De Europese Unie en de rest van Europa kampen met oude demonen. In Wenen en Rome duikt de kwestie Zuid-Tirol weer op, Boedapest werpt zich op als beschermer van de etnische Hongaren in andere landen. En in Griekenland betogen weer honderdduizenden achter leuzen als “Alexander de Grote sprak Grieks met Aristoteles”, wat als bewijs moet gelden dat Macedonië een door Griekse (en geen Slavische) naam is. De Slaven zakten pas duizend jaar na Alexander naar die regio af, uiteraard spraken Alexander en zijn docent dus geen Slavische taal. Hoe dan ook, het kan voor veel Grieken niet dat de ex-Joegoslavische republiek aan de noordgrens van Griekenland een benaming met Macedonië zou dragen. Is dit 1912?
Op 21 januari waren er honderdduizenden – een half miljoen volgens de organisatoren, 90.000 volgens de politie – manifestanten in Thessaloniki. “Er is slechts één Macedonië en dat is Grieks”, achter die leuze stapten op 4 februari in Athene alweer honderdduizenden Grieken – één miljoen aldus de organisatoren, 140.000 zei de politie – op. De kwestie beroert de gemoederen blijkbaar meer dan de armoede waarin miljoenen Grieken leven.
Naam geven
Meer dan een kwarteeuw geleden zag ik in Thessaloniki ook al rond één miljoen mensen manifesteren om de wereld diets te maken dat er slechts één Macedonië is, en dat is het Griekse. De Macedonische vorst Alexander de Grote en zijn leermeester Aristoteles waren toch Grieken? Datzelfde weekend woonde ik bij de grens met Albanië een manifestatie bij georganiseerd door de lokale Grieks-orthodoxe bisschop die Noord-Epiros, het zuiden van Albanië, als Grieks gebeid opeiste. De nationalistische hysterie is dus niet nieuw.
Grieks-orthodoxe bisschoppen waren ook nu prominent aanwezig op de betogingen in Thessaloniki en Athene. Wat hen en die andere honderdduizenden zo mobiliseert? Het nieuws dat de Griekse regering en de regering in Skopje, hoofdstad van wat nog de FYROM, de vroegere Joegoslavische republiek Macedonië, heet, een akkoord zouden hebben over een nieuwe benaming voor die republiek. Zoiets als Noord-Macedonië of Hoog-Macedonië. Maar voor de Griekse nationalisten kan daar geen sprake van zijn, “er is slechts één Macedonië en dat is het onze.”
Griekse miskenning
Over de benaming Macedonië en over de Macedonische taal is al vaker ruzie gemaakt en zelfs oorlog gevoerd. Toen Joegoslavië iets meer dan een kwarteeuw geleden implodeerde, werd de deelrepubliek Macedonië ineens een onafhankelijke staat. Macedonische identiteit was ten tijde van Joegoslavië min of meer afgelijnd geraakt. Er was onder Tito een duidelijke Macedonische taal gekneed, een zet tegen de Bulgaarse beweringen dat er in dat gebied overwegend Bulgaarse dialecten werden gesproken.
Het was nooit naar de zin van Griekenland geweest, die benaming Macedonië, want ook het noorden van Griekenland draagt die naam. Welke taal ze daar indertijd spraken, lang vóór de Slavische migranten er aankwamen, werd door Griekse bronnen steeds omschreven als Griekse dialecten. Dat bleef ook deels zo na de komst van Slavische volkeren vanaf de 7e eeuw. Onder meer via de orthodoxe kerk slopen veel Griekse termen in het woordgebruik van de inwoners in die regio. Hoe dan ook, voor, tijdens en na Alexander de Grote sprak de geschoolde elite Grieks, er was geen onderricht in andere talen.
De Slaven die zich in de regio Macedonië vestigden, tot in Thessaloniki, stonden dus onder sterke Griekse invloed. Hun eigen talen werden ook tijdens het Ottomaans bewind niet voor vol aanzien. In dat bewind werden de volkeren op de Balkan ingedeeld volgens religie; er was toen nog geen Macedonisch-orthodoxe kerk (dat is slechts recent opgericht) zodat veel orthodoxe Macedoniërs terechtkwamen bij de Grieks-orthodoxen. Degenen die het Bulgaars-orthodoxe exarchaat als gezag herkenden, werden dan maar Bulgaren.
In het in 1830 onafhankelijk geworden Griekenland, bleef dat dan maar zo. De Slavische bevolking was rechteloos; al wat op Slavische literatuur leek, werd stelselmatig vernietigd. Onder de dictatuur van Metaxas (1936-1940) werden mensen afgetuigd en opgesloten als ze op straat Slavisch spraken.
Communisten
Tijdens de burgeroorlog van 1945 tot 1949 steunden de Macedoniërs de communisten die het opnamen voor die miskende minderheid. De communistische KKE, beloofde onder meer dat de Slavische minderheid na een communistische zege zelfbestuur zou krijgen. De Macedoniërs hadden hun eigen ‘Nationaal Bevrijdingsfront- Macedonië’ dat samen met de communisten tegen de monarchie streed. In het noorden werden toen 87 scholen opgericht waar meer dan 10.000 kinderen les kregen in het Slavisch-Macedonisch.
Na de communistische nederlaag vluchtten tienduizenden Slavische Macedoniërs de grens over, vooral naar Joegoslavië en Bulgarije. In dat laatste land werden de Macedoniërs bij de volkstellingen apart genoteerd, tot het communistisch regime aan etnische homogeneïsering ging doen en de Macedoniërs ook daar statistisch verdwenen. In Griekenland bleven de overgebleven Slavische Macedoniërs achter zonder enig recht, want voor Athene bestonden ze niet.
Athene-Skopje
Aanleiding voor de recente massabetogingen is een voorakkoord tussen de regering in Athene en die in Skopje, de hoofdstad van “Fyrom”. Sinds vorig jaar heeft Skopje een meer progressieve regering van sociaaldemocraten en Albanese partijen die niet zo nationalistisch is als de vorige van de VMRO-DPMNE die daar twintig jaar de politiek beheerste. De regering Tsipras in Athene vond dit een geschikt moment om dit naamprobleem eindelijk op te doeken.
Maar dat ligt dus erg gevoelig in zowel Griekenland als “Fyrom”. Tsipras zal in het parlement niet kunnen rekenen op zijn partners van ‘Onafhankelijke Grieken’, terwijl de regering in Skopje wellicht de nodige twee derde meerderheid niet zal vinden. In Thessaloniki en Athene betoogden de orthodoxe popes in gezelschap van de nationalisten van Nieuwe Democratie (partij van de EVP) en van de fascistische Gouden Dageraad.
Europa
De aanslepende en weer actuele kwestie Macedonië toont de broosheid van grenzen aan. In 1975 was het zogenaamde Helsinki-proces afgerond met de Helsinki-akkoorden en de oprichting van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Dat Helsinki-proces was een (schijn-)succes voor Moskou dat absoluut de naoorlogse grenzen in Europa definitief internationaal gewaarborgd wou zien. Met op de eerste plaats definitieve erkenning van het bestaan van de Duitse Democratische Republiek (DDR, Oost-Duitsland).
Sinds de Berlijnse Muur eind 1989 werd omvergehaald, zijn de DDR en veel grenzen gesneuveld. Daaronder alle binnengrenzen van de Sovjet-Unie en van Joegoslavië, terwijl de onderlinge grenzen ook onder druk staan. Die tussen Oekraïne en Rusland is al gewijzigd, maar dat is mogelijk de laatste niet. Albanese nationalisten wachten het moment af om de droom Groot-Albanië werkelijk te maken. De Hongaarse premier Orban en andere Hongaarse nationalisten hangen kaarten van Groot-Hongarije op. In Wenen spelen ze met Zuid-Tirools vuur. Catalaanse, Ierse en Schotse nationalisten willen aan de grenzen sleutelen. En in de “Vroegere Joegoslavische Republiek Macedonië” hebben de nationalisten hun kaarten van Groot-Macedonië – met daarbij het noorden van Griekenland en de Bulgaarse regio Pilin – nog altijd niet opgeborgen. Alsof we weer in 1912 zitten.