G. De Swert. 50 grijze leugens over vergrijzing en langer werken. Uitg. Van Halewijck, 2004, 160 blz, 12,50 EUR.
Met de “50 grijze leugens over vergrijzing en langer werken” van Gilbert De Swert krijgen we op de valreep misschien toch nog een democratisch debat over de vergrijzing. Niet iedereen is daar gelukkig mee, zoals blijkt uit de hoon en minachting waarop het boek door sommige tegenstanders werd onthaald (1). In het boek zelf komt de maatschappelijke hersenspoeling over de vergrijzing uitgebreid aan bod(2).
Gilbert De Swert betwist het uitgangspunt van deze doemdenkers. Met precieze cijfers over de te verwachten evoluties van productie en productiviteit geeft hij overtuigend aan dat er geen probleem van vergrijzing is(3). Er is genoeg voor iedereen. Dat zal zo blijven. Dat betekent niet dat je niet moet nadenken over de verouderende bevolking, en de betekenis daarvan voor economie en arbeid. Maar je gaat er anders over nadenken. Of beter: je gaat er überhaupt over nadenken.
Wat de doemdenkers(4) met al hun quasi geleerde arrogantie(5) immers juist proberen te beletten is nadenken: er is geen keuze, de demografie is wat ze is, we moeten allemaal langer gaan werken, wie dat ontkent ontkent het zonlicht… In zijn verfrissend en humoristisch(6) geschreven boek zet Gilbert De Swert de feiten op een rijtje, zodat het debat opnieuw kansen krijgt.
Dat debat gaat hij dan ook meteen aan: gegeven dat er voldoende rijkdom is, hoe gaan we dan langer leven? We hebben de indruk dat Gilbert De Swert zelf daar niet helemaal uit is. Hij is zelf een dagje ouder, en lijkt te aarzelen tussen een massa vrije tijd en de goesting zinvol verder te werken. Die aarzeling is de spanning van het leven zelf. Ze wordt in het boek gevoed met inzichten en doorleefde argumenten. Nooit verliest De Swert daarbij de realiteit van onze harde concurrentiële samenleving uit het oog. De Swert, die zelf een interessante bureaujob heeft(7), verliest niet uit het oog dat het leven aan de band anders is.
Het boek bevat bovendien een uitgebreide kritiek op al wie de zekerheid van onze oude dag wil toevertrouwen aan de wisselvalligheid van de financiële markten.
Maar de grote verdienste van het boek is dus dat de uitgangspunten zelf van de doemdenkers worden betwist. Daarmee krijgt het democratisch debat opnieuw een kans. Daarbij helpt dat De Swert niet de eerste de beste is, maar hoofd van de studiedienst van het ACV(8). Het boek, dat uitkwam in oktober 2004, was in januari al aan zijn derde druk toe.
Uiteraard zal het boek niet door iedereen in dank aanvaard worden. Men tracht het weg te drukken in de hoek van de gescleroseerde corporatistische vakbonden(9).
Het is dan ook niet een louter ideeëndebat. Tegengestelde belangen staan op het spel. De vraag op de achtergrond is: wie gaat in de komende 25 jaar de vruchten plukken van de groeiende productiviteit? Gaat zij gebruikt worden om met zijn allen anders te leven (anders werken, korter werken).Of gaat ze afgewend worden voor een verdere groei van de winsten, de financiële inkomens, en een samenleving gericht op de overconsumptie van een welgestelde bovenlaag? De rampscenario’s over de vergrijzing gaan er impliciet of expliciet van uit dat het aandeel van de arbeid in de toegevoegde waarde de evolutie van de productiviteit niet volgt(10). Gilbert De Swert lijkt zich van dat alles goed bewust(11).
Het zgn. vergrijzingsdebat gaat over gans onze levensloop, over ons leven zelf, dus het is belangrijk genoeg. Het boekje barst van de informatie en van de ideeën(12) (al dan niet betwistbaar)(13). Het opent vooral het debat over deze letterlijk levensbelangrijke kwestie, tegen de doemdenkers in die het wilden afsluiten nog voor het begonnen was. De vraag is hoe we de dogmatische doemdenkers van de overkant gaan duidelijk maken dat het debat wel degelijk heropend is. Daarvoor zullen herdrukken van dit boek niet volstaan. Daarvoor zullen we al onze krachten nodig hebben, die van onze vakbondsmilitanten, onze burgerbewegingen,…
(Uitpers, nr. 61, 6de jg., februari 2005)
Voetnoten
(1) Onze belangstelling voor het boekje werd gewekt door de vermelding in De Standaard van een pissige reactie van Frank Vandenbroucke.
(2) ‘Als ik stel, als ik betoog, als ik bewijs dat pensioen en sociale zekerheid best betaalbaar blijven, dan gelooft u mij niet’ (blz. 71).
(3) We hernemen deze cijfers hier niet, u moet het boek echt zelf kopen.
(4) Frank Vandenbroucke is een geliefkoosde schietschijf van Gilbert De Swert.
(5) De sociale problematiek gaan bestuderen in Oxford…
(6) ‘Het voordeel van onze staatsinrichting is dat je voor een machtsovername zes staatsgrepen nodig hebt’ (blz. 24).
(7) Dat veronderstel ik toch.
(8) Je krijgt het ganse ACV-alternatief als toemaatje, inbegrepen een repliek op (soms terechte) kritieken uit bijvoorbeeld ABVV-hoek. Hopelijk staat dit de circulatie van het boekje in socialistische kringen niet in de weg.
(9) Altermondialisten zoals Attac hebben hier een opdracht.
(10) De ‘actieve welvaartstaat’ is er precies op gericht te waarborgen dat de vruchten van de gestegen productiviteit inderdaad naar het kapitaal gaan: door een verhoging van de activiteitsgraad wordt de druk van de massawerkloosheid in stand gehouden; door het scheppen van een onderlaag slecht betaalde nepjobs wordt druk uitgeoefend op de lonen en wordt bespaard op de sociale zekerheid; enz.
(11) Er zijn verschillende manieren om een gedeelte van de stijgende productiviteit te kanaliseren naar een rustige oude dag: via een verhoging van de sociale bijdragen, via de fiscaliteit,… Het is precies omdat al die wegen worden afgesloten, dat uiteindelijk alleen langer werken als oplossing overblijft (blz. 69). ‘De werkloosheid zult gij hoog houden! (dat houdt loonstijgingen en inflatie laag.) (blz. 87).
(12) Nog een voorbeeld: niet de ouderen, maar ‘migrantenjongeren vormen wel het demografisch fundament van de toekomstige samenleving’ Waarom gaat daar dan niet meer politieke energie naar toe? (blz. 115).
(13) Het voorstel, op het einde van het boek, de vaste pensioenleeftijd te vervangen door een loopbaanrecht (pensioenrecht na een aantal jaren loopbaan, rekening houdend met de lastigheidsgraad) is in de huidige krachtsverhoudingen ronduit gevaarlijk.