27 januari van dit jaar markeerde de 75ste verjaardag van de bevrijding van het concentratiekamp Auschwitz door de Sovjetroepen (27 januari 1945). Prominenten spraken hun afkeer uit voor de gruwel. Wat zelden genoemd wordt door de media, is het feit dat het concentratiekamp een centrale rol heeft gespeeld in de bloei van de particuliere onderneming IG Farben-Bayer.
Het krachtigste Duitse bedrijfsimperium ontstond in de eerste helft van de 20ste : de “Interesse Gemeinschaft” (IG) Farben, een associatie van gemeenschappelijke belangen in de chemiesector. Het was niets meer dan een krachtig kartel van BASF, Bayer, Hoechst, Agfa en andere Duitse chemische bedrijven.
Hitler
IG Farben was de grootste donor voor de verkiezingscampagne van Adolf Hitler. Een jaar voordat Hitler de macht greep schonk IG Farben 400 duizend Rijksmark aan de nazipartij. Dienovereenkomstig was IG Farben na de machtsovername van Hitler een belangrijke motor voor de Duitse verovering van de wereld, de Tweede Wereld Oorlog.
Alle explosieven en synthetische benzine kwamen uit de fabrieken van IG Farben. Telkens wanneer de Duitse Wehrmacht een ander land veroverde volgde IG Farben, waarbij systematisch de industrieën van die landen door de Duitse chemiereus werd overgenomen.: onder meer in Oostenrijk, Tsjechoslovakije, Polen, Noorwegen, Holland, België, Frankrijk.
Het was niet de psychopaat Hitler of ‘de’ specifieke genen van het Duitse volk die de Tweede Wereldorlog tot stand brachten. De economische hebzucht van bedrijven als Bayer, BASF, Hoechst en Farben waren de sleutelfactor bij het tot stand brengen van de Holocaust.
Na de Eerste Wereldoorlog werden alle grote chemische concerns samengevoegd in 1926 tot een gigantisch conglomeraat, de IG Farben industrie AG, onder leiding van Carl Duisberg en Carl Bosh. Ze produceerden op grote schaal kleurstoffen, geneesmiddelen, fotografische benodigdheden, synthetische ammoniak voor kunstmeststoffen. Snel bleek echter dat deze ontwikkelingen ook nuttig waren voor oorlogstoepassingen, voor het aanmaken van explosieven en andere producten. De bedrijfsleiders realiseerden zich dat onderlinge samenwerking de beste oplossing was om de Duitse politiek te beïnvloeden
overheidssteun
Kort na de verkiezingen van juli 1932, waarin de nazi’s hun stemmenaantal hadden verdubbeld, lobbyden bestuurders van IG Farben – waaronder ook een SS officier – voor overheidssteun betreffende hun programma voor kunstmatige benzine in geval de nazi’s de macht zouden overnemen. Hitler was er snel mee eens dat IG Farben de nodige steun moest krijgen om de uitbreiding van de Leuna-fabriek te rechtvaardigen.
Hitler slaagde in een relatief korte tijd om één van de sterkste legers ter wereld te creëren. Dit zou echter nooit gelukt zijn wanneer hij geen steun zou hebben gekregen van een aantal belangrijke Duitse en buitenlandse industriëlen.
Na de machtsovername verloor Farben geen tijd, het door Farben gekozen kanaal was het door Goering geleidde Luchtmacht ministerie. In een lang en uitvoerig schrijven naar Goerings vice minister van de Luchtmacht Erhard Michel, beschreef Carl Krauch van IG Farben een vierjarenprogramma voor de uitbreiding van de synthetische brandstof. Daarop werd overeengekomen dat het leger en het luchtmachtministerie samen het Krauch-project zouden sponsoren. Een maand later ontving Farben een formeel overheidscontract waarin werd opgeroepen voor de uitbreiding van de Leuna-fabriek zodat de productie tegen 1937 tot driehonderd duizend ton per jaar kon opgevoerd worden, met verkoopgarantie voor Farben gedurende tien jaar tot 1944.
concentratiekamp
Auschwitz was de grootste massavernietigingsfabriek in de menselijke geschiedenis. Het was echter ook een belangrijke arbeidersreserve die voor slavenarbeid werd ingezet bij AG Auschwitz, een 100 procent dochteronderneming van het IG Farben concern, het grootste industriële complex ter wereld voor de productie van synthetische benzine en rubber voor de verovering van Europa.
Op14 augustus 1941 verklaarde Otto Ambrust, bestuurslid van IG Farben: “onze nieuwe vriendschap met de SS is een zegen. We hebben alle maatregelen bepaald om de concentratiekampen te integreren ten voordele van ons bedrijf.” De farmaceutische afdelingen van het IG Farben-kartel gebruikten de slachtoffers van de concentratiekampen op hun manier ook als proefkonijnen: duizenden van hen stierven tijdens menselijke experimenten, zoals het testen van nieuwe en onbekende vaccins.
Op de Wannsee conferentie in januari 1942 werden de technische details voor de eindoplossing van het joodse vraagstuk vast gelegd. Het chemische gas Zyklon-B dat werd gebruikt voor de vernietiging van miljoenen mensenlevens was een product afkomstig van de IG Farben onderzoeksafdelingen en fabrieken. Het werd meer bepaald geproduceert door Degesch (Deutsche Gesellschaft für Schädlingsbekämpfung), dat voor 42,2 percent in handen was van IG Farben, dat een aantal managers voor Degesh leverde. De massamoord met het IG Farben gifgas werd ook toegepast in andere kampen, zoals Belzec, Maidanek, en Sobibor. In Aschwitz werd deze moordmethode op een zulkdanige wijze geperfectioneerd dat het doden van mensengroepen op grote schaal mogelijk werd. Historici gaan ervan uit dat meer dan 1 miljoen mensen op deze wijze van het leven beroofd werden, Joden, Sinti en Roma, Slaven, Sovjetkrijgsgevangenen, dit alles voor de fascistische nieuwe orde plannen.
Bij aankomst in Auschwitz werd aan de ingangspoort meedogenloos een selectie doorgevoerd, wie in staat was om te werken werd gescheiden van de zieken of arbeidsongeschikten die later richting gaskamer zouden worden geleid. Deze werden niet geregistreerd. Wie in staat was om te werken voor de Duitse oorlogsindustrie werd tot de dood uitgebuit, hiervoor werden 1944, 19 bijkomende arbeidskampen in de omgeving van Auschwitz- Birkenau gebouwd.
Na de oorlog
Toen bleek dat Duitsland de oorlog zou verliezen, vernietigden verantwoordelijken van IG Farben zoveel mogelijk bezwarende documenten van hun betrokkenheid bij de holocaust. De bedrijfsleiders van het concern doken vanaf 1944 onder achter de westerse linies. Na enkele maanden werden slechts 23 van hen opgepakt en berecht. Slechts enkele van de bedrijfsleiders kregen uiteindelijk een gevangenisstraf en kwamen meestal snel vrij. Hierna namen zij opnieuw plaats in de bestuursraden van de West-Duitse industrie of vervulden zij politieke functies in het overheidsapparaat.
Bron: www. holocaustresearchproject.org – IG Farben