De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft op 16 juli brandhout gemaakt van het rapport dat Amnesty International (AI) daags voordien had uitgegeven over de gezondheidszorg in Noord-Korea. AI meldde daarin dat die gezondheidszorg een ramp is, met amputaties zonder verdoving, operaties bij kaarslicht, en gebrek aan dokters en essentiële medicamenten. WHO-woordvoerder Paul Garwood noemde dat rapport onwetenschappelijk, anecdotisch en verouderd.
“Alle feiten komen van mensen die niet in Noord-Korea zijn”, zei hij. AI ontkende dat. Volgens WHO-baas Margaret Chan benijden veel ontwikkelingslanden Noord-Korea om zijn gezondheidszorg. De zaak roept andermaal vragen op over de ernst van de berichtgeving over Noord-Korea.
AI, dat geen toegang heeft tot Noord-Korea, maakte een rapport op basis van verklaringen van 40 Noord-Koreaanse overlopers en buitenlandse gezondheidswerkers. Heel wat van die overlopers verlieten hun land vele jaren geleden. Na hun overlopen werden zij, zoals gebruikelijk, “gede-briefed” door Zuid-Korea en de Verenigde Staten, twee vijanden van Noord-Korea. Dat betekent dat hen diets werd gemaakt aan welke voorwaarden zij moesten voldoen (onder meer wat zij moesten zeggen en wat niet) om opgenomen te worden in Zuid-Korea of de VS. Hun vlucht, en die voorwaarden, maken dat de geloofwaardigheid van hun verklaringen maar relatief is (denken we bijvoorbeeld aan wat de Iraakse ballingen in de VS destijds de wereld hebben wijsgemaakt over de wapens voor massavernietiging van Saddam Hoessein) . Als basis voor een rapport over de huidige gezondheidstoestand in Noord-Korea, zijn die verhalen beslist onvoldoende.
Het AI-rapport, dat Noord-Korea verwijt dat het niet in staat is te voorzien in de elementaire gezondheidsbehoeften van de bevolking, ligt gevoelig bij de WHO. Want in april bracht WHO-baas Margaret Chan een bezoek aan Noord-Korea. Haar bevindingen waren dat veel ontwikkelingslanden Noord-Korea benijden om zijn gezondheidszorg. Volgens haar is er “geen gebrek aan dokters en verplegers” en dekt het systeem wel degelijk de hele bevolking. Volgens het AI-rapport ligt dat systeem in duigen, zijn er soms amputaties zonder verdoving, werken ziekenhuizen door het uitvallen van stroom soms bij kaarslicht, en is er een gebrek aan medicamenten en verwarming. Sommige mensen moeten twee uur stappen om in een ziekenhuis te worden geopereerd, luidt het. Het rapport betwijfelt of het systeem de hele bevolking dekt. Ondervraagden zeiden dat zijzelf of een familielid aan dokters sigaretten, alcohol of geld hadden gegeven om verzorging te krijgen. Wie dat niet kon geven, kon helemaal geen verzorging krijgen, luidde het.
Voor Paul Garwood van de WHO is het AI-rapport vooral anecdotisch, met verhalen die teruggaan tot 2001. “Alle gemelde feiten komen van mensen die niet in het land zijn, het onderzoek is niet wetenschappelijk”. Volgens hem houdt het AI rapport zelfs geen rekening met de vooruitgang die de gezondheidszorg in Noord-Korea de jongste jaren heeft geboekt krachtens een programma dat gespijsd wordt door Zuid-Korea en met de hulp van de WHO is opgezet. Volgens de WHO sterven nu 20 procent minder moeders bij de bevalling dan in 2005. Ook het aantal mensen dat sterft tijdens operaties is verminderd, zegt de wereldorganisatie. Chan had in april gezegd dat “mensen op het platteland zich geen zorgen moeten maken over gebrek aan geld om toegang tot gezondheidszorg te hebben”. Garwood verwees daarnaar met de melding dat in Noord-Korea honderden missies te velde werden uitgevoerd. “Geen van die missies is teruggekomen met berichten over het soort zaken dat AI in zijn rapport vermeldt over betaling voor (medische) diensten”, zei hij. “Ik zeg niet dat het ongeloofwaardige verhalen zijn”, zei hij, “maar ze houden geen rekening met wat er vandaag gebeurt”.
Woordvoerder Sam Zarifi van de afdeling Azië-Pacific van AI, verklaarde dat zijn organisatie bij haar bevindingen blijft. “We hebben ongetwijfeld heel wat beperkingen bij ons werk in Noord-Korea, maar we hebben onze best gedaan om de informatie te verkrijgen die we konden verifiëren, we beschouwen de verklaringen van de WHO niet als kritiek of verwerping van de bevindingen van AI”.
Trappers kwijt
Heel wat journalisten en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) verliezen de trappers als het over Noord-Korea gaat. Nu is er ongetwijfeld veel kritiek uit te brengen op het repressieve regime van Kim Jong-il en zijn medewerkers. En de krampachtige geslotenheid van het bewind is weinig gunstig voor een betere kennis van het land. Maar vanuit die onwetendheid, aangevuld met een grote portie vooringenomenheid, elke verklaring aanvaarden die Noord-Korea afschildert als de hel op aarde, gaat in tegen alle normen over berichtgeving.
Als het over Noord-Korea gaat, lijkt nauwgezetheid niet meer zo nodig. Zo titelde De Standaard op 16 juli over het AI-rapport betreffende de gezondheidszorg: Amputaties zonder verdoving in Noord-Korea (zonder aanhalingstekens, als een feit). Ook al kon men uit het artikel afleiden dat het om een door AI gepubliceerde bewering ging, toch blijft bij de snelle lezer over: in Noord-Korea worden amputaties zonder verdoving uitgevoerd. Een uiting temeer van de onzorgvuldigheid waarmee media omspringen over landen die door Washington tot “schurkenstaten” zijn uitgeroepen.
Westerse leiders en hun bondgenoten laten uitschijnen dat Noord-Korea geregeerd wordt door een groep “onvoorspelbare” (Hillary Clinton) wereldvreemde leiders, die om onbegrijpelijke redenen wild in het rond slaan, en gretig klaar staan om heel Oost-Azië in vuur en vlam te zetten. Vele media volgen hen daarin, ook al weten zij absoluut niet hoe de zaken er in Noord-Korea voorstaan. De Koreaanse oorlog (1950-1953) is nooit formeel beëindigd, er kwam alleen een bestand. In Zuid-Korea zijn tienduizenden Amerikaanse militairen met hun uitrusting (volgens Noord-Korea ook kernwapens) gelegerd. Geregeld houden Zuid-Korea en de VS gezamenlijke militaire maneuvers in het gebied. De verwijdering van Amerikaanse kernwapens en troepen is één van de eisen die Pyongyang stelt om ook zijn nucleair programma te beëindigen en het Koreaanse schiereiland kernwapenvrij te maken. Dat de huidige situatie door Noord-Korea als bedreigend kan worden aangezien, is evident, maar wordt in de media meestal niet vermeld. Het is nochtans van belang om het gedrag van Noord-Korea te helpen begrijpen. Dan zal blijken dat het land minder “onvoorspelbaar” is dan minister Clinton liet geloven.
Hoe de media hebben bericht over het incident met het Zuid-Koreaanse corvette Cheonan in maart, is tekenend. Het schip ging door een explosie ten onder (46 doden). Hoe dat gebeurde, weet nog altijd niemand, ook al wezen Zuid-Korea, de Verenigde Staren en een internationaal onderzoek Noord-Korea met de vinger… van het vermoeden. Zelfs als het schip, ondanks zijn gesofistikeerde uitrusting, onverwacht tot zinken zou zijn gebracht door een torpedo van een Noord-Koreaanse duikboot (zo’n duikboot werd nergens ter plaatse waargenomen), dan nog vroegen weinigen zich af in welke wateren de Cheonan zich precies bevond (het gebied is omstreden sinds de Koreaanse oorlog). Werd het gewaarschuwd door Noord-Korea dat het in zijn wateren opereerde? Negeerde het dit?
Maar vooral: niemand vroeg zich af welk voordeel Noord-Korea kon hebben gehad bij het kelderen van de Cheonan, temeer daar het al jaren aanstuurt op een formele beëindiging van de Koreaanse oorlog, een blijvende vrede op het schiereiland, en normalisering van de relaties met de Verenigde Staten en Seoel.
Dat het incident de spanning op het Koreaans schiereiland moest aanwakkeren is duidelijk. Maar dat is geen Noord-Koreaans belang. En evenmin een belang van Zuid-Korea, waar het overgrote deel van de opinie en heel wat politici geen conflict met het Noorden wensen, maar integendeel toenadering. Vandaar dat Seoel na het incident opriep om het incident met zijn corvette niet op te blazen. Opvallend was dat enkele maanden later, in juli, de Verenigde Staten begonnen met militaire maneuvers met Zuid-Korea en dat ze Noord-Korea nieuwe sancties oplegden. In beide gevallen werd onder meer naar het incident met de Cheonan verwezen en werd Noord-Korea andermaal voorgesteld als een bedreiging voor de vrede.
Spot
Ook in hun spot mogen de media niet meten met twee maten en gewichten. Smalend melden ze dat Kim Jong-il zich, net als zijn vader, laat verheerlijken als de “Geliefde Leider” en “Grote Gids”. Die spot is niet onterecht, de holle, bombastische termen en manier van doen zijn uitingen van de vele verstarde feodale resten in de Noord-Koreaanse cultuur. Maar vergeten we niet dat dergelijke resten ook bij ons bestaan. Zijn er in België immers geen mensen die zich “zijne majesteit”, “sire”, “zijne hoogheid”, “barones” of “monseigneur” laten noemen? En zit er in Rome geen man op een “Heilige Stoel” die zich “zijne heiligheid” of “heilige vader” laat noemen? Die resten van de middeleeuwen verdienen in de media dezelfde spot als die in Noord-Korea.
(Uitpers nr. 123, 12de jg., september 2010)