Donderdag 10 mei mochten de Algerijnen naar de stembus gaan om een nieuw parlement te kiezen. De stembusslag werd geteisterd door fraude, intimidatie en omkoping. De these dat de islamisten gingen winnen en die in de aanloop van de verkiezingen veel werd gebruikt in de media, bleek uiteindelijk een grote vergissing te zijn.
Militaire dictatuur
Algerije is al sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1962 een militaire dictatuur. Tussen 1989 en 1991 kende Algerije wel vrije verkiezingen voor de gemeentebesturen en het parlement. Die werden toen gewonnen door het salafistische FIS (Front Islamique du Salut). Dit zorgde ervoor dat in 1991 het leger het FIS verbood en de verkiezingsuitslagen nietig verklaarde. Sindsdien staan verkiezingen in Algerije synoniem voor fraude en omkoping.
De Algerijnse goocheltruc
Het uitgaande parlement telde 389 zetels, door een nieuwe wet zijn er dat nu 462. Het uitbreiden van het aantal parlementszetels moet alle partijen in het parlement tevreden houden en tegelijkertijd de schijn opwekken dat partijen zetels kunnen verdienen. Deze truc werd ook in Marokko gebruikt om de islamisten als grote overwinnaar uit de bus te laten komen en andere partijen tevreden te houden.
Lage opkomst en fraude
Als we de officiële cijfers mogen geloven dan is 42,90 procent van de stemgerechtigde Algerijnen gaan stemmen. In Tizi-Ouzou, de hoofdstad van de Amazigh-regio Kabylië, een regio die bekend staat als een kerngebied van de oppositie tegen het militaire regime was dit zelfs maar 19,84 procent. In de Algerijnse hoofdstad Algiers stemde maar 30,95 procent. En bij de Algerijnse diaspora zelfs maar 14 procent. Volgens vele analisten en politieke partijen lag de werkelijke opkomst nog veel lager.
De oppositie die het niet meer weet
De legitimiteit voor deze verkiezingen lag in het feit dat de oudste Algerijnse oppositiepartij het Front des Forces Socialistes (FFS) voor de eerste keer sinds decennia meedeed. Zij krijgt 21 zetels in het nieuwe parlement. Een andere belangrijke oppositiepartij, het RCD (Rassemblement pour la Culture et la Démocratie) besloot om de verkiezingen te boycotten.
De grootste stroming onder de islamisten, namelijk de salafisten, ging ook niet stemmen voor de bestaande islamistische politieke partijen. De islamistische Groene Alliantie, waarvan de Moslimbroederschap deel uitmaakte, werd met 48 zetels de derde politieke kracht. Nieuw was dat niet, aangezien sommige islamistische partijen in het verleden deel hebben uitgemaakt van regeringen.
Geen verandering
Het Rassemblement National Démocratique (RND) van premier Ahmed Ouyahya haalde 68 zetels en het FLN (het historische Front de Libération Nationale dat Algerije in 1962 naar de onafhankelijheid voerde) van president Abdelaziz Bouteflika, haalde 220 van 462 zetels binnen.
Deze verkiezingsuitslag symboliseert het status-quo. Het Algerijnse leger heeft gekozen om geen verandering binnen het systeem te tolereren en de lage opkomst weerspiegelt ook de onverschilligheid van de Algerijnen tegenover deze verkiezingen.
(Uitpers nr. 143, 13de jg., juni 2012)
Bron: dewereldmorgen.be