De vondst van diamanten in de Kalahariwoestijn zorgde voor een ellenlange en oneerlijke strijd voor de Botswaanse Bosjesmannen die de woestijn hun thuisland noemen. De strijd duurt nu al langer dan tien jaar en het einde is nog steeds niet in zicht. De stam werd op een brutale manier de woestijn uitgezet door de regering en geplaatst in een mensonterend kamp.
De democratie van Botswana, die zo geloofd werd in een continent waar de democratie soms ver te zoeken is, lijkt nu verloren te zijn gegaan. Waar geld te rapen valt, verdwijnt blijkbaar de moraal. De uitwijzing van een volledig inheems volk is voor de Botswaanse regering zo te zien een peulschil.
De nachtmerrie van de Bosjesmannen begon begin jaren 1980 toen er diamanten gevonden werden in het reservaat waar ze wonen of liever, woonden. De regering gaf hen toen het advies hun woonplaats, Central Kalahari Game Reserve (CKGR), te verlaten. Dat terwijl CKGR speciaal opgericht werd om de levensgewoonten en het territorium van de Gwi en Tsila Bosjesmannen te beschermen. Maar daar werd duidelijk geen rekening meer mee gehouden eens er diamanten mee gemoeid waren.
De verdediging
In 1991 richtten de Bosjesmannen een eigen partij op, First People of the Kalahari (FPK). De partij had als doel hun rechten en levenswijzen te beschermen. FPK maakte gebruik van een ‘kaartproject’ waarmee de Bosjesmannen in kaart werden gebracht om hen op die manier als officiële inwoners van CKGR te classificeren. Dat stootte de regering tegen de borst waardoor ze reageerde met een lastercampagne tegen de partij. Het officieel beleid om de Bosjesmannen weg te rukken van hun thuis kwam er in 1996.
Sindsdien vonden er drie grote uitwijzingen plaats in 1997, 2002 en 2005. Daarbij werden de Bosjesmannen gedwongen hun grond te verlaten. Scholen werden vernield samen met hun huizen en watervoorraden. Alsof dat nog niet voldoende was, werden de bewoners bedreigd en weggevoerd met trucks naar het kamp New Xade net buiten het reservaat.
Van kwaad naar erger
Sommige bewoners hielden stand, om ook hen weg te drijven uit CKGR werd jagen verboden in het reservaat tenzij je een vergunning had. Die vergunning zou op zich geen probleem vormen ware het niet dat de loketten, waar je die vergunningen kon krijgen, mijlenver weg lagen. Ook kunnen vele bosjesmannen niet lezen of schrijven wat voor de vanzelfsprekende problemen zorgde.
Toen bleek dat het verbod op jagen niet voldoende was om hen te verdrijven, werd uiteindelijk ook de waterpomp weggehaald door de regering. Ook dat kon niet iedereen overtuigen hun hele hebben en houden achter te laten. In februari 2002 kwam het dan uiteindelijk zover dat jagen, zelfs met vergunning, verboden werd. Dat is het vonnis tot de hongersdood voor de Bosjesmannen. Omdat de regering hen verbiedt te jagen, zowel in het kamp als daarbuiten, zijn ze afhankelijk van wat de regering hen wil geven. Als ze toch proberen jagen, worden ze opgepakt en afgeranseld. Als gevolg daarvan duikt alcoholisme en prostitutie steeds vaker op in het kamp, ook aids steekt nu voor het eerst de kop op bij de Bosjesmannen.
De weinig overgebleven Bosjesmannen werden gefolterd, bedreigd en vastgebonden. Onder de folteringen had je onder andere castratie, doodslaan,… In 2005 had bijna iedereen CKGR verlaten, op een paar uitzonderingen na die geholpen werden door familieleden van buitenaf. Ondertussen begonnen de mijnbedrijven BHP Belliton en De Beers aan de ontginning van de diamanten.
De rechtszaak
Op 19 februari 2002 dienden de Bosjesmannen een klacht in tegen de Botswaanse regering, ze vonden terecht dat hun uitwijzing inging tegen de Botswaanse grondwet en de universele rechten van de mens. De rechtszaak tegen de regering werd initieel aangespannen door 239 mannen en vrouwen. 12% van hen is ondertussen overleden in New Xade. Later voegden zich nog eens 135 volwassenen bij die groep, uiteindelijk bestond die uit ongeveer 1000 personen, kinderen meegerekend. Hoewel de klacht al in 2002 werd ingediend, werd het eerste bewijs pas aanhoord in 2004. Tijdens de rechtszaak probeerden velen terug te keren naar hun thuisland maar ze werden er al gauw terug uitgezet. De politie arresteerde 72 mannen omdat ze aan het jagen waren om hun gezin te kunnen voeden. 44 mannen werden om diezelfde reden gefolterd en geslagen.
De rechtszaak werd de duurste en langste in de Botswaanse geschiedenis en dat terwijl de Bosjesmannen het armste volk zijn in Botswana. Op 13 december 2006 werd dan eindelijk een uitspraak gedaan in het voordeel van de Bosjesmannen. De rechter was van mening dat de uitzetting illegaal was. Volgens de uitspraak mag de bevolking terugkeren naar het reservaat, ook jagen mag opnieuw, gelukkig zonder vergunning. De situatie die er was voor de uitzetting moet opnieuw gerespecteerd worden. Daarnaast mag iedereen CKGR binnen en buiten, het is geen gevangenis. Althans, dat werd allemaal in de uitspraak voorzien, de realiteit zou anders verlopen.
De ‘terugkeer’
Net na de uitspraak leek de regering het vonnis te aanvaarden, ze zou geen beroep aantekenen. De Bosjesmannen waren laaiend enthousiast en zagen het leven weer kleurrijk in. “We zijn allemaal aan het lachen en dansen. We zijn zo blij dat we eindelijk vrij zijn om terug te gaan naar ons geliefde land, het land van onze voorouders”, riep één van de Bosjesmannen. Op 8 januari dit jaar bleek dat de terugkeer toch niet zo vlot zou verlopen als eerst gedacht.
Enkele families besloten op die datum eindelijk naar hun huis terug te gaan, maar aan de rand van het reservaat werden ze tegengehouden door de politie. Toen dacht men nog dat het om een communicatiefoutje ging. Uiteindelijk bleek dat er geen sprake was van een fout maar dat de regering niet wil dat de Bosjesmannen terug in het reservaat gaan wonen. De politie doet er alles aan om hen te overtuigen in het kamp New Xade te blijven maar een smoesje als: “de president wil met jullie praten”, is zeker niet voldoende om hen van hun huizen weg te houden. Veertig Bosjesmannen zijn erin geslaagd binnen te dringen in het reservaat.
Uitspraak, welke uitspraak?
Met de uitspraak van de rechtbank wordt blijkbaar geen rekening gehouden, zes mannen werden gearresteerd en moesten zes dagen in de cel blijven zonder eten. De politie en de wachters van het reservaat beschuldigden hen van jagen, iets wat de uitspraak hen uitdrukkelijk had toegestaan. Uiteindelijk werden ze vrijgelaten zonder dat er een klacht tegen hen werd ingediend maar wel met een zoveelste trauma.
Die onwettige praktijken gaan nog steeds door, een man en vrouw werden geslagen omdat ze de politie weigerden hun huis te laten doorzoeken zonder een bevelschrift, mannen worden bedreigd met het geweer naast hun hoofd,… Survival International, een drukkingsgroep die de zaak van de Bosjesmannen behartigt, roept de Botswaanse regering op hun politieagenten onder controle te krijgen. Maar de regering sluit zijn ogen voor al het onrecht dat gebeurt in CKGR, erger nog, ze werken het in de hand. De terugkeer van de Bosjesmannen wordt enkel toegestaan aan de 239 mannen en vrouwen die van bij het begin bij de rechtszaak betrokken zijn. Als hun naam niet op die lijst staat, mogen ze het reservaat niet binnen. Op die manier worden gezinnen uit elkaar getrokken.
De Bosjesmannen willen zelf de controle over hun watervoorraad, vooral sinds de brutale uitzettingen van 1997, 2002 en 2005, daarom hebben ze de toestemming gevraagd een eigen waterpomp te installeren. De procureur heeft hen een brief teruggeschreven waarin staat dat zoiets onmogelijk is. Het boorgat, waar de pomp op bevestigd zou worden, is eigendom van de staat. Kofi Annan, ex-secretaris-generaal van de VN, verwees naar water als een fundamentele behoefte van de mens en dus een mensenrecht, het zoveelste dat nogmaals geschonden wordt.
Buitenlandse kritiek
De Britse krant, de Daily Telegraph, beschuldigt de Botswaanse regering er terecht van dat ze de Bosjesmannen hebben verraden. De regering doet niks om de terugkeer vlot te laten verlopen, eerder het omgekeerde, ze maakt het hen nog moeilijker. In het artikel wordt een vrouw aan het woord gelaten die enerzijds opgelucht is dat ze naar huis mag en haar moeder na vijf jaar kan terugzien. Anderzijds durft Gaorongwe Tshotlego niet terug te gaan naar het reservaat omdat de gewapende parkwachters iedereen bedreigen die ze betrappen op jagen, iets wat voor de Bosjesmannen levensnoodzakelijk is. Aan die gewapende parkwachters doet de regering niets.
Ook andere mensen die zich met de zaak bezighouden worden gesaboteerd door de Botswaanse regering. Aan zeventien personen, onder wie journalisten en mensenrechtenactivisten, werd de toegang tot Botswana geweigerd. Het media instituut van Zuid-Afrika heeft de Botswaanse regering aangespoord hun weigering van journalisten te herzien. CNN citeert Siphamandla Zondi van het Zuid-Afrikaanse Instituut voor Globale dialoog, “in Botswana maken ze zich zorgen over hoe de regering omgaat met verschillen in mening. De regering moet voorzichtig zijn met de perceptie dat het een dictatoriaal land wordt, de democratie waar ze zo hard voor gevochten hebben mag niet verdwijnen.” Maar de regering gaat onverminderd door met haar beleid. Op 13 mei 2007 werd zelfs de toegang geweigerd aan VN medewerker Rodolfo Stavenhagen. De Botswaanse regering heeft duidelijk liever niet dat er over haar praktijken gerapporteerd wordt, niet in de pers en niet aan de VN.
Internationale strijd
Roy Sesana, de woordvoerder van de Bosjesmannen, heeft het Brits parlement ontmoet op woensdag 23 mei 2007. Daar heeft hij zijn zaak uit de doeken gedaan in de hoop op de steun te kunnen rekenen van Groot-Brittannië. Hij praatte met leden van de nieuw gevormde, Parlementaire Groep voor Tribale Volkeren (Parliamentary Group on Tribal Peoples), die werd opgericht om stammen over de hele wereld bij te staan tegen discriminatie. Ook wil de parlementaire groep de problematiek rond de stammen aan bod brengen in het Britse parlement.
Sesena gaf op 24 mei ook een brief aan Tony Blair waarin stond te lezen dat zijn stam het betreurt dat de Britse overheid de Botswaanse gesteund heeft in de hele zaak, maar nu hoopt op verandering. Na zijn bezoek aan Groot-Brittannië trok Sesana naar Italië. Hij beklemtoonde in zijn speeches dat de publieke opinie alles kan veranderen, dat de publieke opinie een zaak zoals de uitzetting van een volledig volk op de eerste plaats van de politieke agenda kan plaatsen. Op 4 juni eindigde zijn Europese tour.
Een land dat ooit geprezen werd om haar democratie wordt nu in een ander daglicht gesteld. Van democratie is er geen sprake meer in Botswana, zelfs een uitspraak van de rechtbank lapt de regering aan haar laars. Als het volk geen beroep meer kan doen op het gerecht gaat het schenden van mensenrechten ongetemperd voort en is de kans op democratie onbestaand.
(Uitpers, nr 90, 9de jg., oktober 2007)
Deze tekst werd eerder gepubliceerd in: Vrede. Tijdschrift voor internationale politiek, nr. 386, juli-augustus 2007
Bronnen:
The Ecologist