Voor de twaalfde keer al publiceerde ITUC, de Mondiale Confederatie van vakbonden, haar ‘Rechtenindex’.
Goed nieuws valt er dit jaar niet in te lezen. Zowat overal ter wereld gaan de arbeidsrechten achteruit. Het is beslist geen probleem van arme landen, wel integendeel. De snelste achteruitgang wordt in Europa vastgesteld, daarna op het Amerikaanse continent.
Tien jaar geleden waren er nog 18 van de 151 opgevolgde landen waar een topscore van 1 kon worden gegeven. Dit jaar zijn het er niet meer dan zeven: Oostenrijk, Denemarken, Duitsland, Ijsland, Ierland, Noorwegen en Zweden.
Slechts drie landen verbeterden hun score: Australië, Mexico en Oman.
Niet minder dan 51 landen haalden de slechtste score, met name 5 en 5+
De landen waar het het slechtst is gesteld met de arbeidsrechten zijn Bangladesh, Belarus, Ecuador, Egypte, Eswatini, Myanmar, Nigeria, Filippijnen, Tunesië en Turkije.
In Kameroen, Colombia, Guatemala, Peru en Zuid-Afrika werden vakbondsmensen gedood.
In 87 % van de landen worden vakbondsrechten geschonden, en in 80 % van de lande wordt het recht op collectieve onderhandelingen geschonden. Zelfs in Frankrijk zijn 4 op de 10 CAO’s unilateraal door de werkgever opgelegd. In Zweden werden in de Tesla-fabriek stakende arbeiders vervangen om CAO-onderhandelingen te vermijden.
De Belgische secretaris-generaal van ITUC, Luc Triangle, slaat alarm. Als het zo verder gaat haalt over 10 jaar geen enkel land nog een topscore, zo stelt hij.
Door in te stemmen met een neoliberaal beleid van dereguleringen hebben de regeringen het pad geëffend voor autoritarisme en extremisme. Met de hulp van de miljardairs is dat ook tégen de democratie. Zo komt een eind aan de naoorlogse periode waarin het arbeidsrecht werd geconsolideerd.
Het kan anders, aldus nog Triangle. Het roer moet nú worden omgegooid.
Het volledig rapport: Global Rights Index – International Trade Union Confederation