De Spaanse premier Jose Maria Aznar heeft zich tegen de overgrote meerderheid, 90 procent, van zijn eigen bevolking in het oorlogskamp geschaard. Hij kreeg de grootste vredesbetogingen van alle bondgenoten van Bush te verduren. Hij kreeg tegenwind van de kerk en binnen zijn eigen partij.
Wat bezielt Aznar dat de vriendschap van de Amerikaanse leiders hem meer waard is dan de eigen bevolking, vooral daar hij bij de verkiezingen van volgend jaar zelf geen kandidaat meer is? De krant El Pais schrijft dat dit volgt na een lang proces, "resultaat van een psychologie bestaande uit een gecomplexeerd nationalisme, een dosis wantrouwen tegenover Europa en de kritiekloze aanbidding van de VS die zo typisch is voor een bepaalde Spaanse rechterzijde". Aznar denkt dat de VS hem zullen helpen Spanje in de eerste divisie van de wereldpolitiek te loodsen. "Maar hij riskeert van Spanje een Kleenex-land te maken, zo van ‘ik neem u, ik werp u weg’".
Jordi Pujol, de premier van de Catalaanse regering, denkt ook dat Aznar hoop dat de VS Spanje een grotere rol in de wereld zullen toebedelen. "Hij wil Spanje uit het peloton naar de kopgroep halen. Op Frankrijk en Duitsland en Europa in het algemeen moet hij immers niet rekenen. Vergeet ook niet dat Aznar niet erg Europagezind is".
Aznar hoopt onder meer dat de Amerikaanse vrienden hem als tegenprestatie in die exclusieve club van de G loodsen, nu nog G8, met Aznar erbij G9. Maar er meer dan dat die persoonlijke ambitie in het spel: Aznar is een van die leiders die aanvaarden dat het Europese kapitalisme zich schikt naar de wensen van het veel machtiger Amerikaans kapitalisme dat in ruil bij voorbeeld Spaanse ondernemers laat meespelen in Latijns Amerika.
"Misselijkmakend"
Aznars slaafse houding stuit de overgrote meerderheid van de Spanjaarden tegen de borst. Een van de bekendste Spanjaarden, openbaar aanklager Baltasar Garzon, schreef daarover in de krant El Pais een striemende aanklacht aan Aznars adres.
« Ik heb dikwijls de indruk, mijnheer de regeringsleider, dat we niet meer te maken hebben met politici in de klassieke betekenis van het woord, maar met vochtige stenen muren met een misselijkmakend gebrek aan gevoelens ». Die zin komt uit de tribune verschenen in de Spaanse krant El Pais van rechter Baltasar Garzon die wereldbekendheid kreeg met zijn aanklacht tegen o.a. Pinochet.
‘Stop, José Maria Aznar’, luidt de boodschap van Garzon die in bijzonder scherpe bewoordingen de politiek van Aznar en compagnie aanklaagt. Wat bezielt iemand als de Spaanse premier om in te gaan tegen de overweldigende meerderheid van de Spanjaarden? « Ik herinner me niet ooit zoveel cynisme te hebben meegemaakt bij politici die niet aarzelen de media te manipuleren, die de mensen trachten in verwarring te brengen door te schermen met hun veiligheid, terwijl ze de mensen bombardere n met leugens en halve waarheden ». Basta ya, het is genoeg, schreeuwt Garzon het uit.
Garzon heeft het over de strijd die moet worden gevoerd tegen het geweld van regeerders die elke dag blijk geven van hun misprijzen voor degenen die hen hebben gekozen. En dat allemaal in naam van een nachtmerrie die opgezet is door een van hen. De parlementsleden van uw partij (de rechtse Partido Popolar) volgen u blindelings, maar uw partijmilitanten en kiezers zijn erg bitter gestemd, zegt Garzon aan Aznars adres.
Waarom doet Aznar zoiets? Is het omdat Washington hem zou beloofd hebben dat Spanje dan kan worden opgenomen in de exclusieve club van de G8 (dan G9) waarvan de Fransen, Italianen, Duitsers, Britten en Russen deel uitmaken? Aznar is bij de verkiezingen volgend jaar gene kandidaat-premier meer, hij moet zich niets meer aantrekken van de kiezers, wat al duidelijk bleek met zijn aan pak van de milieuramp na het zinken van de Prestige.
Garzon : « Bent u gedreven door de ambitie erkend te worden als een groot staatsman? Is het om het terrorisme te bestrijden? Ik schend zeker het beroepsgeheim niet als ik zeg dat daar geen enkel bewijs voor is… Om de mensenrechten te doen eerbiedigen? Saddam Hoessein heeft die op grote schaal geschonden. Maar waarom dan niet praten over de grove schendingen die de Amerikanen begaan tegenover de gevangenen op hun basis van Guantanamo, in de VS zelf, in Afghanistan en Pakistan… De massavernietigigingswapens met een oorlog elimineren? Dat argument is kinderachtig. Het enige dat die oorlog meebrengt is het kelderen van de internationale legaliteit, terwijl het integristisch terrorisme zal toenemen. »
Het zijn slechts enkele korte en ingekorte citaten uit een lange weldoordachte tekst die vooral onderstreept hoe leiders die de mond vol hebben over democratische waarden die moeten verdedigd worden, die waarden verkrachten door geen enkele rekening te houden met wat de eigen bevolking wil. Wat voor Aznar geldt, gaat evenzeer op voor Blair, Berlusconi en zoveel andere Europese regeringsleiders die het Amerikaans imperialisme voorrang geven op de wil van de eigen bevolking.
De patriotten van ‘New’ Labour
Tony Blair mikt nu op de patriottische gevoelens van veel Britten om our boys die in de oorlog strijden, te ondersteunen.
Dat alleen al bevestigt nogmaals de volledige degeneratie van New Labour. Want al is er reactie van een grote groep Lagerhuisleden, toch valt de slaafsheid op waarmee de meerderheid van de parlementsleden en van de instanties van Labour de oorlogszuchtige politiek van Blair-Bush volgen.
Het is opvallend dat van de ‘prominenten’ alleen Robin Cook uit protest uit de regering stapt. Cook die nochtans moeilijk als een linkse rakker kan worden omschreven, wel integendeel. Cook was inzake Kosovo en andere conflicten op de Balkan in alle opzichten een havik. Hij was de man die als minister van Buitenlandse Zaken zei een ethisch beleid te willen voeren, maar er geen graten in zag wapens te leveren aan dictaturen als die van Soeharto.
Dat onderstreept in feite hoe de meerderheid van de Labour instanties erg volgzaam zijn in het voeren van een New Thatcher beleid. Het gros van de Labour nomenklatura laat zich weinig gelegen aan de overgrote meerderheid van de Britten die alleszins vóór het begin van de oorlog tegen die oorlog waren gekant. Labour moet nu een beroep doen op een bijzonder reactionair patriottisme om de meubels te redden. Nieuw is dat niet, het gebeurde ook al in 1914 toen bijna alle sociaal-democratische leiders de oorlogszucht van hun eigen bourgeoisie gingen steunen en zo hun steentje bijdroegen tot een van de grootste drama’s van de vorige eeuw.
(Uitpers, nr. 40, 4de jg., maart 2003)