Gautam Adani was tot vorige week de rijkste man van Azië, de derde rijkste van de wereld – op basis van de koersen van zijn beursgenoteerde ondernemingen. Daar is in enkele dagen rond 100 miljard dollar van ‘afgesmolten’. Hij is nu genoemd als “de grootste oplichter uit de geschiedenis”, waarop de pudding in elkaar zakte. Adani is groot en superrijk geworden met de hulp van staatsgenoot Modi, indertijd premier van de deelstaat Gujarat, sinds 2014 van de Indiase Unie. “Dit is een aanval op India”, aldus Adani die zich aldus met India vereenzelvigt. Modi zwijgt.
Hindenburg ramp
De lont is aangestoken door een speculatiefonds uit de VS, Hindenburg Research dat zich toespitst op ‘short-selling’, speurend naar disasters op de beursvloer. Hindenburg pakte op 24 januari uit met een vernietigende studie over de Adani Group. Volkomen opgeblazen cijfers, fraude alom, overwaarderingen, geknoei op grote schaal via een labyrint van offshore ondernemingen in Dubai, Singapore, Caribische paradijzen en EU-lidstaat Cyprus…Op geliefkoosd paradijs Mauritius bv heeft broer Vinod Adani 38 ondernemingen die overhand in aandelen van de groep handelen. Kortom, de grootste oplichterij uit de geschiedenis van de zakenwereld.
Dat is wel een bijzonder zwaar oordeel over een conglomeraat waarvan de beurswaarde die dag op 222 miljard dollar werd geraamd. Gautam Adani was vorig jaar heel even de tweede rijkste man op aarde, viel terug op drie en volgens Forbes nu op 17.
Adani is gewoon aan duizelingwekkende bewegingen: zijn persoonlijk fortuin werd begin 2020 nog op 20 miljard dollar geraamd, drie jaar later was dat 120 miljard, vandaag schommelend rond 50 miljard.
Havens, boeren
In drie jaar tijd stegen de koersen van zeven van zijn ondernemingen gemiddeld met 819 %, berekende Hindenburg Research. Adani bleek dan ook alom aanwezig. Niet alleen in India. Hij was bij de publicatie van de Hindenburg papers bij premier Netanyahu in Israël waar hij de haven van Haifa heeft overgenomen. Adani heeft ook havens in Sri Lanka en Australië.
De lezers van Uitpers zijn Adani hier al enkele keren tegengekomen. Niet zo lang geleden toen hij ten pleziere van zijn goede vriend premier Narendra Modi de hand wou leggen (en intussen legde) op de onafhankelijke tv-zender NDTV, die dus niet langer onafhankelijk is. Maar ook ten tijde van het maandenlange boerenprotest van eind 2020 tegen Modi’s wetten om de handel in graan en andere landbouwproducten helemaal in handen te spelen van Adani en diens ‘rivaal’ (en medeplichtige) Mukesh Ambani, lang de rijkste man van India – en ook al vriend van Modi.
Havens, graan. En verder luchthavens – Adani bouwt een nieuwe grote luchthaven in Mumbau; staal – Adani bouwt een nieuwe staalfabriek; elektriciteiscentrals; zonne-energie, mijnbouw, gasdistributie, enz.
Gujarat
Het begon allemaal in zijn thuisstaat Gujarat waar Modi premier was van 2001 tot 2014. Gujarat wordt vaak als model gegeven voor snelle economische groei. Modi gaf er de privé-sectoren de vrije hand, met als resultaat inderdaad een snellere groei dan in de rest van het land. Maar tegelijk is Gujarat nu een van de meest ongelijke deelstaten, met enorme inkomensverschillen. Het is de staat waar de lagere kasten en de moslims zwaar worden gediscrimineerd.
Modi heeft zopas de verspreiding verboden van een BBC-documentaire over de gebeurtenissen van 2002 in Gujarat. Daar werden toen bij incidenten uitgelokt door fascistische hindoes meer dan duizend moslims vermoord. De BBC toont aan dat Modi daar verantwoordelijkheid in droeg.
In 2003 gaf Modi zijn vriend Adani, zoon van een textielhandelaar, toestemming om een “speciale economische zone” uit te bouwen. In die zone golden andere, zachte, regels van fiscaliteit en arbeidsomstandigheden – dus ideaal voor maximale uitbuiting. Adani bouwde er een haven uit, Mundra, de eerste van de 13 die hij nu in India heeft.
Expansie
En toen kwam Modi in New Delhi aan de macht. In 2014 werd hij premier aan het hoofd van een coalitie waarin zijn Bharatiya Janata Party (BJP) eerste viool speelde. Daarna won Modi met glans de verkiezingen van 2019 en kon zijn BJP haar programma van Hindutva – van India een hindoestaat maken – beginnen uitvoeren. En ook nationaal meer dan ooit de vrije hand laten aan privé-ondernemers genre Ambani en Adani.
In 2019 lanceerde Modi de grote privatisering van de luchthavens. De groep Adani had toen nog geen enkele ervaring op dat vlak, maar haalde voor de neus van ondernemingen met ervaring, zonder moeite zes grote contracten binnen.
Hij legde zelfs de hand op Mumbai, ook al werd die niet geprivatiseerd. Hij had zijn zin gezet op de aandelen van de bestaande operator GVK, maar die wou niet verkopen. Geen probleem, de vrienden in de regering zorgden voor grootscheepse raids van alle mogelijke fiscale en andere diensten, om GVK tot andere gedachten te brengen. Met succes.
Dat was het zoveelste bewijs dat Adani onvoorwaardelijk op Modi en zijn politieke clan kon rekenen. Ook nu wellicht, in het verweer tegen de beschuldigingen van Hindenburg. De groep Adani heeft al snel geantwoord in een document van 413 bladzijden om de aantijgingen tegen te spreken. Alle beschuldigingen worden afgedaan als leugens.
Adani’s sterkste verweer daarin: alle Indiase toezichters hebben de boeken van Adani’s ondernemingen immers goedgekeurd. Ook de beurswaakhond Securities and Exchange Board of India vindt niets onbetamelijk. Hindenburg had dat al geanticipeerd: alle instanties van toezicht zijn door Adani omgekocht, en tegelijk onder druk gezet door de overheden, aldus Hindenburg.
Hard regime
Premier Modi doet er voorlopig het zwijgen toe. Als de storm niet bedaart, is dat imagoschade voor zijn aanpak om de economische groei voor een groot deel toe te vertrouwen aan tycoons als Adani. Opposanten als Raul Gandhi, leider van de Congrespartij, wijzen erop dat ze al lang aandrongen op een grondige analyse van Adani’s imperium, maar telkens op een muur van medeplichtigheid stuitten. Adani was onaanraakbaar. Verdere val zal voor Modi imagoschade betekenen, maar ook niet meer dan dat.
Want of de autoritaire Modi zich daar veel van aantrekt is onwaarschijnlijk. Hij is fier nu de leider te zijn van de volkrijkste natie op aarde en later dit jaar de gastheer te zijn van de G20. Van de leden van de G20 hoeft hij niet veel te vrezen, zelfs grote moslimlanden als Indonesië en Saoedi-Arabië doen hun mond niet open over de discriminatie van 200 miljoen moslims. Of over de zware militaire bezetting van Kasjmir (Europees uiterst-rechts is dat zelfs ter plaatse komen toejuichen). En alleen enkele internationale persinstanties storen zich aan de groeiende censuur in de media en in de cultuur in het algemeen – tot in Bollywood.
India glijdt hoe dan ook gevaarlijk snel af naar een autoritair regime waarin uiterst-rechtse hindoenationalisten steeds minder gehinderd de plak zwaaien. Het zal de G20 voorwaar niet storen.