“Een schande” noemde algemeen secretaris Kofi Annan het, “niet eens een vooruitgang op het vlak van de nucleaire ontwapening”. De VN top van 14 september over mogelijke hervormingen is een maat voor niets. Dat is zo op het vlak van de milleniumdoelstellingen, dat is zo op het vlak van vrede en veiligheid.
Echt verrassend is dat niet. De nieuwe VS vertegenwoordiger bij de Verenigde Naties (VN), John Bolton, heeft in augustus duidelijk laten verstaan, dat er in de nieuwe VN documenten niet over nucleaire ontwapening kon gesproken worden. Ook in mei van dit jaar, tijdens de herzieningsconferentie van het non proliferatieverdrag, werden er geen nieuwe afspraken gemaakt. Men slaagde er zelfs niet in om de tussenstappen van de vorige conferentie te herbevestigen.
Nochtans is het dossier van kernwapens absoluut van deze tijd. Een aantal Westerse leiders vrezen voor een mogelijke kernaanval die zou kunnen uitgaan van zogenaamde ‘voorposten van de tirannie’, zoals Noord-Korea of Iran, maar ook het scenario van terroristen die kernwapens bemachtigen duikt meer en meer op.
Nochtans komt de grootste dreiging van het effectief inzetten van kernwapens misschien wel van binnen de NAVO uit, een militair bondgenootschap waar België lid van is. Ondanks het non proliferatieverdrag verklaarde de Britse minister van Defensie nog zeer recent dat het noodzakelijk is het kernwapenarsenaal te vernieuwen. Ook Frankrijk heeft al geopteerd voor het handhaven en verbeteren van zijn nucleaire capaciteit. Dat is vragen naar problemen. Als de nucleaire machten niet bereid zijn om de verplichtingen die voortvloeien uit het non proliferatieverdrag uit te voeren, dan staan andere landen natuurlijk onmiddellijk klaar om zich ook te verzetten tegen maatregelen die de kernproliferatie tegen willen gaan.
Zopas lekte in de VS een ontwerp van nucleaire doctrine uit dat ons 60 jaar na Hiroshima gevaarlijk dicht brengt bij de effectieve inzet van kernwapens. Daarin staan een aantal scenario’s waarin de opstellers onder leiding van de militaire stafchef, het gebruik van kernwapens opportuun achten. Terwijl in de Koude oorlog vooral in termen van afschrikking werd gedacht wordt hier de deur geopend voor preventieve aanvallen zelfs indien er geen sprake is van massavernietigingswapens bij de tegenstander. Dat is bijvoorbeeld “in geval van conventionele overmacht van een tegenstander” of “voor een snelle beëindiging van een oorlog volgens VS-voorwaarden” of nog om “het succes van VS- of multinationale operaties veilig te stellen”. Een aantal scenario’s houdt verband met de door de minister van Defensie gewenste ontwikkeling van ‘Bunker busters’, mini-nucleaire wapens die diep in de grond kunnen penetreren. Hij kreeg daarvoor van het Amerikaans congres niet de nodige middelen. Het lijkt er op dat een aantal scenario’s in de ontwerpdoctrine de ontwikkeling ervan moeten rechtvaardigen. In het document staat dat zo: “voor een aanval tegen installaties van tegenstanders met inbegrip van massavernietigingswapens, versterkte bunkers met chemische of biologische wapens of commando- en controlestructuren die de vijand nodig heeft om massavernietigingswapens in te zetten”.
Terwijl een aantal landen tot paria worden veroordeeld omwille van hun (vermeende) kernwapenprogramma’s, gaan de nucleaire machten niet alleen door met de ontwikkeling van deze gruwelijk wapens, maar ontwerpen ze ook de meest verregaande strategieën voor de inzet ervan. Het gaat om een schandalige hypocriete machtspolitiek waarbij het internationaal recht gebruikt of misbruikt wordt al naargelang het uitkomt. Het internationaal recht is duidelijk. Ten eerste stelt het non proliferatieverdrag dat er niet gestreefd mag worden naar verwerving van kernwapens, terwijl de officiële kernwapenmachten het engagement aangaan om het kernwapenarsenaal te ontmantelen. Ten tweede is er de dubbele uitspraak van het Internationaal Gerechtshof van Den Haag over de illegaliteit van het kernwapen, en de verplichting van elke staat om onderhandelingen op te starten en tot een goed einde te brengen om volledige nucleaire ontwapening te bereiken. De Belgische senaat en kamer schrijven zich in een recente resolutie volledig in deze logica in. Maar resoluties alleen brengen ons geen stap dichterbij de noodzakelijke eliminatie van alle kernwapens, ze moeten omgezet worden in beleid.
België zou beter ook werk maken van het naleven van het internationaal recht in plaats van er lippendienst aan te bewijzen. Op onze regering rust de plicht om op alle mogelijke manieren de nucleaire strategie van de NAVO en haar lidstaten af te wijzen. De vredesbeweging verwacht van onze regering dat nieuwe agressieve nucleaire doctrines krachtig worden veroordeeld. Daar kan onder geen beding op worden toegegeven. Elk intentieverklaring om ze te gebruiken staat gelijk aan het voorbereiden van misdaden tegen de menselijkheid.
De Vlaamse Vredesweek eist dit jaar dat onze regering niet langer haar goedkeuring geeft aan de kernwapenstrategie van de NAVO waarbinnen ons land nucleaire taken opneemt. Wat ook het standpunt kan zijn rond de NAVO zelf, nucleaire taken zijn geen verplichting als lidstaat! Als België zijn engagement als ondertekenaar van het non proliferatieverdrag ernstig neemt moet ons land resoluut kiezen voor een NAVO zonder kernwapens. Dat betekent dat de kernwapens in Kleine Brogel worden verwijderd, nucleaire taken zoals de training van piloten en het onderhoud van de installaties worden stopgezet en dat binnen de NAVO kernwapens uit het strategisch concept worden gehaald en de Nuclear Planning Group wordt ontmanteld.
In België is daarvoor een groot draagvlak. Dat bewijst onder meer het succes van de campagne ‘Burgemeesters voor Vrede’, waarbij 243 Belgische burgemeesters zich hebben aangesloten bij de oproep van de burgemeester van Hiroshima. Maar behalve draagvlak is er ook politieke moed nodig om conform het internationaal recht tegen de wil van de VS en de andere nucleaire machten binnen de NAVO in te gaan. Veel Belgische burgers verwachten van onze regering dat ze die moed opbrengt. De Vlaamse vredesweek zal met zijn campagne die loopt van 23 september tot 2 oktober de druk op onze politici verder opvoeren. Rond nucleaire wapens is er immers geen enkel compromis mogelijk. De slogan luidt dan ook ‘alle kernwapens de wereld uit’.
Georges Spriet en Ludo De Brabander
(Uitpers, nr. 68, 7de jg., oktober 2005)
Meer over de campagne van de Vlaamse vredesweek is te vinden op www.vredesweek.be