Wie denkt dat Daesh (IS) te verslaan is met de inname van hun dorpen en steden, moet goed kijken naar wat in Afghanistan gebeurde en gebeurt. Eind 2001 maakten VS-troepen een einde aan het Talibanbewind in Afghanistan. Bijna 15 jaar later breiden die Taliban dag na dag hun grondgebied uit en slaan ze met hun lenteoffensief toe in het hart van Kaboel. De ‘Vierlandengroep’ – Afghanistan, Pakistan, de VS en China – doen een poging de Taliban aan de onderhandelingstafel te krijgen. Maar ze verschenen begin maart niet aan tafel. Waarom zouden ze, ze zijn aan de winnende hand.
Kaartenhuisje
Het Afghaanse regeringsleger is veel talrijker dan de Taliban, maar toch moet het dag na dag terrein prijsgeven. Kaboel vreest dat de Taliban met hun offensief een belangrijke stad of zelfs wijken van de hoofdstad zullen innemen Zelfs als dat maar tijdelijk is – zoals vorig jaar de inname van de stad Kunduz – is dat iedere keer weer een nederlaag voor Kaboel. De inname van wijken van Kaboel kan trouwens voldoende zijn om het regerende kaartenhuisje in Kaboel te doen instorten.
De Taliban hebben momenteel diverse redenen om – dan toch niet openlijk – te onderhandelen.
Ten eerste omdat dit tot grotere onderlinge verdeeldheid zou leiden. Mollah Achtar Mansour is een intern betwiste leider. Sommige Talibanleiders nemen het hem kwalijk dat hij de dood van mollah Mohammed Omar in 2013 lang geheim hield. Sommigen vinden hem ook te afhankelijk van Pakistaanse militaire kringen die een eigen agenda hebben. Mollah Mansour kan het zich daardoor moeilijk veroorloven af te stappen van de voorafgaande voorwaarden die de Taliban voor een gesprek stellen, met voorop de terugtrekking van alle buitenlandse troepen en de vrijlating van alle Taliban gevangenen.
Kaboel heeft echter een akkoord met de VS en met de Navo waardoor tot 10.000 Amerikaanse militairen en 4000 tot 5000 Navo-militairen in het land gestationeerd blijven. Al gaat het zogenaamd om logistieke steun, het Afghaanse leger dreigt in te storten als die steun zou wegvallen. (Bij de Taliban zitten dan ook wel honderden Oeigoerse, Oezbeekse, Tsjetsjeense en andere strijders).
IS concurrentie
De mollah zit bovendien met zware concurrentie van IS dat in Afghanistan (en ook al in Pakistan) strijdt voor een kalifaat Chorasan. Sinds november is het tot bloedige botsingen tussen Talban en IS gekomen. Mollah Mansour moet dus erg opletten dat IS hem niet van verraad kan beschuldigen door met Kaboel en de VS te praten zonder dat aan de voorafgaande voorwaarden is voldaan.
Intussen is het wel merkwaardig dat de Taliban enerzijds, het Afghaanse regeringsleger en de Amerikanen anderzijds, hun acties tegen IS blijkbaar op elkaar afstemmen. Washington bestempelt de Taliban als gewapende opstandelingen, terwijl die van IS terroristen zijn. Met rebellen kunnen afspraken worden gemaakt, met terroristen niet. In de oostelijke provincie Nangahar bestoken Amerikaanse toestellen en regeringstroepen IS op één front, de Taliban op een ander front h. Zonder in elkaars vaarwater te komen.
Maar waar IS er (nog) niet is, staan de Afghaanse partijen ongenadig tegenover elkaar. Met de Taliban duidelijk in het voordeel. Hun tactiek bestaat erin in een gebied de druk op het regeringsleger sterk op te voeren, die troepen zo te demoraliseren dat ze het gebied gewoon feitelijk overdragen aan de Taliban. Die er dan hun eigen administratie invoeren, wat neerkomt onder meer op invoering van de sharia en sluiting van scholen voor meisjes – als die al zouden bestaan. Een repressief regime dat gelijkenissen vertoont met bijv. dat in Saoedi-Arabië. De gevechten om gebiedscontrole zijn het voorbije jaar sterk toegenomen, met steeds meer burgerslachtoffers, meer dan 11.000 in 2015, aldus VN-gegevens.
Etnische deling
Ondanks de druk van de Taliban, blijven de politici in Kaboel erg verdeeld. President Ashraf Ghani wil met Pakistaanse steun de Taliban aan tafel krijgen, premier Abdullah Abdullah (die zijn rivaal was in de presidentsverkiezingen van 2014) ziet dat helemaal niet zitten.
Hierbij spelen etnische achtergronden: de Pathaanse sensibiliteit rond de president, die van de diverse andere groepen (Tadzjieken, Oezbeken, Hazara’s enz.) aan de andere kant. De Taliban bestaat bijna uitsluitend uit Pathanen en het is in de Pathaanse gebieden van het zuiden en het oosten dat de Taliban en aanverwante groepen hun bolwerken hebben.
Vandaar de blijvende belangstelling voor het plan B, de opdeling van Afghanistan in een overwegend Pathaans gedeelte waar de Taliban grote invloed zouden hebben en de rest. Een soort Pathanistan zoals de Pathan en ook een autonoom gebied hebben in het noordwesten van Pakistan. Het zou een oude Pathaanse droom van hereniging van de Pathaanse gebieden dichterbij brengen. En dan met een machtsdeling in Kaboel.
Een andere optie in die zin is een doorgedreven decentralisering waarbij elke provincie zeer grote autonomie krijgt, wat er zou op neerkomen dat verscheidene provincies in het oosten en zuiden Talibangebied zouden zijn. Het zou leiden tot een feitelijke opdeling van het land, met dan wel het moeilijke probleem over wie aan de macht is in Kaboel.
Pakistan
Vraag is of de Taliban daar vrede mee nemen. In 1996 slaagden ze er in, met zware Pakistaanse steun, om bijna het ganse land in te nemen, op enkele noordelijke verzetshaarden na. Ook nu kunnen ze nog altijd op ruime steun bij Pakistaanse militairen rekenen. Voor die Pakistani telt alleen maar dat Afghanistan een belangrijke pion is tegenover India.
De Pakistaanse militairen kunnen inderdaad de Afghaanse Taliban onder druk trachten te zetten om aan tafel te gaan. Of ze kunnen hen ontmoedigen dat te doen, omdat het voor de Pakistaanse legerleiders beter uitkomt dat er in Kaboel een bewind komt dat alles aan hen te danken heeft.
China werpt zich intussen op als betrouwbaar bemiddelaar die alleen maar zakelijke belangen op het oog heeft in Afghanistan, zoals de rijke ondergrond. Vandaar dat zowel president Ghani als een delegatie van de Taliban eind vorig jaar naar Beijing trokken. Being, dat dan weer zeer nauwe banden heeft met hoofdrolspeler Pakistan.
En intussen ontvluchten duizenden jonge opgeleide Afghanen het land omdat er weinig perspectief is op economische ontwikkeling en omdat de onveiligheid overhand toeneemt.