Voor wie van cijfers houdt: meer dan 250.000 private huurders in Vlaanderen spenderen meer dan een derde van hun inkomen aan huisvesting. ‘Meer dan 155.000 staan er op een wachtlijst voor een sociale woning. 47 procent van de private huurwoningen is van ontoereikende kwaliteit en 52 procent van de private huurders betalen meer dan een derde van hun inkomen aan huur.’ Dat schrijft Hugo Beersmans die woordvoerder is van de Woonzaak in het gelijknamige boek dat onlangs door EPO werd uitgegeven.
Tja, wat doe je aan zo’n immens groot maatschappelijk probleem vooral als de Vlaamse overheid Oost-Indisch doof blijft? Dan moet er aan de noodrem getrokken worden op een hoger niveau. En dat is intussen ook gebeurd. Er werd een (Europese) zaak van gemaakt onder de naam ‘De woonzaak’ en die gaat niet alleen uit van Vlaanderen, maar wordt gesteund door FEANTSA, de Europese federatie van nationale organisaties – 125 leden uit 30 landen – die werken met daklozen. FEANTSA diende de klacht tegen het falende Vlaamse woonbeleid bij het Europees Comité voor Sociale Rechten in op 17 december 2021 en daarvan is dit boek de neerslag. Het is geen lectuur om vrolijk van te worden, maar een regelrechte ‘j’accuse’ maar dan gesteld in een formele taal die het lezen er niet altijd aantrekkelijker op maakt, maar waar toch heel duidelijk uit blijkt dat de Belgische en voornamelijk Vlaamse overheid met de billen bloot komt te staan. .
Boter op het hoofd, baksteen in de maag
Het riedeltje van de hardwerkende Vlaming die met een baksteen in zijn/haar maag geboren wordt, wordt deskundig doorprikt door de Woonzaak. Hugo Beersman: ‘Het gezegde dat de Vlaming met een baksteen in zijn maag geboren is, verhult slechts dat aan de basis ervan een politieke keuze ligt, namelijk die om eigendomsverwerving aan te moedigen’. (p. 43) In de tekst worden de fundamenten van een structurele wooncrisis zeer helder beschreven. Neen, er zit geen baksteen in de Vlaamse maag, er zijn alleen politici die veel boter op het hoofd hebben. Dat blijkt uit een korte schets van het woonbeleid in België dat zijn wortels kreeg op het einde van de 19de eeuw. Doorheen de volledige geschiedenis van het Belgische en later Vlaamse woonbeleid is er sprake van een volgehouden inspanning tot ondersteuning van de eigendomssector. De christendemocratie (CVP) nam daarin het voortouw met het promoten van de Kleine Landeigendom en met de wet De Taeye (1948) die een premie toekende voor de bouw of de aankoop van een eigen woning. Door de verder gaande federalisering kwam het woonbeleid in handen van de Vlaamse overheid die rustig doorging met het structureel ondersteunen van het verhaal van de baksteen in de maag. Terloops gezegd: die federalisering van het woonbeleid naar Vlaanderen heeft de tendens om de trend naar eigendomsverwerving in de premiewatten te leggen almaar versterkt. Het zogenaamde Mattheuseffect heeft ook in deze sector zijn werk gedaan. Studies wijzen uit dat 53 procent van het totaalbedrag van alle woonsubsidies bij de 40 procent hoogste inkomens terecht komt. Kom maar naar me toe, zeggen de al goed gevulde magen, er kan nog altijd een baksteentje bij. En het resultaat laat zich raden.
Falend woonbeleid
Die decennialange ondersteuning van eigendomsverwerving heeft de financieel kwetsbaren nog meer in een problematische woonsituatie geduwd. Met name ouderen, kinderen, mensen met migratie-achtergrond en mensen met een laag inkomen worden extra hard getroffen door het falend woonbeleid. En aangezien er amper een betaalbaar en kwaliteitsvol aanbod is op de private huurmarkt, is er al zeker geen woonoplossing voorhanden voor mensen die het risico lopen om dak- of thuisloos te worden of die dat al zijn. Hugo Beersman: ‘De Woonzaak is dus geen klacht tegen deze of gene Vlaamse Regering, maar wel tegen het volgehouden Vlaamse woonmodel dat onvoldoende inzet op woonoplossingen voor de meest kwetsbare alleenstaanden en gezinnen. Een groot deel van de Vlamingen woont ontegensprekelijk goed en wordt ook gesoigneerd door onze overheid, maar dat betaalt duidelijk zijn prijs voor mensen die er niet op eigen kracht in slagen om duurzaam eigenaar te worden.’
En om het prentje helemaal duidelijk te maken wordt er even vergeleken met andere Europese landen. ‘Er is historisch gezien te weinig geïnvesteerd in sociaal wonen. Met onze 6 à 7 procent sociale woningen bengelen we in elk geval achteraan het lijstje van West-Europese landen. Bovendien roept men de zelf gecreëerde schaarste nu al in om aan sociaal wonen steeds meer voorwaarden te koppelen.’
Je zou voor minder het schaamrood op de wangen krijgen tenzij je natuurlijk politicus bent die voor de Vlaamse zaak opkomt, maar niet voor de woonzaak voor iedereen.