INTERNATIONALE POLITIEK

Bagdad: hoop houdt ons op de been

Image

Op uitnodiging van enkele kaderleden van de Communistische Partij van Irak (ICP) stap ik op een goedkope nachtvlucht naar Bagdad, waar ik om zeven uur in de ochtend aankom voor een vierdaags bezoek. Ondanks het feit dat ik veel over Irak heb gelezen en het nodige van de wereld heb gezien,  ben ik een buitenstaander. Ik heb bijvoorbeeld geen flauw idee welke namen je beter niet kan noemen om jezelf niet in de voet te schieten. Een land leer je pas echt kennen als je met je voeten in de modder staat. Dat het hoofd van de veiligheidsdienst tienduizend dollar bijdraagt aan de bouw van het nieuwe onderkomen van de Communistische Partij is geen geheim – want is door de Iraakse media bekend gemaakt – maar de naam van mijn begeleider (een ex-ambassadeur met een indrukwekkend persoonlijk netwerk) kan ik beter voor mij houden. Al was het maar om te voorkomen dat zijn blauwe pas die tal van poorten opent, geblokkeerd wordt.     

Rare stad

Neem jij twee flessen whiskey en twee flessen wijn mee als relatiegeschenk? Met Selma werk ik al jaren nauw samen en zij bereidde mijn bezoek voor. Met een goed relatiegeschenk smeed je sterkere banden en toon je respect voor gastvrijheid. ‘Misschien een beetje veel om zonder problemen het land binnen te krijgen’, app ik. ‘Nee hoor,’ antwoordt zij, ‘wij zorgen ervoor dat je door onze kameraden opgevangen wordt voordat je door de douane gaat’.

In de aankomsthal op Bagdad Airport word ik opgevangen door Selma en een kameraad die langjarig ambassadeur van Irak in meerdere Aziatische landen is geweest. Ze heten mij welkom met een omhelzing. Onze ambassadeursvriend beschikt over een blauwe diplomatieke pas en maant het hoofd van de migratiedienst tot spoed.  Met een paginagrote stempel en een ongecontroleerde koffer loop ik de Iraakse februari-ochtend in. Het vriest net niet en vanwege de lage temperatuur zijn scholen en universiteiten gesloten. Scholieren en studenten zitten dan thuis in de kou, de meeste woonhuizen in Bagdad hebben airco noch verwarming.

Met de auto rijden we  langs de ‘Groene Zone’, een gebied van zo’n twintig vierkante kilometer met een hoge muur, voorzien van prikkeldraad met scheermesjes. Die hebben de Amerikanen na hun inval in 2003 opgetrokken, in de ijdele hoop daarmee veiligheid voor zichzelf en de Iraakse elite te creëren. Met zijn uitgestrektheid, de open gaten, het gebrek aan groen en de chaos is Bagdad een typische hoofdstad van een ontwikkelingsland.

Een goede vriend overleed hier twee jaar geleden door een auto-ongeval en nu ervaar ik de verkeerschaos in deze gehavende metropool. Op de weg is het een continue strijd tussen de ruim acht miljoen mensen die in de Iraakse hoofdstad wonen. Er rijden veel meer auto’s dan er plek voor is. De helft van de tijd staan Irakezen in de file, de andere helft willen ze de verloren tijd compenseren door het gaspedaal hard in te drukken. Iets simpels als de straat oversteken heeft hier iets als naar de andere kant van de A10 lopen bij slecht zicht.

We rijden langs oude en nieuwe panden, vaak drie tot vijf verdiepingen hoog, elektriciteitsdraden die als kluwen wol aan palen bevestigd zijn, kantoren, banken, hotels en winkels, heel veel winkels, restaurants en tal van eetstalletjes op straat. Op veel plekken worden nieuwe wegen, viaducten en rotondes aangelegd waar weinig stadsplanning bij aan te pas lijkt te komen. En overal wemelt het van de reclameborden. Zoals gebruikelijk in politiek turbulente landen is er aan politieke en religieuze reclameborden geen gebrek. Op nogal wat borden staan afbeeldingen van religieuze en wereldlijke leiders die voortijdig zijn gaan hemelen omdat zij de afgelopen jaren bij terreuraanslagen van de VS om het leven zijn gekomen, op andere staan mannen – altijd mannen – afgebeeld die een significante bijdrage zouden hebben geleverd aan Allah’s koninkrijk op aarde. Met stip op één het voormalige hoofd van de Iraanse Revolutionaire Garde Soleimani, die samen met de Iraakse veiligheidsman Abu Mahdi al-Muhandis vijf jaar geleden onder Trump-I werd opgeblazen. Dat die aanslag als een ultieme belediging voor de Iraakse veiligheidsdiensten gold, hoeft verder geen betoog. Uit wraak daarvoor werd kort daarna een Amerikaanse evangelist geëxecuteerd door religieuze heethoofden.    

We blijken op weg naar het Coral Baghdad Hotel – in de wijk Al-Jadriya – om in te checken en de bagage te droppen. Om er te komen moeten we over een lange brug die ’s avonds in hippe discokleuren is opgeleukt. Op die manier komen we aan de andere kant van de Tigris die de stad in tweeën splits. Had dat niet wat minder gekund met het hotel, vraag ik. ‘Er is geen middensegment voor hotels in de Iraakse hoofdstad. Of je overnacht voor weinig geld in een setting waar je ’s nachts een miniem risico loopt om door boeven of extremisten uit je bed gehaald te worden of je slaapt voor een prijs van twee keer Van der Valk in een groot bed met voor de deur van het hotel één of meer mannen met kalasjnikovs’, krijg ik als antwoord.

Jongeren bij de politiek betrekken

Na een uur vertrek ik samen met Selma per taxi naar onze eerste afspraak. De taxichauffeur die ons meeneemt blijkt een universitaire opleiding journalistiek te hebben gedaan maar bij gebrek aan connecties nergens aan de bak te komen. ‘En ik verdom het om mijn lippen te stiften om een wit voetje te halen’. Na een rit van twintig minuten zet hij ons af bij Sajad Salem van de Social Democratic Party (SDP). Hij is voormalig kaderlid van de ICP maar bij de verkiezingen van 2022 heeft hij zich als onafhankelijk parlementslid gekandideerd. Met zijn vrouw en zijn driejarig zoontje woont hij in een mooie flat in een ommuurd complex waar je langs de bewaking moet om binnen te komen. We worden verwelkomd door Sajad, zijn vrouw – prachtige hoofddoek die een deel van het haar bedekt – , en de kleine man die aan de tv gekluisterd is. We nemen plaats op het bankstel en raken aan de praat, waarna de dame des huizes zich in de keuken terugtrekt om ons een uur later een copieuze maaltijd voor te zetten.

Sajad is afkomstig uit het zuiden van Irak en komt uit een agrarisch, apolitiek middenklasse gezin. Na zijn opleiding als advocaat raakt hij in 2011 betrokken bij protesten tegen de endemische corruptie en het religieus extremisme en wordt hij twee keer gearresteerd. Bij de grote protesten in 2019 tegen de voortwoekerende corruptie en wanbestuur speelt Sajad een prominente rol in het vreedzaam verzet. Zijn rechtszaak tegen de staat leidt tot bedreigingen van de kant van militante religieuze milities. Meer dan 2.500 rechtszaken worden tegen hem aangespannen en zijn tegenstanders ondernemen pogingen – Sajad is inmiddels tot parlementslid gekozen – om hem zijn parlementaire onschendbaarheid te ontnemen. Wanneer het hem niet lukt om eind volgend jaar herkozen te worden ziet het er slecht voor hem uit, fluistert Selma. Omdat Sajad een sleutelrol speelde in een zaak tegen een een hoge functionaris van de Veiligheidsdienst die een politieke activist vermoord had, kunnen tegenstanders zijn bloed wel drinken. Ik vraag Sajad wat maakt dat hij het bijltje er niet bij neer gooit nu hij ogenschijnlijk in een hopeloze situatie verkeert. ‘Hoewel wanhoop de klok slaat, word ik gedreven door de ambitie om jongeren bij de politiek te betrekken’, antwoordt hij.

Voor we Sajad bezoeken word ik gebriefd door Sadiq Al Sahel van de Iraakse Democratisch-Socialistische Beweging. ‘Formeel vertegenwoordigt Sajad de SPD maar ideologisch en politiek bestaan er geen grote verschillen binnen links in Irak. Interne tegenstellingen hebben meer met ego’s te doen dan met inhoudelijke tegenstellingen en normaal gesproken stemmen linkse en seculiere parlementariërs hun standpunten keurig op elkaar af. Communisten en andere linkse organisaties hebben het imago van ongelovig te zijn maar niet corrupt. De laatste twee jaar lijkt er wat meer ruimte te ontstaan voor vrijheid van meningsuiting in ons land,’ legt hij uit. Al Sahel benadrukt dat Irak stabiel lijkt, maar dat in werkelijkheid niet is. ‘We leven onder een repressief regime; er vinden willekeurige arrestaties plaats en er wordt gemarteld. De buitenlandse schuld is gegroeid van 16 naar 81 miljard dollar. Ook internationaal is de situatie zorgelijk; de VS is gestopt met soft power-projecten en trekken hun handen af van Irak.’ De VS maakte een puinhoop van Irak, legt Al Sahel uit, en laten nu een rotzooi achter die ze zelf hebben gecreëerd.  

‘Zo’n 15 families maken hier de dienst uit en zijn sturend binnen een netwerk van zo’n 60 milities (Irak’s ‘deep state’). Die hebben het ook voorzien op digitale activisten en houden zo de bestaande orde, of beter gezegd wanorde, in stand. Van onze 329 parlementariërs staat slechts een handjevol los van de religieuze partijen, die in veel gevallen voor onvrijheid en corruptie staan. Door de corruptie en het wanbestuur keren steeds meer mensen zich af van de politiek; bij de verkiezingen van 2023 ging slechts 20 procent van het electoraat naar de stembus.’

Eerbetoon

In de middag is er een culturele manifestatie in het prestigieuze pand van de nationale architectenvereniging. Naar verluid zal iedereen die er in de seculiere politiek en de cultuursector toe doet daarbij aanwezig zijn. Aan asbakken geen gebrek, in Irak wordt gerookt als in Hollywoodfilms uit de jaren ’50. Het drinken van alcohol daarentegen is uitgerekend de laatste paar maanden stevig aan banden gelegd. ‘Officieel in het kader van islamitische wetgeving maar dat is allemaal flauwekul’,  aldus de ex-ambassadeur die mij begeleidt. ‘De werkelijke reden is dat politie en justitie een groot financieel belang hebben bij de illegale verkoop van bier en sterke drank. Maar drugs zijn een veel serieuzer probleem, niet alleen het gebruik, maar ook de productie en de export van het spul. Chrystal meth is de afgelopen tijd big business geworden en het aantal verslaafden neemt hand over hand toe terwijl de autoriteiten totaal in de ontkenningsmodus zitten.’

Terwijl wij gemoedelijk in de hal zitten vult die zich gestaag met bezoekers die doorlopen naar de grote zaal. De meeste aanwezigen zijn op leeftijd en lijken elkaar te kennen. Onder de belangstellenden ook meerdere klerenkasten met oortjes, die een aantal ramen blinderen die buitenstaanders het zicht op binnen moeten ontnemen. Het gerucht gaat dat de president in aantocht is, maar dat blijkt bij nader inzien niet het geval. Wij moeten het doen met de minister van Buitenlandse Zaken, die aan mij wordt voorgesteld en mij vertelt dat hij Nederland buitengewoon erkentelijk is voor het feit dat hij en zijn familie daar onderdak hebben gekregen nadat Saddam Hoessein in de jaren ’70 dood en verderf zaaiden onder Iraakse communisten en democraten.      

De culturele manifestatie die in de centrale ruimte plaatsvindt staat in het teken van de herdenking van Mukram Al Talabani, Koerd van origine, die als lid van het Centraal Comitee van de Communistische Partij en minister van Irrigatie en Transport een belangrijk stempel heeft gedrukt op de onafhankelijkheid en de economische ontwikkeling van Irak in de jaren ’60 en ’70. Een panel van vier mannen onderstrepen diens historische verdiensten, waarna zijn stokoude zus met horten en stoten een eerbetoon voorleest om de herinnering levend te houden aan deze iconische figuur die de maand daarvoor op de leeftijd van 101 jaar de geest heeft gegeven. In de zaal zo’n 150 aanwezigen, waarbij de voorste rij vrijgehouden is voor partijleiders en de buitenlandse gast die beschikken over een voorzettafeltje met een watertje, een bloknoot en een pen. Camera’s en schrijvende pers leggen het gebeuren vast en de dag erop zie ik mezelf heel klein op een overzichtsfoto op de achterpagina van de partijkrant, wat in de Arabische wereld de voorpagina blijkt te zijn.    

We sluiten de dag af met een etentje in restaurant Bet Halab, waar een tiental leden van het Centraal Comité in een aparte ruimte aan een ronde tafel bijeen zijn om met mij van gedachten te wisselen. Ook hier zijn de meeste aanwezigen op leeftijd maar ook zijn er enkele jongere professionals. De partijvoorzitter stelt mij de aanwezigen voor, waarbij hij zichzelf en mij bij wijze van respect overslaat. Een van de aanwezigen geeft aan dat ‘communist’ voor ‘intellectueel’ staat en intellectueel in Irak synoniem is voor communist. Voor mij een mooi bruggetje om te informeren hoe communist zich hier verhoudt tot de werkende mens, want met enkele tienduizenden kiezers op een stedelijke bevolking van 8 a 9 miljoen zielen lijkt mij dat er op dit vlak nog een wereld te winnen is. Want het is natuurlijk prachtig dat de partij drie keer per week een krant uitbrengt (‘De Weg van het Volk’) en tweemaandelijks zowel een wetenschappelijk als een cultureel tijdschrift (en dat laatste al zestig jaar, zonder één enkele onderbreking!), maar uiteindelijk gaat het communisten om het succesvol mobiliseren van de volksmassa’s, toch? Onder het eten hebben we een verhelderend en aangenaam gesprek waarin ik uitleg hoe een partij als de SP in Nederland de massalijn tracht toe te passen. Ervan uitgaande dat de grote meerderheid van de mensen geen auto heeft en het oversteken van de weg een beproeving is, leg ik hen de vraag voor of het bijvoorbeeld geen idee zou zijn om samen met bewoners van de hoofdstad actie te voeren voor de aanleg van een paar zebrapaden. Wat volgt is gegrinnik. Veel vragen krijg ik niet; mijn verhaal over hoe je je als partij met de mensen verbindt rond alledaagse en meer strategisch gekleurde vraagstukken lijkt ter kennisgeving aangenomen te worden.

 Sjeik van deze tijd

De volgende ochtend gaan we lopend op weg naar het kantoor van sjeik Humam Hamoodi, die na de val van Saddam de commissie leidde die de nieuwe grondwet opstelde die in 2004 met steun van 80 procent van de keizers werd aangenomen. Ook het strak wit geschilderde verblijf van de sjeik – met op de binnenplaats meerdere imposante nieuwe 4×4 ‘stationwagons’ – ligt in een stuk van de buurt waar je niet zomaar naar binnen loopt.

Bij binnenkomst in het fraaie onderkomen van de sjeik begroeten de ex-ambassadeur en de sjeik elkaar hartelijk. Ons wordt verzocht plaatst te nemen in de ruime ontvangstzaal. Ik krijg een mooi gedecoreerde stoel aangeboden naast de sjeik, terwijl mijn begeleiders en mensen van de persdienst op sofa’s aan beide lange zijden van de zaal gaan zitten. Sjeik Humam heet mij welkom en zegt zich op het gesprek te verheugen. Naar zijn zeggen heeft hij zijn huiswerk gedaan en zich grondig verdiept in de Nederlandse SP. ‘In het kort,’ zo steekt hij van wal, ‘wil ik u complimenteren met uw beginselprogramma ‘Heel de Mens’ en de politieke standpunten van uw partij. Want ik moet bekennen dat ik bij het lezen weinig tegen ben gekomen waar ik mij niet in kan vinden. En aan mijn Iraakse vriend zou ik willen zeggen ‘Doe daar jouw voordeel mee want het laat zien dat linkse partijen niet per se in het idioom en de gedachtewereld van de jaren ’50 hoeven te blijven hangen. Tegelijkertijd zou ik van mijn eerbiedwaardige gast graag willen weten hoe het komt dat zijn partij electoraal zoveel verloren heeft de afgelopen twintig jaar.’ Ik dank de sjeik voor zijn vriendelijke woorden en maak hem een compliment vanwege zijn grondige voorbereiding van het gesprek. Met betrekking tot de vraag over de electorale achteruitgang van de SP wijs ik op de mentale transformatie die het neoliberalisme teweeg heeft gebracht (‘Ikke, ikke, ikke’ in plaats van ‘Een voor allen, allen voor één’), de doorbraak van extreemrechts, de braafheid en aangepastheid van links en haar onvermogen om rond migratie, klimaat en gender steun onder brede lagen van de bevolking te genereren.

Met de voormalig ambassadeur praat ik na afloop uitgebreid door over zijn connectie met de sjeik. Naar zijn zeggen spelen leeftijdsgroepen en persoonlijke relaties tijdens de studententijd een belangrijke rol in het menselijk verkeer. De sjeik en hij hebben dertig, veertig jaar geleden aan dezelfde elite universiteit in Groot-Brittannië gestudeerd, wat een band voor het leven heeft gesmeed. En dat de broer van de sjeik tot dat deel van de sjiitische geestelijkheid behoort dat open staat voor samenwerking met linkse en seculiere krachten is voor hem als communist een extra motief om de oude relatie met de sjeik te onderhouden. De impact daarvan op maatschappelijke en politieke ontwikkelingen zou groot zijn. Zo zouden het hoofd van de staatsveiligheidsdienst en voormalig minister-president Mustafa Alkadhimi een maandsalaris (10 duizend dollar) af hebben gestaan voor de bouw van het nieuwe hoofdkwartier van de Communistische Partij.   

Tegenwind

’s Middags volgen één uur gesprekken met vertegenwoordigers van vakbonden, NGO’s, studenten en vrouwen. We spreken over de alomvattende corruptie, het religieus sektarisme, de angst voor ongelovigen, de protesten tegen maatschappelijk problemen, de repressie en het bloedvergieten door milities en veiligheidstroepen die in 2019 en 2020 meer dan 300 – vooral jonge – antiregeringsactivisten hebben doodgeschoten en een veelvoud van hen hebben verwond. Opvallend weinig wordt er gesproken over de VS-invasie van 2003 die niet alleen het Saddam-regime maar de structuren van de Iraakse samenleving vernietigde en uiteindelijk uitdraaide op een systeem van machtsdeling tussen sjiieten, soennieten en Koerden ‘die van elkaar afkeken hoe je als elite je zakken vult, de onderkant eronder houdt en de nationale onafhankelijkheid te grabbel gooit’, zoals één van mijn gesprekspartners het kernachtig samenvat.     

Qua vakbonden is de situatie weinig rooskleurig; de organisaties zijn volgens mijn begeleiders ‘van karton’. In het gesprek met vertegenwoordigers van twee vakbonden die beiden bij Europese vakbondskoepel ETUC zijn aangesloten, lukt het mij niet om de verschillen helder te krijgen. Wel weten zij de problemen die zich voordoen op het vlak van arbeid helder te benoemen. Zo komt Irak voor op een kort VN-lijstje uit 2024 van ‘foute landen’ waar het aan arbeidswetgeving ontbreekt. De werkloosheid is hoog – boven de 20 procent – en het gemiddeld salaris ligt op 210 dollar per maand. De 5 miljoen werknemers in de private sector zijn er financieel slechter aan toe dan de één derde van de beroepsbevolking die voor de overheid werkt. Voor die werknemers geldt dat wie ziek is niet doorbetaald krijgt en onbetaald overwerk eerder regel dan uitzondering is.

De twee mannelijke studenten die mij bijpraten – Abdullah en Ayub –  zijn energiek en hebben gevoel voor humor. Maar optimistisch zijn de vertegenwoordigers van de verboden Studenten Unie van communistische signatuur niet. ‘Veel jongeren zijn gefrustreerd omdat de protesten van 2019 zo weinig uitgehaald hebben. De regeringspartijen met hun milities hebben hun grip op de universiteiten recent versterkt, wat maakt dat de vrijheid van meningsuiting nog verder wordt ingeperkt. Ook buiten de onderwijsinstellingen worden wij in de gaten gehouden,’ zegt Abdullah.

Vanwege politieke of religieuze redenen kun je zomaar van je opleiding verwijderd worden. Zelfs een vage aanklacht over schending van kledingvoorschriften kan je de kop kosten.

Ook commercie verziekt het Iraakse onderwijssysteem, leggen de studentenleiders uit. ‘Verplichte private bijlessen en bijscholing nemen hand over hand toe. Nogal wat docenten slaan daar een slaatje uit. Het hoger onderwijs in Irak stond tot voor kort hoog aangeschreven maar dat is inmiddels verleden tijd. Privé universiteiten, geld witwassen, diploma’s verkopen – een PhD kost je 10 duizend dollar, inclusief officiële inschrijving van de academische kwalificatie bij het ministerie van Onderwijs –, zijn de nieuwe realiteit. Het gros van de studenten wil arts of apotheker worden omdat je daar goed mee verdient. Je studeert voor je papiertje en als je dat hebt, heb je feitelijk een baangarantie voor de rest van je leven. Er zijn momenteel 6 duizend afgestudeerde apothekers, die vrijwel allemaal onderhandse prijsafspraken maken met artsen en specialisten.’

Deze ontwikkelingen zijn funest voor het academisch niveau van veel universiteiten. ‘Een decaan van ons zei onlangs dat ons academisch systeem het product ‘analfabetisme’ op de markt zet,’ aldus Abdullah. ‘Naar schatting een kwart van de bevolking kan vandaag de dag niet of nauwelijks lezen en schrijven.’ ‘Mag ik een foto van jullie maken?’, vraag ik aan de beide studenten. ‘Ja hoor,’ antwoordt Abdullah, ‘wij zijn toch al bekend, dus dat kan geen kwaad.’ ‘Ja, jij hebt makkelijk praten’, reageert Ayub lachend, ‘want jij hebt al je vakken gedaan, terwijl ik er nog drie moet doen.’

Repressieve shariawetgeving

De Iraq Women League is in 1952 opgericht en maakt zich sterk voor wetgeving tegen huiselijk geweld, recht op onderwijs en op gezondheidszorg. Haar inzet is hard nodig omdat Irak nog steeds een macho maatschappij is; ook binnen de meeste progressieve en seculiere organisaties zijn mannen dominant. In weerwil van de formele gelijkberechtiging tussen vrouwen en mannen, is het stamrecht in hoge mate bepalend voor de inferieure positie van vrouwen. Vrouwen dienen bij gelegenheid als wisselgeld als het gaat om het oplossen van disputen tussen verschillende stammen. ‘Steden worden dorpser, in de zin van meer bekrompen en door religie gedomineerd. Mannen en vrouwen worden klein gehouden om te voorkomen dat mensen hun rechten opeisen en de positie van de elite ter discussie stellen’, aldus Fatima, een door de wol geverfde feministe op leeftijd. ‘Sinds 1959 zijn er door islamisten 27 pogingen gedaan om de grondwet te wijzigen. Na 26 mislukte pogingen slaagden zij er vorig jaar in om artikel 188 van de constitutie te herzien. Daarmee worden de rechten van vrouwen en kinderen ondergeschikt gemaakt aan de sharia-wetgeving. Zo worden kindhuwelijken vanaf 9 jaar legaal. Positief is wel dat we daar het afgelopen jaar met 150 organisaties actie tegen hebben gevoerd en ook internationaal veel steun voor onze zaak hebben weten te genereren.’  

Na de Amerikaanse invasie werd in 2004 een nieuwe, progressieve grondwet opgesteld. Ook vanuit de academische wereld, advocaten en moeders van slachtoffers van politieke repressie was daar veel steun voor. Maar vanuit religieuze hoek kwam daar fel verzet tegen. Toch geeft Marwa, een jonge vrouwelijke advocaat, de feministische strijd niet op. ‘Hoewel we vorig jaar een belangrijke slag verloren hebben, is het niet alleen maar kommer en kwel. Zo hebben we weten te voorkomen dat de vrijheid van meningsuiting ingeperkt werd. Ook hebben we goed samengewerkt met Koerdische organisaties, hoewel de patriarchale wetten niet gelden in hun autonome gebieden.’

Als advocaat is Marwa sinds 2017 betrokken bij de stichting ‘Voor haar’. ‘Aan universiteiten en hogescholen voerden we strijd tegen het beruchte artikel 188, waarna de overheid het werk van onze stichting binnen onderwijsinstellingen voor hoger onderwijs verbood.’ Voor Marwa is het conservatieve wereldbeeld dat achter deze aanvallen op vrouwenrechten zit duidelijk: ‘De reactionairen willen vrouwen terug achter het aanrecht. Het brede publiek proberen zij aan hun kant te krijgen met kletsverhalen dat het aan feministische vrouwen te wijten zou zijn dat steeds meer echtelieden scheiden.’

Mohamed Jumaa, ook advocaat, vult haar aan: ‘De constitutionele aanpassingen in het kader van artikel 188 ondermijnen de rechten van vrouwen op tal van vlakken. Zo wordt de minimum huwelijksleeftijd verlaagd van 18 naar 15 jaar, wordt het erfrecht van vrouwen afgeschaft, is de man bij scheiding alleen nog maar verplicht om alimentatie te betalen als zijn ex-partner hem seksueel ter wille is en worden tijdelijke huwelijken wettelijk toegestaan. Kinderen zijn niet langer vrij om te breken met de religieuze traditie waarin zij zijn opgegroeid. Op verzet tegen die achterlijke wetswijzigingen wordt vanuit religieuze hoek heftig gereageerd. In de stad Najaf zijn vrouwelijke activisten fysiek aangevallen en ook in andere steden hebben activisten te lijden onder intimidatie. Internationale pressie om artikel 188 in te trekken is belangrijk omdat de Iraakse staat daar erg gevoelig voor is omdat zij een slechte reputatie heeft op het vlak van naleving van internationale verdragen.’  

Neoliberalisme als doodlopende weg

Onze voormalige ambassadeur heeft een afspraak voor mij gemaakt met dr. Muther Mohamed Salh, de adviseur minister-president die thuis herstellende is van een operatie ‘nieuwe heup’. ‘Bereid je maar voor op een gastcollege,’ laat hij weten, ‘want dr. Muther is een wandelende bibliotheek.’ Onbewust bereid ik mij voor op een ontmoeting met een man die blijkbaar meer met cijfers dan met mensen heeft, maar daar vergis ik mij in. De oprit van zijn huis blijkt bezaaid met kinderspeelgoed, en samen met zijn kleinzoon wacht Muther ons op.

Terwijl zijn kleinzoon ons thee inschenkt, neemt onze gastheer de tijd om ons een beetje te leren kennen. Daarna begint hij inderdaad aan een monoloog over de situatie van Irak. ‘De olieproductie, de spil van onze economie, draait momenteel op zo’n 50 procent van onze capaciteit en maakt 90 procent van de overheidsinkomsten uit. De helft van die inkomsten gaat naar salarissen van de één derde van de beroepsbevolking die voor de overheid werkt, het overige deel gaat naar de import van luxe goederen uit de westerse wereld en uit Azië. Rond de 70 procent van de bevolking is arm, zo’n 23 procent van de beroepsbevolking is werkloos en het percentage werkende vrouwen wordt op 30 procent geschat. Zo’n 4 miljoen ambtenaren, 3 miljoen gepensioneerden en 2,2 miljoen uitkeringsgerechtigden zijn financieel afhankelijk van steun van de overheid. Buiten olie produceert Irak vrijwel niets voor de internationale markt en de productiviteit van werknemers ligt schrikbarend laag; gemiddeld werkt een Irakees in overheidsdienst minder dan een half uur per dag. Niet omdat ambtenaren lui zijn maar omdat de structuren in ons land niet naar behoren functioneren.’

Met een groeiende, jonge bevolking zijn nieuwe banen van groot belang voor de stabiliteit en ontwikkeling van Irak, zegt dr. Muther. Minstens een half miljoen arbeidsplekken per jaar zijn er nodig om de bevolkingsgroei van 2,6 procent per jaar op te vangen, maar die zij er niet, door toedoen van de bezettingsmacht na de invasie en de vijftien families die dit land besturen. In plaats daarvan geven zij de vrije markt ruim baan. ‘De overheid heeft geen ontwikkelingsplannen en het ontbreekt haar aan capaciteit om de gewenste publiek-private investeringen in de productieve sector – met name het midden- en kleinbedrijf – te doen.’

De neoliberale logica is in Irak dominant: de overheid volgt de economie in plaats van dat ze aan het stuur zit. Zo wordt er geen kapitaal geaccumuleerd en geïnvesteerd, en vindt er op grote schaal kapitaalvlucht naar het Westen plaats. ‘Ons land heeft grote behoefte aan investeringen vanuit Europa, de Golfstaten en Turkije, maar die komen er niet vanwege de corruptie en de politieke instabiliteit’, zegt Muther. ‘Door de economische malaise zijn steeds meer Iraakse families financieel afhankelijk van geldovermakingen uit het buitenland. De economische stagnatie is funest voor de werkende klasse. Je kunt er dan ook de klok op gelijk zetten dat de jonge generaties de komende jaren opnieuw in opstand komen, net als in 2019 gebeurde.’  

Waarin moet geïnvesteerd worden? Dr. Muther lepelt zonder aarzelen zijn prioriteitenlijst op: supergoedkope ‘hypermarkts’, waar noodzakelijke boodschappen gedaan kunnen worden; het opzetten van een farmaceutische industrie, de productie van reserveonderdelen voor machines en infrastructuur voor de bouw. Om politieke steun hoeft dr. Muther niet te bedelen: de minister-president ‘staat vierkant achter mijn opvattingen’.

Tot slot: de macht van het getal

De vraag hoe links zich verhoudt ten opzichte van de macht is sterk afhankelijk van het type maatschappij. Binnen kapitalistische hoog ontwikkelde West-Europese samenlevingen met hun anonieme bureaucratische beheersstructuren, doet de macht van het getal ertoe. Partijen die bij verkiezingen weinig stemmen en zetels weten te bemachtigen, zijn al snel irrelevant. In het beste geval worden zij sympathiek gevonden, maar vaak slaan zij geen deuk in een pakje boter.

Voor links in het Midden-Oosten en delen van Azië en Latijns-Amerika liggen die verhoudingen anders. In een land als Irak, waarin patronageverhoudingen van grote invloed zijn, spelen persoonlijke en familiaire banden een aanzienlijke rol in de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Dat gold niet alleen voor de samenwerkingsprojecten tussen nationalisten en communisten tijdens de dekolonisatieperiode maar ook in de actualiteit.

De afgelopen 90 jaar heeft de Communistische Partij van Irak een rol van betekenis gespeeld die ver uitreikt boven de getalsmatige electorale steun waar zij op terug kan vallen. Dit is mede te danken aan de denkkracht, het strategisch kapitaal en de internationale netwerken waar de organisatie over beschikte en deels nog beschikt. Tegelijkertijd vormt de beperkte getalsmatige en organisatorische kracht van de organisatie haar achilleshiel. Wanneer machthebbers – zoals Saddam Hoessein destijds –  de organisatie als een bedreiging gaan ervaren, blijkt de partij buitengewoon kwetsbaar voor vervolging en repressie. Elke oudere communist in Irak kan jou een lijstje namen geven van partijgenoten die het slachtoffer zijn geworden van het repressieapparaat van Saddam’s Baathpartij en de leidende elites van de afgelopen twintig jaar. Alleen al om die reden is het zaak dat de communisten zich praktisch weten te verbinden met de werkende en werkloze massa’s en breken met de traditie van het louter verspreiden van de blijde boodschap van het socialisme. Nadenken is belangrijk, maar op doen komt het aan. Ook in Irak.    

Hans van Heijningen / bron jacobin.nl  

Relevant

Midden-Oosten draagt escalerende gevolgen van Gaza-oorlog

Het aanhoudende Israëlisch geweld tegen Gaza zorgt voor heel wat militaire en economische ‘nevenschade’ met groeiend gevaar op escalatie. Op de acties van de Ansar Allah-rebellen (bekend als de…

Westers stilzwijgen over zoveelste Turkse invasie in Noord-Irak

Op 18 april 2022 startte Turkije een nieuwe grensoverschrijdende militaire operatie tegen de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) in Noord-Irak (Zuid-Koerdistan of ‘Bashur’ in het Koerdisch). Turkse gevechtsvliegtuigen zouden al meer…

De Amerikaanse oorlogen hebben sinds 9/11 minstens 38 miljoen mensen op de vlucht gejaagd

Volgens het “War Costs”-project van het Watson Institute bij de Brown University in de VS hebben de “Wars on Terror” voor zeker 38 miljoen vluchtelingen gezorgd. Verleden jaar, in…

Laatste bijdrages

Guatemala: een machtsstrijd

Wat vooraf ging In augustus 2023 grepen nationale verkiezingen plaats in Guatemala en in oktober de tweede ronde. Onverwachts kwam een kleinere sociaaldemocratische partij als overwinnaar uit de stembussen.…

Kapitaal en de AfD 

Tachtig jaar na de Tweede Wereldoorlog kan je opnieuw de vraag stellen: hoe staat het Duitse Kapitaal tegenover extreemrechts? Indertijd hielp het Hitler aan de macht, en sindsdien zwaaien…

De gelaagde oorlog van Trump

De tarieven van Trump zijn een poging een reëel probleem van het Amerikaans kapitaal op te lossen. De hegemonie van de VS steunt op financiële macht, technologische kennis en…

Palestina begrijpen

You May Also Like

×