Zouden er nog Europese Staatshoofden of regeringsleiders zijn die het nodig vinden een uitvoerige uiteenzetting te geven over wat ‘Europa’ – de Europese Unie – moet zijn of worden? Ik durf daar sterk aan twijfelen. Macron deed het wel, voor de tweede keer zelfs, aan de Sorbonne, de beroemdste Franse universiteit.
De interne markt en de monetaire Unie – de Euro -, de Europese ‘Grondwet’, vernieuwende projecten waarrond nog kon gemobiliseerd worden, ze liggen achter ons. Het is sindsdien heel erg rustig geworden, zelfs in kringen van de ‘anti’s’. De Europese Unie bestaat, ze werkt zo goed en zo kwaad als het kan, ze doet positieve dingen en blijft helaas vasthangen in een neoliberaal keurslijf.
In die zin kan je Macron bewonderen, hij is de oude zichzelf, hij probeert enthousiasme te wekken bij jongeren met grootse politieke projecten. In 2017, zijn eerste Europese redevoering, kon dat nog min of meer lukken, hij was toen pas verkozen en de verwachtingen waren groot. Maar vandaag? Vallen zijn woorden niet meteen in een groot zwart gat? Maken ze nog iets wakker bij de mensen? Bij zijn collega’s? Zijn zijn voorstellen realistisch?
Op iets meer dan een maand van de Europese verkiezingen moet het discours van Macron op twee verschillende niveaus bekeken worden, Europees én electoraal.
Europees
Macron trad duidelijk niet op als Staatshoofd die in de Europese Raad met zijn collega’s naar compromissen moet zoeken. Zijn redevoering was er een voor een intellectueel die grote visies naar voren kan schuiven zonder te moeten nadenken over hoe haalbaar ze zijn. Wat pleit voor Macron is dat hij een sterke Europese Unie wil, een Unie die een machtsfactor in de wereld kan zijn. Dat betekent met verdediging en veiligheid, helaas wel ‘als peiler van de NAVO’, met een Europese defensie-industrie, met sterk bewaakte grenzen.
Hij wil vooral een sterke economie, met aandacht voor de digitale sector en artificiële intelligentie en een sterk landbouwbeleid dat voor voedselveiligheid kan zorgen. Hij wil een ‘Europese preferentie’, of m.a.w., we moeten voor onszelf kunnen zorgen. De tijden zijn veranderd, dat weet Macron maar al te goed. Hij pleit voor méér groei en meer ecologische productie om de koopkracht van de mensen te blijven garanderen. In tegenstelling tot 2017 zei hij dit keer niets over sociaal beleid en convergentie. Andere sectoren die aandacht kregen waren de ruimte en de energiesector.
Macron is bezorgd om de kloof die met de V.S. en met China ontstaat en pleit daarom voor een nieuw paradigma. Er moet meer geld naar onderzoek en innovatie gaan, om de achterstand in te halen.
En vooral: er is meer geld nodig om te investeren. Waar dat vandaan moet komen? Macron maakt geen keuze maar vermeldt wel de mogelijkheden van koolstoftaksen, een financiële transactietaks, meer eigen middelen voor de EU, belasting op de winsten van multinationals. Er is in Europa erg veel spaargeld, aldus de Franse President, en er wordt té weinig risico genomen. Dat moet veranderen.
Hij haalt zelf het oude stokpaardje van links weer naar boven: de Europese Centrale Bank moet méér doen dan de inflatie bestrijden. Ze moet ook zorgen voor groei en voor een koolstofarme economie.
Interessant is wel dat Macron, zowel in 2017 als deze week aandacht besteedt aan cultuur. Niet ten onrechte stelt hij dat het democratisch en humanistisch beschavingsmodel van Europa bedreigd wordt en het verdient met klem te worden verdedigd. Het is een uithaal naar uiterst rechts, maar ook naar andere modieuze trends in het intellectuele debat die Europa maar al te vaak met de vinger wijzen.
Men kan het eens of oneens zijn met die stellingen van Macron, feit is wel dat hij de moed heeft ze voor te stellen. Of ze echter in een vruchtbare bodem zullen vallen is zeer de vraag.
Ten eerste is Macron bij zijn collega’s in de Europese Raad veel pluimen verloren. Veel te vaak speelt hij solo-slim en doet voorstellen die niet eens de agenda van de Raad kunnen halen bij gebrek aan overleg met de collega’s.
Verder valt op dat Macron heel wat zaken voorstelt die momenteel door zijn regering – en andere Lidstaten van de Unie – niet gerespecteerd worden.
Is het niet Macron in persoon die zich verzet tegen nieuwe belastingen in Frankrijk? Is het niet de Europese Unie die zich met hand en tand verzet tegen de belastingvoorstellen die momenteel in de V.N. besproken worden?
Zijn het niet Frankrijk én de Europese Unie die juist deze week met de laatste stemmingen in het Europees Parlement de ecologische agenda met een kwartslag hebben teruggedraaid?
Maken zijn ideeën over defensie enige kans op slagen als men weet dat de Frans-Duitse alliantie in zwaar weer zit?
En, tenslotte, hoeveel men van dat humanistisch Europa ook kan houden, wat blijft er van over nadat Israël rustig zijn gang mag gaan met de genocide in Gaza?
Macron heeft zich overigens niet gewaagd aan enige voorspelling over hoe de oorlog in Oekraïne moet of kan aflopen.
Nogmaals, vanuit een Europese dimensie bekeken is de redevoering van Macron té intellectualistisch, té vrijblijvend, ze maakt geen enkele kans bij zijn collega’s in de Europese Raad waar het enthousiasme voor een ‘sterk’ Europa erg gekoeld is.
Electoraal
Natuurlijk was deze redevoering ook bedoeld voor de achterban van zijn partij en voor de rest van het kiespubliek in Frankrijk. De achterstand op het Rassemblement National van Jordan Bardella is 10 % in de peilingen en wordt wellicht de grootste partij bij de komende Europese verkiezingen!
Er kan sterk aan getwijfeld worden of deze intellectuele oefening erg aanslaat bij kiezers. Is het dat wat ze willen horen? Zijn ze niet meer bezorgd over hun koopkracht, over de voortdurend afkalvende sociale zekerheid, de verdwijnende openb are diensten, het gebrek aan goede en betaalbare gezondheidszorg, aan woningen?
‘Europa kan sterven’ zei een schijnbaar pessimistische President. De vraag is wel of de Fransen dat erg zouden vinden? Hebben ze niet met een meerderheid de Europese ‘Grondwet’ weggestemd destijds? Betekent de steun voor het uiterst rechtse Rassemblement National niet dat ze meer aan Frankrijk Frankrijk Frankrijk denken?
Vanuit electoraal oogpunt is de redevoering van Macron minder goed te begrijpen. Nogmaals, het was een moedige oefening, maar het lijkt toch een beetje op een wanhopige schreeuw om steun van een President die aan het eind van zijn latijn is. Niet eens in het midden van zijn tweede mandaat heeft hij bij gebrek aan meerderheid in de Assemblée nationale geen geloofwaardige projecten meer.
Misschien wou hij alleen maar een beetje concurreren met de Duitse filosoof Peter Sloterdijk die momenteel over Europa doceert aan het Collège de France? De auteur van ‘Ach, Europa’. Macron zit echter in de politiek, tot spijt van wie’t benijdt.