Misschien zijn vijfhonderdvijftig bladzijden net iets te veel om er verplichte lectuur van te maken, en toch zou het dat moeten worden. Leg het boek naast de Vlaamse canon, om wat evenwicht te krijgen. Wie kan lezen zal dan meteen begrijpen dat onze Vlaamse identiteit een lachertje is en niet op kan tegen krachten die mondiaal worden gestuurd en inderdaad een ‘verborgen geschiedenis’ schrijven.
Er valt veel op te merken over dit boek van Paul Goossens, maar ik wil er niet eens aan beginnen. Want de grondtoon is met de titel en met de afsluitende zinnen gezet. Het wordt in de opeenvolgende hoofdstukken in detail uitgelegd.
In deel één wordt de barre tocht geschetst van het gelijkheidsidee door de Europese geschiedenis. Gelijkheid is voor elk establishment een bedreiging, zo wordt gesteld, en toch werd met de Verlichting en de revoluties in de daaropvolgende eeuwen een eind gemaakt aan drieduizend jaar slavernij en racisme. Ja, dat was zuiver formeel, de witte superioriteit bleef gelden, maar de principes van gelijkheid stonden wel op papier en werden instrumenten in de strijd voor meer. Aan de vooravond van de Grote oorlog was de kloof tussen arm en rijk dieper dan ooit in de grootste Europese landen. Na de tweede Wereldoorlog kwam er een historische doorbraak, hoewel ook dat weer te niet werd gedaan vanaf 1980.
In deel twee gaat het over de revival van de ongelijkheid na 1980, met een focus op de Verenigde Staten. Wie weet er hoe zeer de arbeidersbeweging heeft geprobeerd om voet aan de grond te krijgen, hoeveel stakingen en dodelijke repressies er telkens opnieuw het resultaat van waren? De vakbonden blijven zeer zwak in de V.S., en na 1980 hebben giganten als Amazon en Walmart de grote en grove middelen boven gehaald om vakbonden blijvend te weren.
In het derde deel wordt het Europa van na de Tweede Wereldoorlog doorgelicht. De opmars van de verzorgingsstaten, de pogingen van Delors en Juncker om een sociale agenda in te bouwen in de Europese constructie en het nieuwe verhaal over de besparingsmaatregelen die er al zijn en ons nog te wachten staan.
Men zou kunnen opmerken dat er té veel politiek en té weinig sociale geschiedenis werd geschreven, maar die politieke context is wel nodig om de bescheiden pogingen om een sociaal beleid te ontwikkelen zowel als de brutale en dodelijke ingrepen van de ‘financiële markten’ te begrijpen.
Geen sociale kwestie
Wat Paul Goossens beschrijft is overigens niet eens het verhaal van het slagende of falende sociaal beleid, wel dat van de machtigen dezer aarde voor wie de ‘sociale kwestie’ – zomin als de klimaatverandering – van geen tel is.
We leven inderdaad in een ongelijkheids- en in een armoedefabriek. Men pakt uit met maatregelen die ‘doen alsof’, alsof wordt gezorgd voor mensen, alsof armoede wordt bestreden, alsof werknemers worden beschermd. In werkelijkheid en zelfs niet langer verborgen achter de schermen worden de domste en schadelijkste maatregelen goedgekeurd om winsten te verhogen, om de prijs van aandelen de hoogte in te jagen, om de sancties te treffen die onbetaalbare energieprijzen voor de bevolking tot gevolg hebben. Men wil de markten ‘bevrijden’ maar markten worden onophoudelijk gemanipuleerd, in het voordeel van enkelen.
Schrijnend is het gedetailleerde verslag van hoe de Europese Centrale bank de kluit bedriegt, van hoe lui als Martens, Dehaene en Verplaetse de democratie even onder de mat schuiven om de Belgische Frank aan de Duitse Mark vast te klinken en om een Globaal Plan door te voeren.
Greed is good! Het neoliberalisme kan de ‘intellectuele oplichterij van de eeuw’ worden genoemd. Het heeft niets met een ‘vrije markt’ te maken, wel alles met het uitschakelen van de concurrentie én van de democratie. Goossens verwijst o.m. naar een boek van onze Van Overtveldt over Friedman en de ‘vrije markt’ in Chili, waarin voor de terreur van Pinochet zelfs geen ruimte is.
De moeilijke vragen die er toe doen, aldus Goossens, worden niet eens gesteld. Twee voorbeelden van vandaag: In hoever kunnen en willen we Zelenski volgen? De militaire uitgaven moeten omhoog, maar kunnen we dat budgettair wel aan? Vast staat dat je niet tegelijk de militaire uitgaven kan optrekken en het begrotingstekort verminderen zonder de openbare diensten en de sociale zekerheid uit te kleden.
De Europese Unie heeft spectaculair gefaald. De bewegingsruimte van de politiek is fel ingekrompen. De financiële alchemisten voeren de plak en de reële economie werd op een zijspoor gezet.
We hebben vandaag te maken met een schuldenlast om U tegen te zeggen, ooit en wellicht vrij snel zal die ballon uit elkaar spatten, maar ondertussen vergroot en vergroot de ongelijkheid. De onkunde van de centrale banken wordt elke dag bespottelijk helder, maar van tevoren worden ze vrij gepleit. Schuldig verzuim, het is een eufemisme in het kwadraat.
Niets nieuws, maar zó actueel
Ach, wie de boeken van Piketty, Milanovic of Stiglitz leest, kan weinig nieuws ontdekken in dit boek. Maar wie zijn ze? Een handvol progressieve marginale betweters. Voor een grote bevolkingsgroep zijn ze van geen tel. Paul Goossens kan dat wel zijn, hij schrijft zeer goed, hij vat moeilijke thema’s bevattelijk samen, hij legt alles geduldig en overtuigend uit. Dit boek is toegankelijk voor een groot publiek en men moet hopen dat het heel erg veel gelezen wordt, dat mensen gaan begrijpen hoe ze bij de kluit genomen worden.
Er is vandaag nog nauwelijks verzet dat echt kan tellen, noch lokaal en nationaal, en zeker niet Europees of mondiaal. Misschien kan dit boek er iets aan veranderen, want wat nog op ons afkomt is verre van positief. Het sociaal ongenoegen is groot, maar mensen voelen zich machteloos.
Neen, de kleine mankementen in dit boek vind ik niets eens het vermelden waard. Wel wil ik tot slot nog zeggen hoe onvoorstelbaar blij ik ben met dit getailleerde verhaal over de Europese Unie, Maastricht, de Euro, Delors en tutti quanti. Het werd allemaal al eerder gezegd, maar voor wat uw dienares tien en twintig jaar geleden schreef werd ze enkel verguisd. Kritisch zijn voor het beleid zonder de EU zelf naar de verdoemenis te wensen kon enkel het bewijs zijn van halfslachtigheid, ja van verraad aan de goede linkse zaak. Een boek dat ik voor de Europese verkiezingen schreef in 2009 werd door dezelfde uitgever geweigerd. Nooit of te nimmer, zo toont Goossens aan, heeft de Europese Gemeenschap en later de Unie de soevereine natiestaat bedreigd, integendeel. Je moet De Wever heten – of in Frankrijk Cassen, Nikonoff, Chevènement of Mélenchon – om dat te durven beweren. De B en C plannen zijn nu opgeborgen. Ach, ’t kan verkeren, gelukkig maar.
“Het ‘all men are created equal’ dat de elite op precieus papier zette, was zowel magisch als onovertroffen hypocriet. Van een sociale correctie, zo luidde de consensus onder de auteurs, kon geen sprake zijn, wel van een heilig verklaring van het absolute eigendomsrecht. De illusie werd gecultiveerd dat gelijkheid in een sociaaleconomisch vacuüm kon bestaan.” De onderwerping werd gekraakt, maar enkel op papier. Enkelen werden onmetelijk rijk, de meerderheid kan met moeite overleven. Dit is de wereld waarin we leven. Hoe lang nog?
Het is gewoon een schitterend boek.