Grapje, Benno, grapje. Maar niet helemaal. Op 17 maart jongstleden ging in Geraardsbergen een avond door over Palestina met Brigitte Herremans van Broederlijk Delen en Dirk Vandermaelen, toch geen extremisten zou ik denken. Schrijft Barnard toch wel naar het stadsbestuur van Geraardsbergen zeker: “L.S., U organiseert een “informatieavond” over Israël-Palestina. Gezien de sprekers lijkt me dat eerder een desinformatieavond. Waarom nodigt u niet minstens ook een apologeet van Israël uit, voordat de arme Geraardbergenaars weer alle mogelijke rituele flauwekul en historische verdraaiingen van de Palestinalobby over zich uitgestort krijgen? Met vriendelijke groet, Benno Barnard”. Dat was het begin van een heuse haatmailcampagne; of toch een hatelijke. Ik was geshockeerd tot in de toppen van mijn tenen.
(Tussen haakjes, in de mailwisseling die volgde op je schrijven aan het stadsbestuur van Geraardsbergen, zet je ook nog het volgende postscriptum: “Er zijn in 1948 meer Joden verdreven uit Arabische landen dan Arabieren uit Israël. Ooit nog iets van gehoord? Nee, want Joden zeuren niet, die bouwen een bestaan op. Wat je van de “Palestijnen” niet kunt zeggen. Dat volkje laat zich tot in de zeventigste generatie verluieren door de VN. ” Ik was er niet goed van. Dit is zo denigrerend dat het aan racisme grenst. Als je ooit in een vluchtelingenkamp was geweest, Hebron of Nabloes had bezocht – het hoeft niet eens de obscene waanzin van Gaza te zijn, het grootste getto ooit – dan zou je zoiets niet schrijven. En ook niet als je nu eindelijk eens Pappe’s De etnische zuivering van Palestina had gelezen, in plaats van er mij verdachtmakingen en verdraaiingen over op te sturen. Over de verwijten van antisemitisme die in de uitdijende mailwisseling, o.a. van Wim van Rooy, niet uit de lucht waren, wil ik het niet eens hebben. Passons.)
Het argument is bekend – in pro-Israëlische kringen is het standardprocedure: de tegenpartij was niet uitgenodigd. Dat is een huizenhoge drogredenering, want vrije meningsuiting heeft niets met objectiviteit te maken. Het is ook pure, hypocriete retoriek. Was de tegenpartij uitgenodigd toen in allerlei lezingen de 60ste verjaardag van Israël werd gevierd? Natuurlijk niet. Dus doe ik bij deze een beroep op je intellectuele eerlijkheid om nooit meer te schrijven naar stadsbesturen om een avond over Palestina verdacht te maken, en er zeker geen georkestreerde mailcampagnes van te maken. Ik roep gelijk ook de hele pro-Israëlische lobby op om dat niet meer te doen.
En hier zit ook een les in voor de burgemeester van Antwerpen. Of het een goed idee is om van het incident een rechtszaak van te maken, begin ik te betwijfelen. Want dan is het ook logisch dat Greenpeace vervolgd wordt voor bendevorming door Electrabel omdat ze spandoeken hebben opgehangen aan koeltorens van kerncentrales; of omdat ze binnengedrongen zijn op de Europese Kopenhagen-vergadering in Brussel. Of denk aan de vakbonden die vervolgd werden door Carrefour. U voelt het probleem: er is recht op activisme. Hoewel ik geen greintje sympathie heb voor die idioten die geloven dat we met z’n allen beter af zijn met de Sharia, een vroeg-middeleeuwse wet uitgevonden door stervelingen in de naam van een onbestaande God – vind ik dat men consequent moet zijn. Het ene activisme verdedigen en het andere criminaliseren is uiterst gevaarlijk. Ook ik heb het nog meegemaakt dat een groepje extreem-linksen die een appeltje te schillen hadden met Ignacio Ramonet, de man van Le Monde diplomatique, een avond waar ik spreker was verstoorden, ook al kwam de man zelf niet eens opdagen. Knap vervelend. Maar vervolgen?
Wat hij ook beslist, in elk geval roep ik burgemeester Janssens op om dezelfde daadkracht aan de dag te leggen als de pro-Israëlische kringen weer eens proberen om een avond met een spreker die hen niet zint, te verijdelen, zoals tot twee keer toe gebeurd is met Ilan Pappe! Waar was zijn verontwaardiging toen? We zijn het eens, roerend zelfs, dat de inmenging van die heethoofden van Sharia4Belgium over de schreef was, maar dan is ook het verijdelen van avonden die kritisch zijn tegenover Israël evenzeer over de schreef. Dus: nooit plooien en de vrijheid van meningsuiting altijd verdedigen. Ook als het de pro-Israëlische kringen in het Antwerpse niet bevalt. Wie de vrijheid van meningsuiting alleen maar verdedigt als het hem of haar uitkomt, is een huichelaar of een bedrieger.
Benno, van jou neem ik vrolijk afscheid met de onsterfelijke, zij het apocriefe uitspraak van Voltaire: “Je ne suis pas d’accord avec ce que vous dites, mais je défendrai jusqu’à la mort votre droit de le dire” ».
Immer wieder! Dass ist Aufklärung. “Lang leve God, weg met Allach”, vind ik wel flauw. “Weg met Allah” tot daar aan toe – je wist natuurlijk dat je daarmee een Geert Wilders-stunt zou uitlokken! – maar “lang leve God”? – je gaat toch, na het Vlaams Belang, ook nog niet ook eens de born again christians beginnen verdedigen, hoop ik? Of welk joods-christelijke apologetiek dan ook van een alibi voorzien, zoals de sinistere, neoconservatieve clash of civilisations. Maar alle gekheid op een stokje: je had de lezing moeten laten doorgaan. Dat was minder spectaculair, maar wel veel juister geweest. In elk geval nog doen! Ik kom, als het even kan, luisteren. Ik heb er zelfs een blauw oog voor over. Maar sterven voor uw polemische strapatsen – daar moet ik toch nog eens een nachtje over slapen. Hartelijke groet’.(Uitpers nr. 120, 11de jg., mei 2010)