China wil meer gelijkheid
‘Vorig jaar bedroeg de ongelijkheid van inkomens in China 0,474. Volgens de VN is het voor een maatschappij gevaarlijk als de Gini-coëfficiënt, het cijfer dat gebruikt wordt om de inkomensongelijkheid te meten, de grens van 0,4 overschrijdt.’ Dit heeft het Chinese Bureau voor de Statistiek in januari gemeld. De ongelijkheid bedraagt nu ongeveer evenveel als in 2003, nadat ze in 2009 piekte. Het is de eerste keer in tien jaar dat er officiële cijfers gepubliceerd werden; de statistische cijfers waren tot nu toe onvoldoende coherent om betrouwbaar te zijn. Wegens de jarenlange zeer hoge ongelijkheid moest er nu echt iets gebeuren om de kloof tussen arm en rijk in de Volksrepubliek te dichten. De ongelijkheid is een van de grote kwesties in China die burgers woedend maakt en politici wakker houdt. Zoals verder zal blijken is het ook een van de problemen die moeilijk op te lossen zijn omdat ze de overheid in een catch-22 situatie brengen.