“Altiplano”, een film die in Humo 4 sterren krijgt, en die zijn volkomen verdiend. “Ervaringscinema” , zo noemen de makers van de film, Peter Brosens en Jessica Woodworth hun film. Ze trokken inderdaad naar de Altiplano in Peru om daar op ca 4000 meter hoogte hun intrek te nemen in een indiaans dorp. Ze wilden zich zo goed mogelijk inleven in de omgeving die het thema van hun film werd: de lokale bevolking die te maken krijgt met de kwalijke gevolgen van kwikvergiftiging door een multinationale mijnmaatschappij.
Ervaringscinema, inleeffilm of welk etiket dan ook: al is het verhaal fictief, het is een synthese van veel werkelijkheden, in Peru en tientallen andere landen. Het idee voor de film groeide onder meer na de berichten over een zelfmoordepidemie bij de inheemse bevolking van een streek in Ecuador. Er bleek een verband te bestaan met de desintegratie van lokale gemeenschappen. Rond dat en gevallen van kwikvergiftiging in mijngebieden, groeide het scenario voor Altiplano.
De film heeft wel degelijk een duidelijk verhaal. De manier waarop het wordt uitgewerkt en uitgebeeld, is zonder meer aangrijpend, in die zin dat de toeschouwer zich meer en meer betrokken voelt en de boosheid voelt opwellen. De boosdoeners zijn niet in zicht maar des te meer tastbaar aanwezig in hun slachtoffers.
Het gaat dan wel om fictie, maar zo voelt het niet aan, het is tegelijk zo werkelijk dat het aanzet tot denken. De jonge vrouw wiens moeder blind werd en wiens verloofde aan de vergiftiging stierf, besluit zich niet langzaam door het vergif te laten doden, maar in één keer. “Geen beeld, dan is er geen verhaal” (historia, dus ook ‘geschiedenis’), dus registreert ze haar zelfmoord op camera. Een verwijzing naar dergelijke zaken die alleen bekend werden omdat er beelden waren, zo werken de hedendaagse media nu eenmaal. “Geen beeld, geen nieuws”.
En de “historia”: waarom beschouwen we ons als vijanden, vraagt een arts van een vrijwilligersorganisatie. “Je zou beter een beetje geschiedenis kennen”, luidt het rake antwoord.
Altiplano is een beklijvende aanklacht en daar bovenop een zeer mooie film, een aaneenschakeling van sublieme beelden. Er is eveneens veel aandacht besteed aan de muziek die aan die beelden plakt. En als toemaat kan men alleen maar bewondering hebben voor het werk van de acteurs en actrices, ook de talrijke dorpsbewoners.
Desondanks werd Altiplano, elders in de wereld zeer goed onthaald, door de kritiek in Frankrijk neergesabeld met verwijten als “te mystiek”, te romantiserend… Kritieken die nergens op slaan, het is alsof men Gabriel Garcia Marquez dezelfde verwijten zou toesturen. Maar blijkbaar past de film daar onvoldoende in “een format” om de weg naar een filmzaal te halen.
Altiplano is in veel opzichten een revolutionaire, op toch op zijn minst een lekker geëngageerde film, óók een sterke milieufilm die mij oprechter lijkt dan “An unconvenient Truth” van Al Gore, bij ons verspreid met Electrabel als sponsor.
De film loopt slechts nog in enkele zalen, maar is een topper in culturele centra en filmclubs. Hou dat maar in de gaten, dit is een aanrader.
(Uitpers nr. 118, 11de jg., maart 2010)