Het Thailandse Grondwettelijk Hof heeft dan toch de partij Anakot Maï, ‘Toekomst Voorwaarts’ van Thanathorn Juangroongruangkit, buiten de wet gesteld. Partijleider Thanathorn verontschuldigde zich bij zijn aanhangers en kiezers dat hij zijn belofte een einde te maken aan de militaire heerschappij, niet waar kon maken. Hij wil er blijven aan werken met een “beweging”, terwijl een nieuwe partij op stapel staat.
Voorwendsels
Deze partij was sinds haar succes in de verkiezingen van maart vorig jaar het zwart schaap van de Thailandse generaals. ‘Toekomst Voorwaarts’ is zeer populair onder jongeren, vooral in de steden, die het autoritair bewind van koningshuis en leger beu zijn. De partij voerde ook actie tegen de grote ongelijkheden – Thailand is een van de meest ongelijke landen ter wereld.
“We gaan verder als een beweging” zei Thanatorn die zelf al uit het parlement was gezet. Dat gebeurde onder voorwendsel dat hij voor de verkiezingen van maart 2019 niet zou hebben aangegeven dat hij nog aandelen van een mediagroep had.
De reden die het Hof aangeeft voor het ontbinden van de partij is dat ze een illegale lening had aangegaan van 191 miljoen baht, ca 5 miljoen euro. Die lening kwam van Thanatorn. Dat geld wordt nu in beslag genomen. De 16 leden van de partijleiding mogen 10 jaar niet aan politiek doen. Ze riskeren ook nog strafrechtelijke vervolging. Thanatorn zelf riskeert vijf jaar opsluiting, de anderen drie jaar.
Nieuw
Het argument van de partij dat leningen bij wet niet verboden zijn, werd weggewuifd met het tegenargument dat wat bij wet niet uitdrukkelijk is toegestaan, verboden is… Met het verbod aan politiek te doen, verliezen tien partijleiders ook meteen hun parlementszetel. De 65 andere gekozenen van Toekomst Voorwaarts moeten elders onderdak zoeken. Volgens Thanatorn zijn er echter plannen om onmiddellijk met een nieuwe partij te starten, met een andere naam, een andere leiding, maar dezelfde ideologie.
De ontbinding van de partij komt net voor een debat in het parlement over vertrouwen in de regering. Die staat onder leiding van generaal Prayut Chan-ocha. Die kon alleen maar premier worden omdat het leger de 250 leden mag aanduiden van de Senaat die mee beslist over het premierschap.