Precies 49 jaar geleden riep wijlen president Gamal Abdel Nasser, samen met zijn Syrische ambtgenoot, Shoukri Al Quwatli, de Verenigde Arabische Republiek uit. Shoukri Al Quwatli trad toen af als president en Nasser werd geïnaugureerd als nieuw staatshoofd van de Pan-Arabische staat. De Republiek was een concretisering van Nassers` nationale doelstelling om de Arabische wereld te verenigen onder één staatsstructuur.
Met de militaire revolutie in 1952 en de nationalisatie van het Suezkanaal in 1956 schoot de populariteit van Nasser omhoog. Vooral in Syrië, maar ook in de rest van de Arabische Wereld genoot Nasser veel respect en aanzien dankzij zijn solidariteit met het Arabische volk en andere Derde Wereld volkeren. Op die manier werd de bevrijdingsrevolutie (1954-1962) in Algerije zeer intens gesteund door Nasser, met als gevolg dat de Fransen na de nationalisatie van het Suezkanaal overgingen tot een militaire aanval met de Britten en de zionisten. Ze realiseerden zich dat de revolutionaire president serieuze deuken had geslagen in hun koloniaal imperium. Ondanks de agressie van de koloniale coalitie slaagde Nasser erin om het Suezkanaal onder de soevereiniteit te krijgen en te behouden van Egypte.
Na de overwinning in 1956 besloot Nasser een stap verder te zetten door de dekolonisatie van de Arabisch wereld te vertalen naar de éénmaking. In feite was het verdelingsplan van de twee koloniale mogendheden Frankrijk en Groot-Brittannië de hoofdoorzaak van de versnippering van het Arabische volk en haar grondgebied. Het waren de twee koloniale agenten, namelijk François Georges-Picot en Mark Sykes, die het naar hun genoemde verdelingsplan hebben ondertekend en toegepast in 1916.
De Arabische Mashrek (Oosten) werd tengevolge hiervan verdeeld in kunstmatige staten, en overheerst door de Fransen en Britten. Een jaar later voegde de Britse Balfour-verklaring een nieuwigheid toe aan de Sykes-Picot samenzwering, door de koloniale zionistische beweging een “homeland” te garanderen in Palestina.
Hierdoor waren Nasser en andere antikoloniale en nationalistische krachten in de Arabische wereld zoals de Baath partij genoodzaakt om de éénheid onder het Arabisch volk te herstellen en kwamen Syrië en Egypte tot een akkoord om beide landen te verenigen in een Verenigde Arabische Republiek, waarbij later ook Noord-Jemen zich aansloot als geassocieerd lid. De realisatie van deze Arabische éénheid betekende tevens de inéénstorting van het feodaal systeem en de heropleving van het maatschappelijk, nationaal, cultureel en economisch bestel in de Arabische wereld.
De éénheid heeft slechts 3 jaar lang standgehouden omwille van allerhande samenzweringen. Het waren voornamelijk door het Westen gesteunde kapitalistische elites die rebelleerden tegen het socialistische beleid van president Nasser en de staatsinstellingen in Syrië infiltreerden. Ondanks de desintegratie van de Republiek, slaagde Nasser erin om zijn éénheidsproject te vervolgen door de verschillende Arabische regimes, zelfs vijandelijk gezinden, te betrekken in zijn strijd tegen het kolonialisme.
De les die we als Arabisch volk kunnen trekken uit dit voortreffelijk project van Nasser is dat onze sterkte ligt in onze éénheid en onze zwakte in onze verdeeldheid. Het is tevens onze nationale en historische plicht om de éénheid onder het Arabisch volk met bloed en hart te verdedigen en de verdelings- en hegemoniale plannen zoals de door de imperialisten verkondigde “New Middle East” tegen te gaan.
Brahim Harchaoui