“AIPAC doet belangrijk werk. Ik hoop dat u dat weet. AIPAC vraagt in Washington en daarbuiten aandacht voor de grote veiligheidsuitdagingen van onze tijd. U onderricht het Congres en de Amerikaanse bevolking over de groeiende gevaren van proliferatie. U heeft zich uitgesproken over de dreiging die uitgaat van Irans nucleaire wapenprogramma. U hebt altijd gewaarschuwd voor de duivelse ambities van terrorisme en hun netwerken. In een gevaarlijke nieuwe eeuw, is uw werk van nog groter belang. (…) Sedert meer dan 50 jaar zijn de VS en Israël vaste bondgenoten. AIPAC is een van de redenen waarom.” (president Bush op de jaarlijkse politieke conferentie van AIPAC, 18 mei 2004)
De gezaghebbende krant, The New York Times, omschreef AIPAC (American Israel Public Affairs Committee) als de belangrijkste organisatie die de relaties tussen VS en Israël beïnvloedt. Het magazine Fortune rangschikt AIPAC bij de machtigste lobbygroepen. Het moet gezegd. De lijst van politici die de jaarlijkse politieke conferenties van AIPAC toespreken oogt indrukwekkend: VS-presidenten en presidentskandidaten, vooraanstaande Congresleden, de premiers van Israël, enz. zijn allemaal vaste gasten.
AIPAC werd opgericht in 1954 en telt vandaag naar eigen zeggen 100.000 leden verspreid over de VS. AIPAC heeft gemiddeld bijna elke week een ontmoeting met een lid van het Amerikaanse Congres. De organisatie doet niet alleen aan lobbying maar zorgt ook voor de financiering van VS-politici. Volgens het tijdschrift Washington Report on Middle East Affairs gaat het over 34,6 miljoen dollar tussen 1978 en 2000 aan een 300-tal parlementskandidaten mooi verdeeld over Republikeinen en Democraten. AIPAC is zelf niet geregistreerd als een PAC (Politiek Actie Centrum, noodzakelijk om giften te doen), maar zorgt onrechtstreeks voor een goede 1 miljoen dollar jaarlijks.
Hoe diep AIPAC verstrengeld is met de politieke top bleek onlangs nog uit het geval Larry Franklin, een spionageschandaal dat sinds medio 2004 de Amerikaanse krantenkolommen beheerst (zie Wim De Neuter in Uitpers Juni 2005). Franklin werkte als Iran-specialist bij het Office of Special Plans, een afdeling van het ministerie van Defensie, dat ressorteert onder onderminister en notoir conservatief Douglas Feith. Hij bezorgde tussen 2002 en 2004 geheime informatie aan AIPAC dat het op zijn beurt doorspeelde aan Israël. Franklin heeft inmiddels de feiten bekend en riskeert tot 25 jaar gevangenisstraf. Sommige bronnen vermoeden dat het Franklin er niet alleen om te doen was gevoelige informatie door te spelen naar Israël. Zo achterhaalde de FBI dat Franklin een ontwerp van een presidentiële richtlijn rond Iran aan AIPAC bezorgde, met de bedoeling AIPAC’s mening te polsen. Wellicht is het geen alleenstaand feit.
In de jaren ’80 zette AIPAC het Washington Institute for Near East Policy (WINEP) op als alternatief voor het veel te gematigd geachte Brookings Institution (eveneens een invloedrijke denktank die een samenwerking heeft lopen met de neoconservatieve denktank, American Enterprise Institute, niet meteen een gematigde instelling). WINEP voorziet de Republikeinse rangen van rechtse intellectuelen. Voormalige WINEP-mensen zijn terug te vinden in zowel de Office of Special Plans als de Near East and South Asia Office (NESA) van het Pentagon. AIPAC heeft daardoor meer dan zomaar een vinger in de pap rond het Midden-Oosten beleid. De lobbyorganisatie beweert dat ze er in slaagt om elk jaar meer dan 100 pro-Israëlische parlementaire initiatieven te laten goedkeuren en waarschijnlijk is dat niet eens een overdrijving. AIPAC’s invloed is merkbaar in tal van dossiers. Op de eerstvolgende politieke conferentie van AIPAC, voorzien voor 5 tot 7 maart 2006, gaat alle aandacht naar Iran. AIPAC wil Iran voor de VN Veiligheidsraad te brengen. Er gaat dan een cruciale vergadering door van het Internationaal Atoom Energie Agentschap.
Rond de Palestijnse verkiezingen lanceerde AIPAC een campagne gericht tegen de participatie van Hamas aan de volgende Palestijnse parlementsverkiezingen. Zowel de Senaat als het Huis van Afgevaardigden deed wat AIPAC vroeg. Beide parlementen stemden met grote meerderheid een resolutie waarin president Bush gevraagd wordt om de voorzitter van de Palestijnse Autoriteit, Mahmoud Abbas onder de druk te zetten om terroristische groepen te bannen van de verkiezingen als ze weigeren te ontwapenen en Israël te erkennen.
Een derde dossier waarin AIPAC zijn invloed laat gelden is de financiering van het Israëlische defensie-apparaat. Sinds 1948 is er al meer dan 90 miljard dollar aan giften, leningen of andere steun naar Israël gegaan. Israël is veruit de belangrijkste ontvanger van de zogenaamde ‘Foreign Military Funds’. Jaar na jaar stijgt de militaire steun, die op dit ogenblik 2,3 miljard dollar bedraagt of ongeveer 20 procent van het Israëlische defensiebudget. Nagenoeg een kwart van dat geld mag in Israël zelf besteed worden (en moet dus niet in de vorm van contracten met de defensie-industrie in de VS terugvloeien).
De website van AIPAC is te bereiken via http://www.aipac.org. Lees vooral de zeer pro-Israëlische speeches van Amerikaanse politieke prominenten op de AIPAC-conferenties.
(Uitpers, nr. 71, 7de jg., januari 2006)