De Servische president Aleksandar Vucic gokt dat de kiezers deze zondag de coalitie rond zijn SNS, Progressieve Partij, opnieuw een meerderheid bezorgen. Vucic heeft de voor april 2024 voorziene verkiezingen vier maanden vervroegd. Tegelijk zijn er ook lokale verkiezingen en daar rekent de oppositie alvast op een zege in Belgrado. De verkiezingen draaien vooral rond Vucic, aan de macht sinds 2012. Hij wordt door opposanten afgeschilderd als een autocraat die weinig oppositie duldt en de media muilbandt. Vucic werd anderhalf jaar geleden met gemak tot staatshoofd herkozen.
Een deel van de oppositie is het niet eens met zijn buitenlands beleid: Vucic wil Servië wel in de EU loodsen, maar onderhoudt goede relaties met Rusland en vooral China. In Peking wordt voor Vucic de rode loper uitgerold. Vucic kan het ook heel goed vinden met de Hongaarse premier Viktor Orban. De SNS is ondanks haar benaming geen progressieve maar eerder een conservatieve nationalistische partij.
De populariteit van president en regering had de jongste tijd te lijden onder de grote inflatie die aan de koopkracht van de meeste Serviërs knaagt. De regering zorgde de voorbije weken voor financiële tegemoetkomingen en verhoogde de pensioenen. Vucic pakt ook uit met de economische groei tijdens zijn regeerperiode. Er kwamen grote investeringen in infrastructuur, waaronder wegen en spoorwegen.
Oppositie
Vooral sinds mei, na twee schietpartijen met talrijke doden, kwam het tot straatprotesten en werden vervroegde verkiezingen geëist, die Vucic dus heeft uitgeschreven. De oppositie bestaat uit diverse blokken. Er is een erg EU-gezind blok met centrumlinkse en groene bewegingen. In het huidig parlement heeft dat blok 40 van de 250 zetels – Vucic’ coalitie heeft er meer dan 150. Daarnaast zijn er twee uiterst-rechtse ultra-nationalistische coalities die o.m. campagne voeren tegen abortus en homrechten. Maar beide focussen zich op de kwestie Kosovo en het lot van de Servische minderheid daar.
Want ook de relaties met Kosovo, de vooral door Albanezen bevolkte regio die zich vorige eeuw afscheurde en in 2008 de onafhankelijkheid uitriep, blijft een rol spelen. Vucic weigert een voorstel van de EU voor een normalisatie van de relaties te ondertekenen. Maar de jongste tijd is het vooral de Kosovaarse premier Albin Kurti die dwars ligt.