Sinds begin dit jaar heeft Amnesty International USA in de persoon van Suzanne Nossel een nieuwe Algemeen Directeur. Het is een benoeming die bij serieuze mensenrechtenactivisten wel voor pakken wenkbrauwengefrons zal zorgen.
Op de website van Amnesty International USA wordt met fierheid haar benoeming aangekondigd en staat ook haar CV te lezen (1). En dat kan tellen. Het is duidelijk dat Amnesty International USA in goede handen is, die van het establishment van Washington dan.
Zo werkte ze als topambtenaar – Deputy Assistant Secretary for International Organizations – op Buitenlandse Zaken zowel onder president Bill Clinton als onder nu Barack Obama. Onder Obama was zij mee verantwoordelijk voor het uitstippelen van het beleid rond Syrië, Libië, Iran en Ivoorkust (waar men via manipulaties een burgeroorlog organiseerde en de Franse president Nicolas Sarkozy er zijn mannetje kon installeren).
Met betrekking tot Iran zorgde de VS onder Barack Obama ervoor dat het land geen radio-isotopen meer mocht invoeren, een essentieel element bij o.m. de kankerbestrijding. Suzanne Nossel tekende dan ook mee voor een beleid dat regelrecht naar massamoord leidde.
Onder Clinton was ze ook betrokken bij het beleid rond Bosnië en Kosovo. Kosovo waar men via nepverkiezingen iemand aan de macht bracht die vele bronnen beschuldigden van onder meer orgaandiefstal en massamoord.
Het is volgens haar biografie ook zij die de term ‘smart power’ uitvond. Het is het systeem waarbij men zonder gebruik van het Amerikaanse leger via de zogenaamde kleurenrevoluties toch overal tracht Amerikaanse vazallen aan de macht te brengen. Met voorbeelden als Georgië en Oekraïne. Zij organiseerde dus mee staatsgrepen zoals vroeger de CIA dat deed in o.m. Chili, Guatemala en Iran.
Ook werkte ze voorheen in topfuncties voor de Wall Street Journal en studiediensten als The Century Foundation, The Center For American Progress en de Council on Foreign Relations. Instellingen die steeds in de bres stonden bij het verdedigen van de Amerikaanse zakelijke belangen. Organisaties die ook geheel achter Israël staan. Met miljoenen doden en soms een georganiseerde hongersnood tot gevolg.
In het verleden is er al op verscheidene plaatsen zware kritiek geuit op bepaalde rapporten en verklaringen van Amnesty International, o.a. met betrekking tot de Rode Khmers in Cambodja, de Hmong in Laos en recenter de burgeroorlog in Syrië. Steeds nam de organisatie daarbij eenzijdige standpunten in en steunde men groepen die op grootschalige wijze de mensenrechten schonden.
Nog de voorbije dagen lanceerde Amnesty International een rapport over Syrië waarbij alle misdaden eenzijdig voor de voeten van president Bashar al Assad en zijn regering werden geworpen. Een herhaling van haar beleid ten overstaande van Libië.
Dat het establishment in Washington nu Amnesty International USA kan overnemen en deze laatste daarbij nog fier haar betrokkenheid bij het hondsbrutale Amerikaanse imperialisme toont is schokkend. De maskers vallen nu helemaal af.
Het symbool van Amnesty International is een brandende kaars met prikkeldraad. Dat blijkt dus het prikkeldraad van Guantanamo en de brandende kaars die waarmee men in Amerikaanse gevangenissen mensen foltert.
Men kan in de toekomst dus nog meer rapporten van Amnesty International verwachten over Syrië, China, Rusland, Venezuela, Iran en iedereen die in de weg van het blijkbaar dol geworden Amerikaanse imperialisme loopt. Over bijvoorbeeld Oeganda, Rwanda, Singapore, de VS of Saoedi-Arabië en Israël zal het daar nu wel nog veel stiller gaan worden.
Men kan nu eenmaal niet de mensenrechten en gelijktijdig het Amerikaans imperialisme dienen.