herriko Taberna’s) werden ook de lokalen van NGO’s die zich inzetten voor de politieke gevangenen (bv. Etxerat!, een organisatie van familieleden van Baskische gevangenen) of de mensenrechten (o.m. TAT, Torturaren Aurkako Taldea, een organisatie die martelingen en mishandelingen in de gevangenissen aanklaagt) verzegeld en er werd beslag gelegd op alle roerende en onroerende goederen van de organisaties.
Ook de Baskische taalbeweging kwam onder vuur te liggen. Zo werden bv. de bankrekeningen geblokkeerd van AEK, een door de Baskische regering gesubsidieerde vereniging die voornamelijk taallessen Baskisch voor volwassenen organiseert.
Tijdens het Spaans voorzitterschap van de Europese Unie (de eerste helft van 2002) kwamen bovendien tientallen Baskische organisaties, die tot dan toe volledig legaal werkten, op de Europese zwarte (post 11 september-) lijst van terroristische organisaties te staan. Zo ook de amnestiecomité’s voor de politieke gevangenen (Gestoras pro Amnestia) en de jongerenbeweging Segi. Spanje wou toen ook al de politieke partij Batasuna op de lijst, maar blijkbaar vonden de Europese partners dit een beetje te veel van het goede.
Op een conferentie in Brussel op 25 oktober jl. hekelde het Baskisch Europarlementslid Koldo Gorostiaga de totstandkoming en de implicaties van deze zwarte lijst. Bij de stemming in het Europees Parlement bleken de parlementsleden zelfs niet te beschikken over de betreffende teksten en werd een procedure gevolgd waarbij er geen voorafgaand debat mogelijk was. Als klap op de vuurpijl werd de stemming erdoor gejaagd aan het begin van een zitting (na 4 minuten was het onderwerp al afgehandeld), op een moment dat de meerderheid van de parlementsleden zelfs nog niet in het halfrond aanwezig was.
Volgens Gorostiaga worden met de lijst ook de meest elementaire principes van de rechtsstaat onderuit gehaald. Zo is het blijkbaar niet mogelijk om beroep aan te tekenen tegen een beslissing om een organisatie op de lijst te zetten. Zelfs het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is niet bevoegd omdat de regeling valt onder de pijler van het gemeenschappelijk buitenlands beleid van de Unie. Dit terwijl de lijst voornamelijk voor intern gebruik wordt toegepast. De beslissing om een organisatie al dan niet op de zwarte lijst te zetten is een zuiver politieke afspraak tussen de regeringen van de lidstaten, maar heeft wel als gevolg dat financiële rekeningen van de betreffende organisatie moeten worden geblokkeerd en dat de lidstaten verplicht zijn op te treden tegen de organisatie en haar leden op hun grondgebied.
Advocaten van Segi die bij de Europese Commissie verduidelijking vroegen over de reden waarom hun cliënt op de lijst werd gezet, kregen vanuit Brussel een stapel dossiers van meer dan een halve meter papier over terrorisme en politiek geweld toegestuurd, maar geen enkel van de documenten bleek rechtstreeks of onrechtstreeks naar de Baskische jongerenorganisatie te verwijzen.
Verzet
Maar met het verbod op Batasuna en de Europese lijst is Spanje niet aan zijn proefstuk toe: in 1997 deed men al een eerste poging om Herri Batasuna te verbieden, door de partijtop tot lange gevangenisstraffen te veroordelen wegens vermeende steun aan ETA; twee jaar later maakte het Grondwettelijk hof de veroordelingen in beroep te niet, maar de aanzet tot de frontale aanval tegen de linkse independentisten was gegeven.
Een jaar later moest Egin, een van de belangrijkste Baskische kranten er aan geloven en ook Egin Irratia, het met de kant verbonden radiostation, werd op last van de Spaanse justitie gesloten.
Datzelfde jaar werd in september het akkoord van Lizarra-Garazi afgesloten tussen de Baskische politieke partijen, de vakbonden en een hele reeks organisaties uit het middenveld, om in Baskenland een vredesproces op gang te brengen naar Noordiers model. Nog dezelfde week reageerde de afscheidingsbeweging ETA met een staakt-het-vuren. De Spaanse regering heeft evenwel nooit positief gereageerd op het initiatief, laat staan dat ze bereid gevonden werd om deel te nemen aan serieuze vredesgesprekken. Anderhalf jaar later, in januari 2000, was het ETA-bestand over en leek elke oplossing verder dan ooit.
Sinds dan is Baskenland weggezakt in een spiraal van escalerend geweld en repressief optreden.
De eenzijdig repressieve aanpak van Madrid stuit evenwel op heel wat verzet. Ook de gematigde Baskische nationalisten, de Catalaanse en Galicische partijen en het linkse Izquierda Unida stemden tegen de partijwet of onthielden zich.
Ook de Baskische vakbonden, bisschoppen de autonome regering en het regionale parlement kanten zich tegen het partijverbod.
Elkarri, de Baskische vredesbeweging die streeft naar een pluralistische vredesdialoog, publiceerde een reeks argumenten tegen de illegalisering vanuit het standpunt van de Spaanse grondwet (die in art. 22 de vrijheid van vereniging garandeert), de gevolgde procedures (o.a. retroactieve toepassing van wettelijke criteria: iedere organisatie die geleid wordt door personen die ooit met Herri Batasuna te maken hadden, terug tot in 1978, kan als mantelorganisatie aanzien worden), de sociologie (een meerderheid van de Baskische bevolking is tegen de illegalisering), vanuit politiek oogpunt (dit verscherpt alleen de tegenstellingen en elke uitzicht op dialoog wordt onmogelijk gemaakt), omwille van de leefbaarheid (het partijverbod, inbegrepen het verbod op elke vorm van propaganda, impliceert een enorme politionele controle in alle dorpen en stadswijken) en omwille van de vrede (de illegalisering bestendigt de spiraal van geweld en repressie omdat het een grote bevolkingsgroep uitsluit terwijl elke conflictresolutie moet gericht zijn op het betrekken van alle conflictpartijen in een vredesdialoog)
Zo mogelijk nog scherper was Amnesty International, dat naar aanleiding van het verbod op betogingen tegen de illegalisering haar zware bezorgdheid over de beknotting van de vrije meningsuiting in Baskenland uitte.
De beslissingen van onderzoeksrechter Garzón om “alle bijeenkomsten of betogingen, door groepen of individuen, die refereren naar Batasuna of de schorsing van de partij” te verbieden, evenals alle andere activiteiten die “direct of indirect worden georganiseerd of geïnspireerd door Batasuna, zijn leden of zijn leiders, alle symbolen, logo’s, posters, spandoeken, aankondigingen etc. die refereren naar Batasuna” wordt door de internationale mensenrechtenorganisatie aanzien als een aanfluiting van het fundamenteel recht op vrije meningsuiting en het recht op vreedzaam protest.
De toekomst
Onder druk van de feiten heeft Juan Jose Ibarretxe, de Lehendakari (Minister-president) van de Baskische regering ondertussen het voortouw genomen om een nieuw autonomiestatuut uit te werken voor Baskenland. Door middel van referenda in de verschillende Baskische regio’s (het huidige autonomiegebied, Navarra en Frans-Baskenland) wil hij het recht op zelfbeschikking van de Basken laten gelden. Het eindresultaat zou volgens Ibarretxe een soort gedeelde soevereiniteit tussen de huidige voogdijstaten en een Baskische entiteit kunnen zijn.
Zowel vanuit de hoek van de meer radicale nationalisten als van de regering in Madrid werd het voorstel al naar de prullenmand verwezen. Premier Aznar wees er al op dat een dergelijk referendum illegaal zou zijn en verschillende kopstukken van de Partido Popular stelden dat zelfs de huidige Baskische autonomie wel eens zou kunnen teruggeschroefd worden.
De autonomie van de regio’s is altijd al een doorn in het oog geweest van de neo-franquistische middens in Spanje en sinds de tweede verkiezingsoverwinning op rij van de conservatieve PP roert de rechter vleugel van de partij zich meer dan ooit. Manuel Franga, de enige nog actieve politicus die als minister gediend heeft onder het bewind van Franco treedt als partijleider van Aznars Partido Popular de laatste tijd veel prominenter naar voren.
De schroom waarmee het Spaanse franquistische establishment openlijk politiek voerde de laatste 25 jaar is angstwekkend aan het vervagen. De geest van Franco waart steeds nadrukkelijker rond op het Iberische schiereiland en de eerste die het geweten zullen hebben zijn de Basken…
(Uitpers, nr. 35, 4de jg., november 2002)
Meer info:
http://www.eLandnet.org/links/nl/Europa/Baskenland
http://www.elkarri.org
http://euskalherria.indymedia.org