68 jaar geleden werden Hiroshima en Nagasaki in as en puin gelegd door Amerikaanse kernbommen. Het was het tijdperk bij het einde van de tweede wereldoorlog waarin de Verenigde Staten haar globale machtsaanspraak voor werelddominantie in praktijk bracht. Sindsdien streven burgers naar vrede en gerechtigheid, naar een wereld zonder kernwapens. En zien we wereldleiders die maar geen ernstige stappen kunnen zetten naar echte kernontwapening.
Dit doet ons direct terugdenken aan op het optreden van VS president Obama van 19 juni ll. aan de Brandenburgerpoort in Berlijn. In zijn toespraak kondigde hij aan dat hij met Rusland stappen wil ondernemen voor onderhandelingen in de kernwapenproblematiek. Obama verklaarde in Berlijn onder andere dat hij bereid is om zijn strategische kernkoppen met een derde te verminderen. “Want de veiligheid van de VS en haar bondgenoten kan ook duidelijk met minder kernwapens gewaarborgd worden.”
In onze media werden de woorden van de Amerikaanse president als een verrijkend ontwapeningsvoorstel verkocht.
De woorden van president Obama betekenen echter eigenlijk het volgende. Aan de wereldwijde militaire dominantie door de VS en NAVO zal de vermindering van het aantal kernkoppen niets wijzigen. Dat is in feite het centrale probleem waarom er bij de ontwapeningsgesprekken geen vooruitgang valt te bespeuren.
68 jaar na de nucleaire aanval op beide Japanse steden, Hiroshima op 6 augustus en Nagasaki op 9 augustus 1945, is er ondanks het feit dat alle kernwapenmachten zich met het non-proliferatieverdrag (NPT) uitspraken om een algemene nucleaire ontwapening tot stand te brengen, tot op heden geen substantiële vooruitgang in zicht.
Ook het veel geprezen “New Start”-verdrag verandert niets aan het nucleaire overwicht van de Verenigde Staten en Rusland. Deze beide kernwapenmachten beschikken nog steeds over 90 procent van de wereldwijde bestaande kernwapenarsenalen. Zelf bij de voorziene vermindering van de ‘operationele’ strategische atoomwapens, liggen er in de kernwapenarsenalen van Moskou en Washington nog altijd meer dan 15.000 kernkoppen, een veelvoud van al de andere kernwapenlanden.
Om de wereldwijde nucleaire ontwapening op gang te brengen, om een kernwapenvrije wereld een stap nader te doen komen, in het bijzonder om de andere kernwapenstaten bij de onderhandelingen te betrekken, moeten de VS en Rusland vooreerst hun kernwapenarsenaal van elk om en bij de 8000 nucleaire kernkoppen afbouwen, ze moeten het op het niveau van China brengen, 200 kernkoppen, en tot ongeveer 20 strategische kernwapendragers (raketten, duikboten, vliegtuigen) reduceren.
Maar de afschaffing staat niet op de politieke agenda van de VS regering en van de NAVO: “Zolang er kernwapens bestaan zal de NAVO een nucleaire alliantie blijven”. Wat hen toelaat om alle mogelijke stappen in de richting van een globale nucleaire ontwapening te torpederen en te verhinderen. Vooral de VS ondergraaft ieder mogelijkheid tot ontwapening. Het is president Obama die een bedrag van 92 miljard dollar voor de komende tien jaar voor de modernisering van de Amerikaanse kernkoppen en kernwapendragers heeft begroot. De VS regering houdt zelfverzekerd vast aan haar recht om als First Strike, kernwapens te kunnen inzetten. De trouwe NAVO vazallen schrijven zich slaafs in in het Amerikaanse strategisch nucleair concept. Ze blijven het kernwapen opnemen in hun militaire planning.
De belangrijkste concrete hindernis voor een verdere nucleaire ontwapening is de opstelling door de Westerse alliantie van haar radar- en rakettensysteem. Deze opbouw wordt vooral door de Verenigde Staten aangedreven. Volgens de officiële propagandadie door de grote media gretig wordt herhaald, dient het rakettenschild als afweerwapen tegen een hypothetische aanval. Maar die dreiging bestaan niet: geen enkel land bedreigt de VS of NAVO met nucleaire of conventionele wapens.
Met recht vreest Moskou dat met hulp van het westers rakettenschild het principe van verzekerde wederzijdse afschrikking buiten spel wordt gezet. De werkelijke doelstelling van het westers rakettenschild is om de tegenmaatregelen van Rusland bij een mogelijke westerse First Strike te verhinderen. Een functionerend rakettensysteem moet de VS, NAVO en EU onoverwinnelijk maken. Het is een vrijgeleide tegen iedere denkbare tegenstrever.
De opstelling verhinderen van het westers rakettensysteem is niet de enige voorwaarde voor verdere ontwapeningsgesprekken met Rusland. Het is ook bepalend en doorslaggevend dat alle andere staten deelnemen aan de ontwapeningsgesprekken.
Maar niet alleen het rakettenafweer, ook de onbeperkte militaire overmacht van de VS en NAVO qua conventionele bewapening waarmede ze andere landen bedreigen, staat een kernwapenvrije wereld in de weg.
Met hun “Global Strike” mogelijkheid, uitgerust met de modernste wapensystemen ter wereld, met hun oorlogsmarine op alle wereldzeeën en met hun 800 militaire steunpunten verspreid over de continenten, zijn de VS en NAVO strijdkrachten een bedreiging voor de soevereiniteit van andere landen. De bedreigde landen voelen zich dan verplicht hun defensiecapaciteit bestendig op te voeren om het hoofd te kunnen bieden tegen een mogelijk optreden van de Amerikaanse en NAVO oorlogsmachinerie. Sommigen willen daarbij ook de nucleaire toer opgaan.
De strijd tegen kernwapens is een strijd tegen machtspolitiek, een strijd tegen het militariseren van de mondiale krachtsverhoudingen. Er zal geen afschaffing van het atoomwapen tot stand komen zolang de VS en haar westerse bondgenoten hun militaire dominantie in stand willen houden. Voor de vredesbeweging betekent dat de sinds jaren gevraagde afschaffing van alle atoomwapens niet kan bereikt worden als men het probleem niet in zijn globaal kader plaatst. De mondiale verhoudingen moeten uit de militaire sfeer worden gehaald.
Alle hindernissen die een zinvol ontwapeningsgesprek onmogelijk maken moeten verdwijnen en bestreden worden. Andere wegen voor een wapenvrije wereld zijn er niet.