Het kapitalisme is het dominerende economisch systeem op onze planeet, het enige. Het wordt vandaag gekenmerkt door ernstige crisissen, stagnatie en invraagstelling. Sommige landen verklaren zich wel socialist (Cuba, Venezuela en China), maar ook zij zijn op zoek naar buitenlandse investeringen, geven hun instemming voor het inrichten van vrijhandelszones en stimuleren de expansie van de privé sector.
Het kapitalisme en de vakbonden zijn verwikkeld in een klassenstrijd. Maar sommige hebben gecapituleerd, zoals Syriza in Griekenland, of voorheen de Italiaanse KP, die een neoliberale variante hebben aanvaard. De antikapitalistische partijen, bewegingen en vakbonden situeren zich nog altijd in sferen van klassenstrijd. Maar eigenlijk zijn we nu vooral getuige van conflicten en openlijke strijd tussen de verschillende varianten van het neoliberale kapitalisme en de anti neoliberale beweging, tussen strenge sociale besparingsregimes en de sociale beweging.
In militaire termen kunnen heel wat conflicten beter begrepen worden als we ze zien als een strijd om de macht van verschillende imperialistische oorlogscentra tegenover anti neoliberale krachten.
De balans van het machtsstreven is verschoven van de pre neoliberale regimes naar het instellen van politieke regimes die politieke en sociale rechten voor de burgers afschaffen en het neoliberale autoritaire beleid versterken.
Latijns-Amerika toondede laatste tijd een grondige verschuiving naar een progressiever beleid, maar mede door de destabiliseringsmanoeuvres van de VS en intern rechts, won het rechts extremisme bijvoorbeeld de presidentsverkiezingen in Argentinië, de parlementsverkiezingen in Venezuela. Wat Brazilië betreft, stellen we vast dat het land meer en meer een neoliberaal soberheidsprogramma voert. In Bolivia verloor de sociaaldemocratische beweging de strijd voor een derde ambtstermijn voor Evo Morales. De gebundelde rechtse krachten, die hoofdzakelijk zijn samengesteld uit neoliberale hardliners, hebben er de pro beweging in het referendum verslagen. In andere landen van Zuid-Amerika zien we de politieke verandering van hardliner-presidenten naar duidelijk sociaaldemocratische presidenten (Chili – El Salvador) en nationalisten ( Peru) die echter de neoliberale markteconomie in hun beleid verderzetten. Zelf Cuba heeft ermee ingestemd om marktintensieve economische vrijhandelszones voor multinationals te openen.
In het Midden-Oosten en Noord-Afrika werd de burgerrevolte tegen corrupte liberale despoten brutaal onderdrukt. Neoliberale militaire autocraten en politici kwamen terug aan de macht in Egypte en Tunesië, Irak en Jemen. Iran heeft onder de onlangs gekozen “reformist Rohani” de olie- en gaskraan voor het buitenland open gedraaid. De door Saoedi-Arabië, Turkije, VS en EU en bondgenoten gesponsorde terroristische oorlog tegen Syrië verhoogt de spanning in de regio. De neoliberale soberheidsregimes voelen zich intern minder bedreigd door de oppositie dankzij het uitbreiden van hun externe imperialistische oorlogszone.
In Azië grepen neoliberale aanhangers de macht bij de recente verkiezingen in India en Indonesië. Ze voeren een deregulerend politiek en economisch beleid ten voordele van buitenlandse multinationals.
De Europese sociaaldemocraten hebben zich nauw verbonden met het neoliberale kapitalistisch beleid en hebben de antikapitalisten in hun rangen verloren. Griekenland, de bankroete staat onder de leiding van corrupte en sociaaldemocratische partij, experimenteerde een revolte in 2015 waarbij een “linkse antiliberale” partij de macht overnam. Syriza onder leiding van Alexis Tsipras, aanvaardde nochtans vrij vlug het brutale EU-IMF soberheidsprogramma in tegenspraak met de gedane verkiezingsbeloften aan het Griekse volk.
In de Baltische staten, Estland, Letland en Litouwen voeren de rechtse politici een harde soberheidspolitiek waartegen de protestbeweging groeit. Het Rusland van Poetin is er in geslaagd de economie terug op de sporen te krijgen, na de destructieve rooftocht van het Jeltsin en Gorbatsjov beleid. Maar na het einde van de roofpolitiek van de Russische economie door de gangsters en westerse aasgieren, blijft Rusland afhankelijk van olie- en gasexport waarin interne en externe miljonairs met alle gemak kunnen investeren of desinvesteren.
In het Midden-Oosten, Afrika, Oost-Europa, Egypte wordt de oppositie tegen neoliberalisme en corruptie brutaal onderdrukt. In Oekraïne steunde de VS en EU een neoliberaal regime, een pro- en neofascistisch corrupt samenraapsel van politici die elkaar bestrijden voor meer macht.
De instroom van vluchtelingen en immigranten uit de landen die door het Westen tot een puinhoop werden herschapen, bedreigt de EU integratie en de sociale stabiliteit met de opkomst van allerlei rechts populisme hetgeen de crisis nog erger maakt. In de zoektocht naar een oplossing sneuvelt het respect voor fundamentele democratische waarden.
De economische en politieke configuratie en verdeeldheid omvat vele variëteiten van het kapitalistische systeem. Het VS en EU militarisme heeft de kloof met Rusland en China nog vergroot voor hun globaal machtsstreven. De oorlogscentra zijn landen die oorlogen plannen, financieren en militaire middelen inzetten tegen andere staten. De oorlogscentra worden geleid door imperialistische regimes, die wereldwijd hun militaire basissen inplanten met de bedoeling hun financiële en economische belangen te promoten en hun multinationale dominantie aan andere staten op te leggen. De oorlogscentra met hun nationale belangen hebben duidelijk gedefinieerde tegenstanders zoals Rusland en China, Venezuela, Syrië en Iran, de antikapitalistische beweging, Hezbollah in Libanon, de Taliban in Afghanistan.
De oorlogscentra vormen een kluwen van neoliberale regeringen. De oorlog definieert zich op drie niveaus:
1- Hoge intensiteit, langdurende oorlogen zoals in Vietnam, Afghanistan, Irak met grote militaire machtsontplooiing.
2- Middelmatige intensiteit, het inzetten van een luchtoorlog, strijders per procuratie en huurlingen.
3- lage intensiteit, het opleggen van economische, politieke en financiële sancties, verlenen van militaire, logistieke en financiële steun aan regionale bondgenoten voor oorlogen bij volmacht (Israël, Saoedi-Arabië met zijn aanvallen in Bahrein en Jemen, Turkije voor de oorlog tegen de Koerden in Irak, Syrië en in eigen land).
Nochtans zijn er verschillen tussen de VS en EU voor de inschatting bijvoorbeeld van de strategie tegen China. De EU streeft naar marktexpansie, de VS intensifieert de militaire omsingeling van China. Ook wat de sancties tegen Rusland betreft verschillen beide van mening. De EU met zijn miljarden investeringen in Rusland is intern verdeeld. De VS mobiliseert haar onderdanige Baltische vazallen en Polen om de escalatie en provocaties aan de Russische landsgrens op te drijven. De stijging van de militaire spanningen reflecteert de verschillen, hoe klein ook, die beide economische grootmachten kenmerken in dossiers als China en Oekraïne.
Besluit
De groei en versteviging van de greep van de imperiale soberheidsregimes zijn intern en extern nauw verbonden met het klassenconflict.
De imperiale verrijking, die bij verkiezingen door propagandafinanciering en beloften de kiezer misbruikt en manipuleert om vakbonden en linkse partijen de schuld te geven voor de interne financiële problemen van het imperium. Maar de beperking van de destructieve neoliberale macht wordt meer en meer zichtbaar, door het opleggen van sancties ten opzichte van andere met hen concurrerende kapitalistische landen, hun verbondenheid met hegemoniale regio’s, Israël, Saoedi-Arabië en Turkije.
De oorlogseconomieën van het neoliberale centrum leiden tot de concentratie van rijkdom, ondermijnen de economische groei, produceren sociale instabiliteit, vluchtelingenstromen uit de oorlogs- en conflictgebieden,
die de EU destabiliseren en desintegreren van de EU. Dat alles leidt tot de groei van nationalistisch rechts binnen het kiezerskorps.
Als links er niet in slaagt om de tegenstroom sterker te maken, dan bestaat het gevaar voor een destructieve oorlog.