Met de terugtrekking van de VS uit het klimaatakkoord van Parijs geeft President Trump opnieuw erkenning aan zijn extreem-rechtse adviseur, ex-campagneleider en ex-baas van de Nationale Veiligheidsraad, Stephen Bannon. Die had al heel wat moeten inbinden, de laatste tijd, – zeker toen hij de post van veiligheidsbaas moest opgeven – maar zijn invloed is kennelijk nog niet uitgespeeld.
Trump schoof de Bannon-benadering opzij wanneer hij onder druk van de wapenindustrie wel de dansvloer op moest met de Saoedische prinsen, die hij een jaar geleden nog verantwoordelijk stelde voor nine-eleven, en wegzette als niet-democraten. Hij was wel ook al een tijdje zijn uitspraak over de voorbijgestreefde NAVO aan het afzwakken, en hij heeft het inhuldigingsfeestje in Brussel niet verpest, hoewel zijn optreden toch niet van die aard was om enthousiasme bij de partners op te wekken aangezien hij de solidariteit onder Navo-artikel 5 niet uitdrukkelijk vernoemde. Qua klimaat blijft hij echter bij zijn campagne-standpunten – en dus die van Bannon – en krijgt hij een deel van het establishment tegen dat zich al aan het aanpassen is aan het groene kapitalisme.
Het is niet makkelijk om een een consequente beleidslijn in de buitenlandse politiek van president Trump te onderkennen. Zou het kunnen dat zijn wispelturigheid toch ook bepaald wordt door zijn pogingen om een bepaald evenwicht te vinden tussen de verschillende invloeden die hij te verwerken krijgt?
Een aantal beslissingen lijken inderdaad te wijzen op een ‘aanvaardbare’ Trump, ’t is te zeggen dat hij zich inschrijft in de lijn van zijn voorgangers: veiligheid staat of valt met militaire superioriteit, Westerse militaire bondgenoten mogen niet teveel ontgoocheld worden, belangrijke bondgenoten in het Midden-Oosten moeten worden gekoesterd. Een ferm kruisrakettenbombardement in Syrië, de Massive Ordnance Air Blast in Afghanistan, concentratie van Navy-schepen tegenover Noord-Korea, zijn even zoveel voorbeelden van een president die niets nieuws onder de zon brengt. De nieuwe National Security adviser, generaal Herbert McMaster, doet kennelijk grondig werk.
Maar voorlopig blijkt Trumps houding tegenover Moskou nog niet echt vastgelegd. En dat is bijzonder tegen de zin van het establishment in Washington.
Zou het kunnen dat zijn klimaatbeslissing, of eerder het invullen van een grote verkiezingsbelofte, zijn achterban en zijn campagne-bedenkers moet sussen – en dus aan boord houden – met het oog op de volgende bocht, met name instappen in het vijandbeeld over Rusland zoals dat nu al een tiental jaar door de intelligence-industry en het Pentagon wordt vorm gegeven? Mocht Donald Trump dergelijke ommekeer in zijn visie echt implementeren, zal je zien hoe de media hem veel presidentiëler zullen achten.