Tonnen inkt vloeiden er tussen Maas en Waal over de man die als de Hollandse Haider omschreven werd. En net als na de politieke ‘aardverschuiving’ die Jean-Marie Le Pen ‘la douce France’ bezorgde, muntten de commentaren over de moord op en het postmortem-verkiezingsucces van ‘Pimmetje’ uit door hun gevleugelde zwartwitclichés.
‘De chaos van een aardbeving’
Even terug in de tijd. Begin jaren negentig. Ten redactie van De Morgen brengt een redacteur me de gouden regel bij dat je geen vraagtekens in titels gebruikt. Waarom was die regel van goud? Wel, een krant verkoop je niet met ’twijfels’. Een krant jaagt zijn lezers desnoods wel de stuipen op het lijf: ‘Financiële chaos dreigt bij scholen’, coverde De Morgen op 17 mei. Twee dagen eerder, de dag van de Nederlandse verkiezingen, op de cover van De Morgen: “Nederland drijft af naar politieke chaos”. De Standaard had dat op 10 mei al voorspeld: “Verkiezingen Nederland beloven totale chaos.” Niet zomaar een beetje chaos. Neen: Totale Chaos. Nederland vloog middenin de lente zijn eigen 11 september tegemoet …
Op verkiezingsdag 15 mei zag De Standaard een ‘Thriller naar spannende ontknoping’ gaan. Le Soir had het over een aardbeving: ‘Le jour du grand séisme est peut-être arrivé’.
Van chaos en vernieling naar nieuw leven (en weer terug), voor de pers is het een kleine stap. De 16de titelde De Morgen: ‘Dood Fortuyn wekt CDA tot leven’. Even verder lag er een ‘Fragmentatiebom onder Lijst Pim Fortuyn’. De nooit voor een overdrijving verlegen zittende Yves Desmet dook in de geschiedenis. Hij kwam terecht in Hollands Gouden Eeuw, net na de moord op Willem De Zwijger. En wat hoorde Desmet ? Deze alarmkreet: “Het volk redeloos, de bestuurders radeloos, het land reddeloos.” (DM, 18/5)
En we bleven aardbevingen voelen. Op 22 mei titelde het christelijk opinieweekblad Tertio: ‘Aardschok in bloembollenvelden’.
Nu, enkele weken verder, blijkt het met die aardschok wel mee te vallen. Met CDA’er Balkenende als verkiezingsoverwinnaar, wordt volop aan de ‘restauratie’ getimmerd. Zullen de ‘puinhopen van Paars’, waar Fortuyn zo enthousiast tegen tekeer ging, even snel geruimd worden als die van Ground Zero ?
“Aanslag op onze democratie !” Welke democratie ?
Daags na de moord op ‘Pimmetje’ stonden de Vlaamse kranten al bol van emotie. Volgens De Standaard (7/5) was “een klokkeluider tot zwijgen gebracht”. Boven een overzicht van ‘Belgische reacties’ kopte de krant: “Aanslag op de democratie’. Louis Tobback (SPa) stelde: “De moord op Fortuyn is vooral een aanslag op de democratie.” Stefaan De Clerck (voorzitter CD&V) vond dat “de democratie werd onderuitgehaald.” Bert Anciaux (Spirit) sprak van een “totale negatie van de democratie”. Zelfde toon in De Morgen waar Yves Desmet het eveneens had over “Een aanslag op de democratie’. Twee dagen later echoode Luc Vanderkelen in Het Laatste Nieuws: “Moord op de democratie”.
Jürgen Verstrepen – van het Zwart-Wit-radioprogramma en de website ‘Politics.info.net’ – schreef: “Pim Fortuyn, symbool van de absolute vrijheid van meningsuiting, is afgemaakt door een fascist. Een lafhartige moord, een aanslag op de democratie.”
O wee onze democratie ! Als Yves en Jürgen (die elkaar rauw lusten) het al eens zijn dat ze bedreigd wordt, moet het erg zijn. Maar over welke democratie hebben ze het ?
WIT, de “Werkgroep Implementatie Tijdsgeest” die ijvert voor directe democratie, zond op 25 mei een nieuwsbrief rond die stelde dat “er van democratie in ons land en onze buurlanden absoluut geen sprake is”. De nieuwsbrief citeerde een artikel in de Nederlandse krant NRC-Handelsblad die op 4 mei titelde: “Democratie is illusoir”. Een hele reeks Nederlandse hoogleraren politicologie schoten in de NRC “zonder pardon de stelling af dat Nederland op één of andere manier een democratie zou wezen.” Wat is Nederland (en België) dan wel ? Het antwoord van WIT: een particratie. De democratie moet in onze West-Europese landen niet worden ‘hervormd’ of “verfijnd'” stelt WIT. “Ze moet worden ingevoerd.”
En dan hebben de mensen van WIT het nog niet eens over de inzichten van de anti- en andersglobalisten. “Economische democratie tegen de dictatuur van de financiële markten?” prijkt als slogan boven een uitnodiging van Attac Vlaanderen voor een “eerste bijeenkomst op 15 juni voor economische democratie”. Tja, wanneer gaan we op de werkvloer niet alleen iets mogen zeggen, maar ook iets te zeggen hebben ? Is politieke democratie denkbaar zonder economische democratie ?
Waaslander Raf Verbeke stelde in een recent artikel provocerend dat er nu zelfs een teveel aan democratie is! “Maar wel van een speciale soort: de democratie onder de dictatuur van de multinationale ondernemingen, de banken, de VS en andere grootmachten”. Waar het volgens Verbeke op aan komt is “een democratie onder controle van de wereld van de arbeid” te vestigen. Zo’n democratie en niet een éénpartijdictatuur à la Lenin, vormt “het echte alternatief tegenover de democratische dictatuur van de multinationals.” Als we het daarover eens zouden raken, dan rijst de vraag hoe zo’n ‘echte’ volksdemocratie’ te ontwikkelen. Verbeke geeft hier geen antwoord maar verwijst wel naar wat in Porto Alegre ontkiemd is.
Zwart/wit, rood/zwart, blank/bruin …
Al het emotioneel gedoe in de pers over chaos, aardbevingen en aanvallen op onze democratie, was niet van aard om de gang van zaken begrijpbaar te maken.
Wat in de pers vaak ontbrak was dit: genuanceerde visies die de ingewikkeldheid van de problematiek van populistisch en extreem-rechts probeerden te vatten en te ‘duiden’. De wereld valt niet te herleiden tot een tegenstelling van zwart tegen wit, rood tegen zwart of blank tegen bruin.
Maar om telkens weer de essentie te vatten van maatschappelijke processen en menselijke gedragingen, het is wel heel veel gevraagd van onze beperkte menselijke hersenen. Socrates had gelijk toen hij stelde dat des te meer je weet, des te beter je beseft hoe weinig je weet. Een specialist kan de illusie koesteren dat hij zijn domeintje begrijpt. Mensen die zich met heel de samenleving bezig houden (politici, journalisten …) zouden zich bijzonder voorzichtig, genuanceerd moeten opstellen: de maatschappelijke werkelijkheid begrijpen (met alle economische, culturele, politieke en … aspecten) is bijna onbegonnen werk.
Zelfs één man, Pim Fortuyn, was in al zijn wispelturigheid en met zijn mix aan inzichten reeds zo’n vat vol tegenstrijdigheden, dat hem alleen al juist inschatten, een hele karwei was. “Opportunist vervulde met verve Uilenspieghel-rol in Nederlandse politiek” titelde De Standaard op 7 mei. “Fortuyn durfde woorden in de mond nemen waarvoor zelfs Filip Dewinter past als er tv-camera’s in de buurt zijn. Dat gold ook voor zijn jarenlange columns in Elsevier. Sommige van zijn schrijfsels zouden in België door geen enkel gevestigd medium worden aanvaard. (…) De politicus Fortuyn was overigens iets voorzichtiger in zijn woordkeuze dan de columnist. Enkele anti-racistische organisaties hadden klacht ingediend tegen Fortuyn en die kon een proces wegens discriminatie of racisme missen als kiespijn.” Eerder riep Fortuyn bv. op tot een “koude oorlog tegen de Islam” en stelde hij voor om artikel 1 van de Nederlandse Grondwet, dat discriminatie verbiedt, af te schaffen.
Maar als Fortuyn weer eens voor de camera’s over zijn moeder begon of zijn bewondering voor Kennedy, leek ie toch o zo aardig. Zeker in vergelijking met de kille technocraat die de PVDA als nieuwe premier had naar voren geschoven, Ad Melkert.
Toestand van onwetendheid
De media konden zich nauwelijks aan de fascinatie voor Pim onttrekken: hoeveel interviews werden er niet met hem gemaakt ? Nog moeilijker hadden ze het om met grondige analyses voor de pinnen te komen, analyses nodig om onderliggende structurele ontwikkelingen te begrijpen.
Waar bleven bv. de krantendossiers en de televisieprogramma’s die ons inzicht boden in de omvang van de wereldwijde migratiestromen? Waarom verlaten er zoveel (hoeveel?) mensen hun land? De Standaard bracht hier één dun dossiertje over, maar verder? Nochtans had door toedoen van Pim iedereen de mond vol over de toenemende migratie. Maar waar praten we eigenlijk over? Wie kent de cijfers? Wie weet bv. dat er vorig jaar in België alleen al zo’n 15.000 asielzoekers uitgewezen werden (14.977 om exact te zijn)?
De media hebben ons in een toestand van onwetendheid gelaten – ook over bv. de extreem-patroonsgezinde politiek die Fortuyn wou voeren – waardoor Fortuyn voor zijn ‘oneliners’ een vruchtbare verwilderde bodem vond. Ook Walter Zinzen liet zich in zijn interview met Fortuyn inpakken.
Een ander element dat niet aan de orde kwam – ook niet na de moord door een zogenaamde milieu-activist – is de problematiek van de overbevolking van de lage landen bij de Noordzee. Nochtans had Fortuyn de kat de bel aangebonden. In een interview dat De Standaard op 7 mei publiceerde, stelde hij: “Nederland is meer dan vol. Nederland is één van de dichtstbevolkte gebieden ter wereld. Toen ik jong was, woonden hier nog tien miljoen mensen. Aan het begin van de vorige eeuw vijf. Over een jaar of tien wonen er hier 17 miljoen. Het woont allemaal ook nog eens in de Randstad. Dat is een beetje veel.”
Hier zou ieder ecologisch denkend burger het mee eens moeten kunnen zijn. Je kan niet mateloos mensen blijven opstapelen. Maar als er één taboe is, als er ergens sprake is van ‘politiek correct denken’, dan is het op dit gebied: het niet durven in vraag stellen van die overbevolking die nochtans aan de bron van een pak problemen ligt in zowel ‘onleefbaar Nederland’ als ‘onleefbaar Vlaanderen’: van de schaarste aan groen en stiltegebieden tot de steeds langere files en de vervuiling van ons leefmilieu.
Fortuyn zelf droeg niet bij tot een intelligente benadering van het probleem door het exclusief toe te spitsen op de instroomkwestie: minder asielzoekers binnenlaten – het waren voor hem toch ‘maar merendeels gelukszoekers’ – en verder ging hij niet. Dat de ‘eigen’ bevolking wat minder kinderen mag krijgen is, mede door de ‘vergrijzingspolitiek’, blijkbaar onbespreekbaar.
Agenda verschoof: antiglobalistisch 2001 versus ‘racistisch’ 2002
In 2001 konden ‘antiglobalisten’ hun vragen bij het kapitalistisch systeem wereldwijd op de agenda plaatsen. Wat blijft daar nog van over
De VS onder George Bush junior doen er alles aan om van het terrorisme het enige belangrijke thema te maken. In West-Europa overheerst al maanden een onveiligheidsdenken, vaak gepaard met een negatieve kijk op mensen die niet uit Europese blanken geboren zijn.
De miskleun van de euro (de meerderheid van de Duitsers wil er meteen van af), de uitbreiding van de Europese Unie, de liberaliseringen en privatiseringen: het blijven voor het overgrote deel van de bevolking thema’s waar ze blijkbaar niets kunnen aan doen. Sociaal-populisten zoals Steve Stevaert beloven als sympathieke burgervaders goed voor ‘de mensen’ te zorgen, allerlei gratis diensten inbegrepen. Maar over de gigantische belastingontduiking en -ontwijking die veel van Steve Stunts mooie plannen verhinderen, hoor je hem niet.
Waar ook is de groene droom? Agalev-kopman Jos Gheysels kon daar jaren geleden soms heel bevlogen over praten. Ondertussen is hij een machtspoliticus geworden die al even ‘down to earth’ redeneert als zijn SPA-collega’s. Maar zonder utopie, placht Gheysels vroeger te zeggen, waarheen wil je dan? We zouden het ‘begot’ niet weten als we de groenen zo gezellig samen met liberalen en sociaal-populisten de ‘staatsboel’ zien liberaliseren, privatiseren en als het nog even kan ook regionaliseren.
“Hij is niet sexy, jullie maken ‘m sexy”
In discussies over het succes van populistisch en extreem-rechts, wordt vaak de vraag gesteld naar de rol van de media. Een vraag waar we meestal slechts ‘vage’ antwoorden op krijgen. Het ligt immers weer zo moeilijk, de effecten van de massamedia aantonen. Over dat onderwerp, die effecten, is me overigens niet één degelijk Nederlandstalig basiswerk bekend. Ondertussen spreken de studies die er gemaakt worden over deelaspecten (de invloed van de media op het ‘stem’-gedrag bv.) elkaar vaak tegen. Kort samengevat gaat het vaak om de tegenstelling: ‘grote en directe invloed’ versus ‘beperkte en indirecte impact’.
Aanhangers van de ‘machtige media’-visie wordt vaak verweten dat ze de burger als een passieve mediaconsument beschouwen, die kritiekloos slikt wat hem voorgeschoteld wordt. Zo simpel liggen de zaken natuurlijk niet, maar men moet ook niet (zoals sommige bonzen van commerciële omroepen) met het andere extreem afkomen: dat de media totaal geen invloed uitoefenen. Indien dat zo was, zou er niet zoveel geld aan reclame besteed worden.
In het geval van Pim Fortuyn lijken de volgende dingen alvast duidelijk.
Zonder de televisie én Fortuyns talent om van het medium gebruik te maken, was Pim Fortuyn nooit zo snel zo populair geworden. Dat wist ook Fortuyn: hij trok niet de boer op maar reed van studio naar studio. Sommigen spraken al van een ’televisiedemocratie’ wat dat ook moge voorstellen …
De mediamakers van hun kant zagen Fortuyn zodra hij populair begon te worden, graag komen. Fortuyn stond borg voor hoge kijk- en leescijfers. Kassa.
“De media zijn ge-ob-se-deerd door Fortuyn !” kloeg de Nederlandse premier Wim Kok op 23 maart. “Hij is niet sexy, jullie maken ‘m sexy ! Het is buiten iedere proportie. Hij wordt in staat gesteld z’n eigen mediamomenten te kiezen. Hij kan de publiciteit zoeken via door hem zelf gekozen kanalen. Hij zit niet kwetsbaar in een zaaltje, laat zich niet ondervragen bij persconferenties.”
Het was dan ook absurd dat de media na de moord op Fortuyn op het beklaagdenbankje kwamen te zitten.
“Heeft de media Fortuyn de dood ingejaagd door hem enkel en alleen als extreem-rechts af te schilderen ? Hoeveel macht heeft de media ?” Die vragen stelde Thomas Vreriks in de Nieuwsbrief van het Internationaal Perscentrum Vlaanderen van mei 2002. Nog afgezien van het feit dat een redacteur die voor zo’n instelling werkt, zou mogen weten dat ‘media’ meervoud is, getuigt de wijze waarop de vragen hier gesteld werden, toch wel van ‘simpelheid’.
Natuurlijk hebben de media Fortuyn niet de dood ingejaagd. Men kan de media niet verantwoordelijk stellen voor alle moorden die worden uitgevoerd door ontspoorde geesten.
Maar hebben de media niet bijgedragen tot een klimaat waarin zulke geesten … ? Hebben ze geen megafoon gegeven aan harde uitspraken van Fortuyns politieke tegenstanders ? Inderdaad, maar als er niet meer op het scherp van de snee gediscussieerd mag worden, wat voor een democratie heb je dan ? Die waarin alleen de leukste prater nog zijn mond mag openen ?
Door het aanklagen van de media hebben de niet altijd even integere aanhangers van Fortuyn – geholpen door gehaaide advocaten – de media er wel toe gebracht om na de moord op Fortuyn de man bijna als een heilige af te schilderen. Kritiek was plots ‘not done’. Zelfs de ernstige Belgische krant De Standaard titelde in het groot op de cover: ‘Messias Fortuyn’.
De heiligverklaring van Fortuyn beïnvloedde op zijn beurt de verkiezingsuitslag waarbij de lijst Fortuyn als tweede uit de bus kwam. Een partij die een half jaar geleden niet eens bestond …
Het gebrek aan diepgang van het politieke debat in Nederland waardoor de opkomst van een raddraaier zoals Fortuyn mogelijk werd, dat is nu wel iets dat de media mag verweten worden. Pijnlijk hoogtepunt was de show waarin RTL politici er toe ‘dwong’ om in recordtijden hun politiek uiteen te zetten. Gladde Pim kwam ‘natuurlijk’ als winnaar uit de bus.
Toch weer parallelen met Haider en Blok
De Standaard titelde op 7 mei: “Media en establishment dragen verpletterende verantwoordelijkheid.” Om de bedenker van die uitspraak te kennen moesten we in het artikel duiken: ene mijnheer Dewinter uit Antwerpen. Journalist Bart Brinckman scheen echt wel met Dewinters standpunten overweg te kunnen, want hij nam ze vlot over, enkele zelfs zonder ze tussen aanhalingstekens te zetten. Brinckman somde ook alleen maar ‘baldadigheden’ tegen extreem-rechts op maar ‘vergat’ te vermelden wat extreem-rechts en zijn knokploegen zelf op hun geweten hebben.
Het feit dat men Fortuyn na zijn dood niet meer mocht vergelijken met andere demagogen zoals Haider en Dewinter, leidde er toe dat men een belangrijke parallel meestal over het hoofd zag.
Gelukkig nog dat De Standaard ons op 18 april geïnformeerd had over hoe de FPÖ van Haider “journalisten intimideert”. “Sinds de rechts-populistische Haider in de Oostenrijkse regering zit, dagen Haider en Co geregeld media voor de rechter. ‘Intimidatie’ zeggen de journalisten. ‘Er zijn grenzen aan de vrijheid van meningsuiting’ zegt de FPÖ.”
Bruno Weis van het Landesgerechtshof in Wenen stelde: “Er zijn altijd politici geweest die critici aanklagen, maar zoveel als nu heb ik nog nooit meegemaakt”. Journalist Alfred Worms vulde aan: het gaat Haider om preventieve censuur. “De angst voor vervolging zorgt ervoor dat veel artikels niet verschijnen.”
In Nederland hadden de woede-aanvallen op de media door de aanhang van Pim Fortuyn een gelijkaardig resultaat. Links moest zich gedeisd houden.
Dat in de Vlaamse pers niemand de parallel met Oostenrijk zag, mag verbazen. Want we hebben hier enige ervaring terzake …
‘Ons’ Vlaams Blok sprong ook nu weer op de kar. Gelukkig werd het Blok in het VRT-radio-Actueel van maandag 13/5 nog eens op zijn plaats gezet. De journalist van dienst wees er op hoe het Blok nostalgische figuren uit het nazi-verleden blijft koesteren. Hoe de partij geen afstand neemt van racistische uitspraken van de achterban (denk aan affiches met ‘Islamieten parasieten’). Actueel eindigde zo: “De partij groeit op angst, onbegrip en wantrouwen. Wie zelf diaboliseert hoeft niet verbaasd te zijn als de duivel zich tegen hem keert.”
Wat de Belgische media verzwegen
Bij de Belgische verslaggeving over de Nederlandse verkiezingen viel op hoe het succes verzwegen werd van de consequent linkse SP (Socialistische Partij) die het verwateren van de PVDA tot een centristische sociaaldemocratische partij aanklaagt. De SP ging vooruit van 5 naar 9 zetels (op een totaal van 150). Als de SP toch eens vermeld werd kreeg ze soms (zoals op de VRT) het predikaat ‘extreem-links’ of ‘communistisch’ op geplakt. In een email naar een 150-tal Vlaamse journalisten en persorganen vroeg ik twee dagen na de verkiezingen aandacht voor wat de SP werkelijk is – een open, echt socialistische partij – en voor het positieve signaal dat men in de opgang van de SP kan zien. Een handvol journalisten (waaronder journalisten van VRT en VTM) reageerden positief op de email.
Maar het was al te laat. Van de SP vernam het Vlaams publiek niets meer, want een paar dagen na de verkiezingen was Nederland weer zo goed als verdwenen uit de Vlaamse journaals.
Mocht Yves Desmet het in De Morgen niet zo druk hebben met ‘paars’ te verdedigen, hij had wel wat aandacht kunnen besteden aan de verdubbeling van het stemmenaantal van de SP én het standhouden van Groen-Links. Met hun 20 zetels op 150 kunnen SP en GL – die op veel punten dicht bij elkaar staan – bij de volgende verkiezingen het verschil maken.
De 20 zetels tonen dat ‘consequent links’ ook in rijke Westerse landen nog een rol kan spelen. Mits men een modern programma kan voorleggen dat vanuit een geëngageerd links gedachtengoed antwoorden zoekt op de noden van de mensen van nu. En die noden zijn groter dan vaak gedacht wordt. Alle liberale succespraatjes ten spijt leven we in een wereld waarin steeds meer mensen op de dool zijn, waarin een bijna-bevolkingsverdubbeling alle problemen zal opblazen, een wereld ook waarin individuen steeds vaker over vernietigende mogelijkheden beschikken waardoor we steeds meer door kleine groepjes kunnen geterroriseerd worden. In zo’n wereld die op steeds meer ecologische en andere catastrofes afstevent, is de blanke man en vrouw terecht bang. Het is aan ‘nieuw groenlinks’ om duidelijk te maken dat de heilloze weg van het ‘onmenselijk liberalisme’ (om het nieuwe boekje van Dirk – broer van … – Verhofstadt even te counteren), verlaten moet worden in ruil voor een democratisch en ecologisch wereldsocialisme. Het is samen overleven of samen ten onder gaan.
Maar om dat inzicht door te doen dringen, moet links wel weer ‘zijn’ media uitbouwen. Want het belangrijkste effect van de commercialisering en het politieke ’toezicht’ op de media is wel dit: dat linkse verhalen nauwelijks nog aan bod komen. Daardoor ziet de kiezer geen andere uitweg meer voor de liberale ‘centrumpolitiek’ dan die van extreem- en populistisch rechts.
Dit effect van de huidige werking van de media, tref je in (bijna) geen enkele wetenschappelijke studie of hoor je op (bijna) geen enkel congres over journalistiek. Wetenschappers en congressen worden nu eenmaal bekostigd via commerciële en overheidsgelden.
In de rechtse media (inbegrepen De Morgen, wie kan nog beargumenteren dat dit een linkse krant zou zijn?) moet je al evenmin kritiek op de verborgen ideologische aspecten van de massamedia verwachten. Toch hebben de massamedia nog vaak de pretentie de ‘waakhond van de democratie’ te zijn.
Een voorbeeld. In het christelijke opinieweekblad Tertio bracht Erik Vanleeuw op 15 mei een artikel getiteld “Massamedia onder vuur, scheidsrechter of boosdoener.” Een pagina lang ontkrachtte hij de ene na de andere aantijging tegen de media, vaak op spottende toon. Hij besloot: “Hoe cynisch je er ook van wordt” (van problemen zoals de crash van Sabena en de onveiligheid in de grootsteden) “de media hebben geen andere keuze dan dat alles te blijven aanklagen.”
Maar wat bereik je met aanklagen als je geen alternatief aanreikt? Cynisme!
(Uitpers, juni 2002)
PS. Nog over de SP: Met één man wou Pim Fortuyn geen debat voeren: Jan Marijnissen van de SP. Het was een ander links boegbeeld, Paul Rosemüller van Groen Links, die hem tijdens een lijsttrekkersdebat verontwaardigd deed opstappen. Voor info over de Nederlandse SP: www.sp.nl
Gedetailleerde informatie over de manier waarop de Belgische media over de SP berichtten, vindt u in nummer 4 van e-DIOGENE(S), een wekelijkse nieuwsbrief voor media en democratie. Aanvragen via mediadoc.diva@skynet.be