Ik zat vorige week in de trein van Haifa naar Tel Aviv. Een mede reiziger (Joods-Israeli) hoorde dat ik uit Nederland kwam en begon me omstandig uit te leggen dat die politicus uit Nederland, Wilders, groot gelijk had met zijn filmpje over de Islam, want, zo zei hij, die moslims zijn niet te vertrouwen en ze zijn gewoon anders.
Toen ik hem probeerde uit te leggen dat ik het er niet mee eens was,mede vanuit mijn eigen ervaring daar ik woon in een Palestijns-Arabisch dorp in Galilea, werd hij een beetje boos op mij. Hoe kan ik, een moderne westerse vrouw, nou leven in zo’n dorp met allemaal moslims. Ik ging er nog wat tegen in en probeerde hem duidelijk te maken dat ik een prima leven had, en het erg naar mijn zin had hier. Toen we aangekomen waren in Tel Aviv, wenste hij mij veel sterkte toe en wist me ook even te vertellen dat ik een erg sterke vrouw was, en knap dat ik het volhield daar. Ik stond perplex.
Op de terugweg luisterde ik een gesprek af tussen twee moderne Palestijns-Arabische meiden. Het bleek dat zij studentes waren in Tel Aviv, en het gesprek ging er voornamelijk over hoe ze zich gediscrimeerd voelden door hun professoren, en hun joodse mede studenten. Kortom, ze waren blij dat ze een paar dagen naar huis toe konden, naar hun eigen dorp om weer even zichzelf te kunnen zijn.
Diezelfde dag kocht ik een krant, de Jerusalem Post, de Engelse editie, en daar stond een artikel in met de kop “Studie: 64% van de Israëlische joden zullen nooit een Arabisch dorp binnengaan.”. Volgens de jaarlijkse Arabische_Joodse Index voor 2007 gelooft meer dan de helft van de joodse en de Arabische bevolking dat de beide gemeenschappen geen goeie verhouding hebben.
Deze index maakt schattingen over het niveau van joods-Arabische relaties. De studie is uitgevoerd door professor Sami Dooha die werkt bij de faculteit van sociale wetenschappen aan de universiteit van Haifa. Uit dit rapport blijkt ondermeer dat meer dan 62 % van het joodse publiek bezorgd is dat de Arabieren die in Israël wonen betrokken raken bij burgerlijke ongehoorzaamheid. Deze index zegt ook dat de Arabische bevolking wantrouwend is naar de joodse bevolking. 62% is bezorgd dat Israël hen in de toekomst het land uit wil gooien, de zogenaamde transfer en 76 % is bang dat de Israëlische regering in de toekomst wel eens geweld tegen hen kan gaan gebruiken.
Volgens professor Sooha, geeft dit onderzoek een reëel idee van de diepe kloof tussen de beide volkeren en om deze kloof smaller te maken is het nodig om een oplossing te vinden met de Palestijnen (op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza) en een evenwicht tussen de joodse staat en het democratische karakter ervan. Hij maakte nog een
belangrijke aantekening: hij gelooft niet dat er een trend is naar extremisme onder de Palestijns-Arabische bevolking binnen Israël.
Nog even wat meer cijfers: ongeveer 48 % van de joodse bevolking vertrouwt de Arabieren niet en vice versa, 60 % van de Arabieren vertrouwt de joodse Israëli’s niet. 37 % van de joden wil de Arabieren aanmoedigen om te emigreren, of weg te gaan uit Israël, en ook eenderde van de joodse bevolking wil hen hun kiesrecht afnemen. 62 % van het joodse publiek gelooft dat de Arabische bevolking een veiligheidsrisico is. Dit vanwege het hoge geboortecijfer en vanwege hun sympathieën voor de Palestijnse zaak. 80 % van de Arabieren is bezorgd over hun burgerrechten en 83 % is bezorgd over het confisceren van Arabisch land voor het gebruik voor joodse doeleinden, b.v. het bouwen van nieuwe nederzettingen etc.
s’Avonds zat ik dit allemaal nog even te overdenken en kwam tot de conclusie dat de verschillende groeperingen die in Israël wonen zover van elkaar af staan. Reden hiervoor is volgens mij mede doordat Israël verschillende wetten heeft en de groepen verschillend behandelt. Ben je joods, dan is er werk voor je en er is een huis. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, uit Rusland, uit Ethiopië of Amerika. Uiteraard hebben deze bevolkingsgroepen hun eigen problematiek, maar joods zijn in dit land betekent dat je er in ieder geval bijhoort. Ben je Arabisch/Palestijns, dan is er weinig toekomstperspectief. Waar moeten je kinderen gaan wonen als al het land om de Arabische dorpen heen in beslag genomen wordt voor het bouwen van joodse nederzettingen. Waarom zou je je kinderen laten studeren als er toch geen werk voor hen is.
Het landelijk gemiddelde percentage Arabische werklozen is ongeveer 17 %, hierbij zijn Arabische vrouwen niet meegerekend daar deze zich amper laten registreren. In de High-Tech industrie, worden geen Arabieren tewerkgesteld, vanwege de veiligheidsrisico’s. Er zijn haast geen Arabische werknemers in bv. het elektriciteitsbedrijf. De 2 of 3 die er werken worden ingezet als er mankementen zijn in de Arabische dorpen, wat betekent dat we vaak lang moeten wachten voordat er überhaupt iemand komt die de boel kan repareren. Joodse werknemers bang zijn om deze dorpen binnen te gaan. De Arabische gemeenschappen worden ondergesubsidieerd. Dit is duidelijk te zien als je zo’n stadje als Sakhnin binnen komt, met de hoofdweg vol gaten, zeer minimale infrastructuur, en je kijkt omhoog naar de heuvels om Sakhnin heen, waar je de nederzettingen zie, prachtige huizen met rode daken, de wegen die ernaartoe leiden in een prima staat, en dat voor zo’n 500/600 inwoners (Sakhnin heeft er meer dan 25.000).
Een van de grootste problemen voor de Arabische dorpen blijft het tekort aan land. In 1948 was 97 % van het land Arabisch bezit, vandaag is dat minder dan 3 %.
Is er sinds 1948 constant gebouwd voor de joodse bevolking, huizen, industriële parken etc. Er is geen enkel ontwikkelingsplan gemaakt, en geen enkel huis gebouwd door de overheid voor de Arabieren. Het is zelfs nog erger, regelmatig worden huizen van Arabieren met de grond gelijk gemaakt, omdat men geen bouwvergunning heeft. Er worden amper bouwvergunningen voor Arabische huizen afgegeven. Dit gebeurt in de Negev waar de bedoeïenen wonen of in de zogenaamde gemengde steden, steden waar joden en Arabieren samenwonen. Helaas is dit samenwonen toch ook weer gescheiden wonen, daar de meest welgestelde buurten bewoond worden door joods-Israëli’s en de armere wijken door Arabieren. Voorbeelden hiervan zijn Jaffa, Ramle, Haifa, Akko, Lod en Nazareth. In Lod zijn vorige maand nog zeven huizen met de grond gelijkgemaakt. Deze huizen stonden in een wijk genaamd Ta’ayush, wat coëxistentie of samenleven betekent, erg cynisch.
Uiteraard probeert de Arabische gemeenschap daar wat aan te doen. Zo hebben we op 30 maart onze jaarlijkse herdenking van landdag gehad. Op deze dag wordt herdacht dat in 1976 de Israëlische staat het laatste stuk landbouwgrond van de dorpen Sakhnin, Araba en Deir hanna,in Galilea, wilde confisqueren. Toen de bevolking uit protest de straat opging zijn er zes mensen doodgeschoten. Vandaag de dag is Landdag niet alleen een belangrijke dag voor de Palestijnse Arabieren die binnen de grenzen van Israël wonen, maar wordt het overal herdacht, op de Westelijke Jordaanoever, in Gaza en buiten Palestina.
“Demonstratie landdag Sakhnin/Araba 2008”
Ook gaan we volgende week de straat weer op. Dan viert men in Israël dat 60 jaar geleden de joodse staat werd uitgeroepen door de Verenigde Naties. Voor de Palestijnen is er weinig te vieren. Deze staat is gebouwd op de ruines van een ander volk, en het is nog overal te zien, als je het wilt zien.
Ga naar het maronitische, christelijke dorp Bir’am, in het noorden tegen de Libanese grens aan. In 1948 kwamen er orders van het leger om het dorp te ontruimen vanwege spanningen aan de Libanees/Israëlische grens.Men zou snel weer terug kunnen komen was hen beloofd. De bevolking is toen vertrokken, en sinds die tijd is hen niet toegestaan om er terug te komen, ondanks meerdere uitspraken van het Israëlische hooggerechtshof dat de oorspronkelijke bewoners wel terug mochten. Wel is ze toegestaan om terug te komen om er begraven te worden, het kerkhof ziet er dan ook prachtig uit. (http://www.birem.org/english/index.html ).
Het dorp Ikrit is hetzelfde verhaal. Beide dorpen zijn in 1953 vernietigd, hoewel in Biram de ruines er nog staan. Het is tegenwoordig een national park geworden, waar je entrée moet betalen om naar binnen te gaan.
(http://www.iqrit.org/eng/hist.htm)
Op 8 mei gaan we demonstreren bij de Kibboets Zipori, die vroeger, vóór 1948 het Palestijnse dorp Safoeri was. Ook hier mogen de oorspronkelijke bewoners niet meer terugkomen en velen wonen in Nazareth. Wel kan men nu, als “vriendelijke” geste van de Israëlische staat, de vroegere begraafplaats bezoeken.
Volgens mij is er weinig te vieren, en dit zijn pijnlijke dagen met pijnlijke herinneringen voor het Palestijnse volk dat over de wereld verstrooid is geraakt, maar zich altijd zal blijven herinneren waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen.
Volgens mij is er ook voor de staat Israël weinig te vieren. Het is een staat die dagelijks aan het vechten is, die bang is en paranoïde. Het is een staat die zich aan alle kanten bedreigd voelt, en ondanks dat men een van de grootste militaire machten ter wereld is, zich nog altijd als slachtoffer voordoet. Het is een staat waar racisme openlijk uitgedragen wordt door regeringsleiders. Een staat waar men openlijk pleit voor transfer, het er uitgooien van een miljoen Palestijnse Arabieren die een Israëlisch paspoort hebben. Een staat die verschillende wetten heeft voor verschillende bevolkingsgroepen. En een
staat die zich ondanks de vele, dagelijkse mensenrechtenschendingen zich ook nog ‘De enige democratie in het Midden-Oosten” durft te noemen.
Er is weinig te vieren, en het wordt tijd dat dat eens ingezien wordt.
(Uitpers, nr 98, 9de jg., mei 2008)
Voor meer informatie over de vernietigde dorpen in 1948 ga naar www.palestineremembered.com