De voorbije Horta-avond over Oosterweel was er geen zoals de 25 voorgaande. Tien jaar geleden was er óók een volle zaal, maar dan om de overwinning in een referendum tegen de Lange Wapper en … de BAM te vieren. De Antwerpse burgerbewegingen, stRaten-generaal, Ademloos en later Ringland, hebben van zich doen spreken en hoe. Manu Claeys, Wim Van Hees en Peter Vermeulen werden het vertrouwde gezicht, niet van ‘de drie mannen en een paardenkop’, zoals Kris Peeters als Minister-President dat ooit beweerde, maar van een geduchte beweging van onderuit.
De ‘gestaalde kaders’ zoals Wim Van Hees ze noemde, waren ook nu weer aanwezig. Ze beleefden een surrealistische avond, want niemand minder dan Luc Hellemans, de nieuwe algemeen directeur van de BAM kwam een warm pleidooi houden voor samenwerking. Dit was een du jamais vu. Hij werd omringd door de drie actievoerders, die ook het nieuwe Oosterweelakkoord over de voorkeursvariant of de Oosterweel light die een overkapping van de ring niet zou hypothekeren, kwamen toelichten. De BAM-tanker die tot nog toe altijd dominant aan zet was geweest, is blijkbaar tot nieuwe inzichten gekomen en vaart nu een andere koers. ‘Onder’ en ‘boven’, burgerbewegingen, BAM, stad en haven hebben elkaar gevonden in een verder evoluerend toekomstverbond dat zijn vruchten begint af te werpen.
Er wordt vanaf nu een nieuw hoofdstuk geschreven niet alleen in de Oosterweelstory als een technisch ingewikkeld megaproject, maar ook over ‘de waarde van weerstand’ en wat Oosterweel ons leert over besluitvorming waarover de bestuurskundigen Wouter Van Dooren en Eva Wolf een opgemerkte studie maakten. Oosterweel is volgens hen geen symptoom van een zieke, maar van een veerkrachtige democratie, want schrijven zij als besluit: weerstand is zuurstof voor de politiek. Deze Antwerpse case werd ook nauwgezet gevolgd door onder meer socioloog Luc Huyse en andere onderzoekers en/of activisten die actief zijn rond democratisch besluitvorming.
Kunnen ‘onder’ en ‘boven’ elkaar vinden in deze nieuwe formule? Hoe zullen vertegenwoordigers van een burgerbeweging zich in die nieuwe rol van mede-beleidsmakers gedragen? Is het mogelijk om in die nieuwe context nog actievoerder te blijven of wordt men – noodgedwongen misschien – ook in de rol van politicus gedrongen die op een diplomatische manier met gevoelige informatie moet omgaan waardoor de zo noodzakelijke transparantie in het gedrang zou kunnen komen? Al deze vragen kwamen bij mij boven terwijl ik naar de vertrouwde gezichten van Manu Claeys, Peter Vermeulen en Wim Van Hees keek. Te meer omdat ik op dit ogenblik werk aan een boek waarin Barcelona en Comú en burgemeester Ada Colau een belangrijke rol spelen, en waarin ik me ongeveer dezelfde vragen stel.
Er is zeker een parallellisme tussen wat in Barcelona en Antwerpen aan het gebeuren is. Beide burgerbewegingen zijn ongeveer in dezelfde periode ontstaan vanuit een crisissituatie. Toen in 2007 de burbuja, de zeepbel, knapte, belandde Spanje in een diepe financiële crisis. Honderdduizenden mensen verloren hun baan en konden de hypothecaire lening niet langer meer betalen. De banken gingen achter hun geld aan. Meer dan 350.000 families belandden op straat, alleen al in de periode van 2007 tot 2011. Daaruit groeide in Barcelona het PAH, Plataforma de Afectos por la Hipoteca, dat actie voerde tegen de huisuitzettingen. Een van de actievoerders op straat en tijdens bezettingen was een zekere Ada Colau. Dit burgerplatform vervelde zich tot Barcelona en Comú, nam deel aan de gemeenteraadsverkiezingen en Ada Colau werd burgemeester en Barcelona een rebelse stad.
Antwerpen is nog geen rebelse stad, maar de beweging van onderuit vertoont wel rebelse trekken, die vanaf 2006 duidelijk zichtbaar werden door het ontstaan van een burgerplatform dat geduchte weerstand begon te bieden tegen Lange Wapper-toestanden. Ook in dit Antwerps dossier lag een crisis aan de basis, maar dan een die met een verkeersinfarct, volksgezondheid, stadsontwikkeling en -jawel- ook met meer of minder democratie te maken had. Koppige doordouwers bleven zich niet alleen via referenda, bezwaarschriften en andere actiemiddelen verzetten tegen de BAM-tanker, maar kwamen ook zelf met deskundige, goed doordachte toekomstgerichte plannen voor de dag. Door het ‘toekomstverbond’ werd de slag om Oosterweel afgesloten en begon een nieuwe fase, zoals dat ook in Barcelona is gebeurd: van ‘onder’ naar ‘boven’. Dat is een boeiende, ongeziene, maar ook gevaarlijke fase. Het bijsturen van de BAM kan een belangrijk kantelmoment zijn niet alleen in een verbeterde Oosterweelversie, maar ook om de spelregels van een participatieve democratische besluitvorming beter in de vingers te krijgen, waarmee men in het Antwerpse stadsbestuur tot nog toe weinig affiniteit heeft. De ring overkappen zou een zeer goede zaak zijn, de democratie redden ook, nietwaar Manu? Het zou dus zeker goed zijn dat Wouter Van Doren en Eva Wolf ook in deze fase hun onderzoekslicht kunnen werpen en dan deze keer niet op ‘de waarde van weerstand’, maar op ‘de waarde van samenwerking’ tussen ‘onder’ en ‘boven’. En vooral ook of de vertegenwoordigers die van ‘onder’ naar ‘boven’ gaan voldoende tweerichtingsverkeer blijven onderhouden met de beweging waaruit ze gegroeid zijn.
Dat gaat zowel op voor wat er nu in Barcelona als in Antwerpen gebeurt. Natuurlijk zijn Manu Clays, Peter Vermeulen en Wim Van Hees geen politici en zeker geen Ada Colau geworden – jammer trouwens, want de politiek zou best veel meer mogen vervrouwelijken – maar ze komen wel in machtscenakels terecht en dat zijn vaak toxische milieus. Burgerplatformen die horizontaal, direct democratisch willen functioneren en die, zoals Ada Colau, toch institutioneel willen werken, zullen daar rekening moeten mee houden. In ‘Assembly’, het laatste boek van Michael Hardt en Tonio Negri, onderzoeken de twee auteurs de opkomst van ‘leiderloze’ sociale bewegingen die in heel de wereld de kop opsteken en waarin ook het probleem van de macht en hoe ermee om te springen zeer uitdrukkelijk aan de orde is. Zij verwijzen ook naar Barcelona en Comú en naar de rebelse steden waar ‘andere’ burgemeesters, vaak met een actieachtergrond, het ambt veroveren.
Jorge Sharpe, de jonge burgemeester van Valparaïso, een rebelse Chileense stad, die aanwezig was op de Fearless Cities conferentie in Barcelona in 2017, zegt daarover: ‘Wij zijn in Valparaïso aan een collectief proces begonnen dat ertoe geleid heeft dat ik aan het hoofd van de stad kwam te staan. Misschien vraagt dat collectief me morgen om een andere rol te spelen. Het gaat over een nieuw type van leiderschap, dat zich uitdrukt rond een bepaalde persoon, maar die in permanent contact blijft met het collectief. Als die band verbroken wordt, komt men terecht in een messianisme waarin de leider alles meent te mogen doen.’
Ada Colau is geen Messias geworden – gelukkig maar – , maar wel lid gebleven van een burgercollectief dat een burgemeester vooruitstuurt van wie men weet of vermoedt dat die met beide voeten op straat blijft staan. Ik ben daar ook gerust in voor wat betreft die drie actievoerders die daar op de 26ste Hortadag naast de BAM-man stonden. Zij dragen elk een behoorlijk zware rugzak aan ervaring mee. De ‘Laten we nooit vergeten vanwaar we komen en waarom we hier zijn’. Dat was de waarschuwing die bij Colau’s aantreden als burgemeester, op een papiertje gekrabbeld, tegen haar kantoordeur hing. Zij is dat niet vergeten en ik ben zeker dat Manu, Peter en Wim dat ook niet zullen doen, maar dat zij, nu méér dan ooit, de kritische steun en de deskundige hulp zullen nodig hebben van de vele medestanders in de Hortazaal en ver daarbuiten op de lange weg die nog moet worden afgelegd. Het is enkel zo dat ‘onder’ en ‘boven’ goed kunnen samenvallen.
Walter Lotens, auteur en actieve Antwerpenaar