Eind december vorig jaar werd de Brit Akmal Shaikh in de Chinese stad Urumqi via een injectie gedood na eerder door het Chinese gerecht ter dood zijn veroordeeld wegens het smokkelen van 4 kilogram heroïne. Luide Britse protesten en smeekbeden van organisaties en zijn familie aan de Chinese autoriteiten hielpen niet. Integendeel, de Chinese autoriteiten reageerden vrij geagiteerd en boos. Vooral dan op de Britse regering. Niet verbazend natuurlijk.
De glorie van weleer
Sinds Deng Xiaoping in 1978 China via de zogenaamde ‘Vier Moderniseringen’ op het pad richting de vroegere glorie, welvaart en macht zette is het land tegen een vaart sneller dan die van een TGV opgeklommen tot de wereldtop. Het is sinds dit jaar de grootste exporterende mogendheid ter wereld, bezit meer dan 2000 miljard dollar aan buitenlandse deviezen, leende meer dan 1000 miljard aan een almaar armer wordende VS en steekt in 2010 Japan voorbij als tweede grootste economische mogendheid.
Bovendien nam China in 2009 twee heel belangrijke economische maatregelen die wereldwijd een grote invloed gaan hebben.
Maatregelen voor het platteland
Vooreerst voert men nu op het platteland, waar nog de meeste Chinezen wonen, een vorm van sociale zekerheid in. Verder kunnen de mensen op het platteland de eigendom als een woning of grond die ze beheren en/of bewerken nu ook als een vorm van kapitaal ten gelde maken. Men mag het als kapitaal inbrengen in vennootschappen of men kan het gebruiken als onderpand voor leningen.
Het nog onderontwikkeld platteland gaat als gevolg hiervan de komende decennia op economisch vlak daarom een zeer grote expansie tegemoet. De nu al merkbare veranderingen gaan er ultrasnel doorgevoerd kunnen worden.
De nummer één
Het gevolg gaat zijn dat de Chinese economie ook nog voor twintig of meer jaren snel zal blijven groeien. Belangrijker op wereldschaal is dat China daardoor nog veel minder dan nu al afhankelijk zal zijn van het buitenland voor de afzet van zijn producten.
Wat China diplomatiek dan weer nog heel veel meer speelruimte zal geven. En dan is het afwachten hoe de EU en de VS hierop gaan reageren. Ruzie maken? Of samenwerken?
Dit gekoppeld aan een groei op het vlak van technologie betekent dat China gaat slagen in zijn opzet om binnen enkele jaren de VS voorbij te steken als grootste economische mogendheid. Nu reeds komt de VS qua handel maar op de vierde plaats meer, na China, Duitsland en Japan. Ooit was de VS goed voor 48% van de wereldwijde handel.
Diplomatieke oorlog
Hoeft het te zeggen dat je met een dergelijk land zijn voeten niet moet spelen. Ooit, voor de destructieve komst van de Europeanen waren India en China de economisch machtigste natiën ter wereld. Die toestand keert nu stilletjes aan weer. En dat weet men zowel in India als in China heel goed. Hier amper of niet.
In Europa en de VS ziet men dat met lede ogen aan en wil men blijkbaar dat verlies aan macht met alle middelen verhinderen. In plaats van samen te werken aan een betere wereld wordt er achter de schermen integendeel een vrij brutale oorlog gevoerd. Voorlopig nog zonder veel geweervuur. Alhoewel.
Zo vielen er het voorbije jaar toch tientallen doden bij rassenrellen in zowel Tibet als Sinkiang. In beide gevallen aangestoken door ultranationalisten die zowel financiële als politieke steun krijgen vanuit de VS en Europa. En wie weet zelfs militaire training? Een houding die in het verleden al in veel gevallen leidde tot een oorlog.
Onbeschofte Belgische Senaat
Typerend was dat de Belgische Senaat vorig jaar unaniem de vrijlating vroeg van alle Tibetaanse betogers die door de Chinese politie waren opgepakt. Betogers die in bepaalde gevallen bij nacht woningen waarin zich kinderen bevonden in brand hadden gestoken. Een halsmisdaad in alle landen. Maar hier vroeg onze Senaat hun onmiddellijke vrijlating! Omdat het toch maar dode Chinezen waren?
België stuurt Leo Delcroix volgend jaar met een grote commerciële delegatie naar de wereldtentoonstelling in Shanghai. Wedden dat de Tibetaanse nationalisten bij de Belgen dan niet welkom zullen zijn. Nog niet als vloermat.
Een belediging voor alle Chinezen
Nog erger waren echter de door de VS en EU bijna openlijk gesteunde rellen naar aanleiding van de Chinese Olympische Spelen. Wat voor China de bekroning moest worden van dertig jaar ‘Vier moderniseringen’ en de kers op de taart van het opnieuw sterke China werd bijna een ramp voor het land. Met Westerse regeringsleiders die Tibet als excuus gebruikten om te dreigen met wegblijven.
En dan is er de financiële en politieke steun voor allerlei Chinese opposanten. Voldoende om niet alleen de Chinese regering maar ook Wang Modaal woedend te maken.
Een opkomend ultranationalisme
De nieuwe rijkdom heeft in China immers ook een golf van ultranationalisme doen ontstaan, gelijkaardig aan het Britse en Amerikaanse nationalisme. Men zal er moeten mee leven, zoals men ook met het Russische en Braziliaanse nationalisme zal moeten samenleven.
Vooral de dreigende Westerse boycot van de Olympische Spelen heeft hier heel veel kwaad bloed gezet. Het gepraat in schoolmeesterstijl tegen China over mensenrechten door de EU en de VS komt er – niet geheel verbazend – over als hypocriet gezwans van de bovenste plank.
Het China van tegenwoordig is een land vol zelfvertrouwen waar arrogantie zich stilaan maar zeker in nestelt. Het heeft zoals tijdens de milieutop in Kopenhagen bleek in veel gevallen ook de steun van de rest van de Derde Wereld, India incluis! Een India dat de VS zo hoopt op te zetten tegen China.
Japan koerst naar China
Probleem voor de VS daarbij is dat Japan, Taiwan en Zuid-Korea, de kern van haar vazallen in de regio, de voorbije jaren allen eieren voor hun geld kozen en hun beleid meer en meer afstemmen op dat van China en weg van de VS. Typerend, Japan en Iran onderhouden perfecte relaties. Ook bij de landen van ASEAN (de Association of South East Asian Nations bestaande uit Brunei, Indonesië, de Filippijnen, Vietnam, Singapore, Cambodja, Myanmar, Thailand, Laos en Maleisië) zet men het schip koers richting China.
De voornaamste handelspartner van Japan is trouwens niet langer de VS maar China. En hetzelfde voor Australië dat zich voorlopig nog wel inschakelt in de Brits-Amerikaanse logica. Zij het met veel twijfels. Voor in geval: Kevin Rudd, de Australische premier spreekt perfect Chinees.
Een Amerikaanse bullebak in China
In plaats van dus te streven naar een vorm van vriendschappelijke samenwerking lijkt men zowel in de EU als bij de VS de koers te wenden richting confrontatie. Typerend was het recente bezoek van Barack Obama.
Die eiste een discussiebijeenkomst met Chinese studenten en eiste bovendien dat die confrontatie ook op nationale TV via een direct relais zou worden uitgezonden. Wat de Chinezen uiteraard beleefd weigerden. Waarna de Westerse media als de Financial Times het hadden over perscensuur.
Censuur op het internet
En toen onze pers over dit debat berichten had men maar oog voor een onderwerp: Obama’s aanval op wat hij noemde de Chinese censuur van het internet. Waarmee hij antwoordde op een vraag die in China via het internet was gevraagd. Alleen, ze kwam via de Amerikaanse ambassade in Beijing. Obama stelde zichzelf dus de vraag die als enige in onze pers aan bod kwam.
Voor wie de heel levendige discussies op het Chinese internet kent een totaal van de pot gerukte bewering. Hier echter gesteld door een pers die vermoedens, vage beweringen, slogans, halve waarheden, verdraaiingen en leugens omvormt tot een geheel dat zij nieuws noemen.
En nochtans had die botsing van ideeën tussen Chinese nationalistische studenten en Obama best boeiend geweest. We kregen het alleen in onze media niet te horen. Wegens de censuur. Hier dan!
China moet zijn munt herwaarderen
Kort daarna was het weer prijs toen de VS en de EU China uitscholden omdat het zijn munt, de yuan kunstmatig laag zou houden. Een beleid van muntmanipulatie waar de VS al decennia in uitblinken. In China weigert men ook nu weer beleefd maar sluit men op termijn een verhoging niet uit. Men herinnert zich daar maar al te goed de Amerikaanse druk van een twintig jaar geleden op Japan om zijn munt de Yen te herwaarderen. Waaraan Tokyo toegaf. De Japanse economie ondervindt er nog steeds de gevolgen van.
En dan kwam er Kopenhagen dat faalde wegens de onoverbrugbare tegenstellingen tussen de VS, de EU en de rest van de wereld. Ook nu weer schoof men vanuit het Westen de schuld in de schoenen van China. Zowel de Britse eerste minister Gordon Brown als zijn minister van Buitenlandse Zaken David Miliband gaven China de volle lading. Voldoende voor een stevige riposte vanuit Beijing.
Speelbal in een oplaaiend diplomatiek gevecht
En dan kwam daar dan die onbekende Akmal Shaikh, een kleine man tussen al die hoog oplaaiende diplomatieke ruzies. “De man is mentaal niet in orde en is het slachtoffer van Poolse drughandelaars die hem onwetend met die 4 kg heroïne opzadelden”, stelden zijn vrienden en familie. Zonder daarvoor veel bewijs te leveren.
En toen ook het duo Brown en Miliband zich hier tegen China in de arena wierpen was het lot van onbekende Shaikh snel bezegeld. In China maakte men daarbij veelzeggend even allusie op de problemen met drugs zoals bleek uit “onze geschiedenis” zoals China het stelde. Daarbij verwijzend naar de Britse Opiumoorlogen uit 1840 en 1860 toen onder meer Hong Kong werd veroverd en de Chinezen onder het oog van de Britse kanonnen verplicht werden opium te consumeren.
“China staat op en zegt nee”
De boodschap was duidelijk: ‘Britse regering, jullie zijn een stelletje hypocriete smeerlappen en imperialisten. We hebben jullie niet nodig en dus kunnen jullie de pot op.’ Waarna de onbekende povere Shaikh zijn dodelijke dosis gif kreeg ingespoten onder het motto: ‘China staat op’.
Shaikh, slachtoffer van een diplomatieke oorlog en Britse lompheid.
(Uitpers nr. 117, 11de jg., februari 2010)