In l’Ossuaire de Douaumont, bij Verdun, liggen de beenderen van 130.000 Franse, Duitse en andere soldaten, slachtoffers van 1914-1918, een oorlog die nooit had mogen gevoerd worden. Zoals miljoenen anderen, hadden die jongeren andere plannen gehad dan slachtvlees te worden van patriottische waanzin. De Franse president Emmanuel Macron bezocht het beenderenmonument als onderdeel van de grote herdenking van het einde van die oorlog. Hij wou geen patriottische bedoening, maar zijn eerbetoon aan oorlogsmisdadiger maarschalk Pétain vertroebelt de grote internationale ceremonie van 11 november.
La Patrie
Het strekt Macron tot eer dat hij de herdenking niet in een al te patriottisch kleedje wou steken en onder meer daarom geen militair defilé organiseert. Zijn voorganger, de “socialist” François Hollande, zag het iets anders: “Commémorer, c’est renouveler le patriotisme” (Herdenken, is het patriottisme opfrissen). Macron stond op een herdenking waarin alle slachtoffers worden herdacht van de patriottische waanzin die in 1914 ook de sociaaldemocratie aantastte. Zodat arbeiders andere arbeiders gingen beschieten om de belangen van hun respectieve burgerij te verdedigen.
“ On croit mourir pour la patrie ; on meurt pour des industriels” (men denkt te sterven voor het vaderland, men sterft voor de industriëlen), schreef Anatole France in 1922 in ‘L’Humanité’. Dergelijke uitspraken wekten toen de woede op van de “patriotten” en ze doen dat vandaag nog altijd. Laurent Wauqiez, leider van de rechtse ‘Les Républicains’, is zeer boos op Macron. Want die wekt volgens hem de indruk dat de soldaten in augustus 1914 tegen hun zin naar het front trokken, terwijl ze dat volgens hem enthousiast deden uit liefde voor het vaderland.
Pétain
Macrons uitschieter over de grote maatschalk Pétain heeft alles bedorven. “Ik wil geen enkele bladzijde uit de geschiedenis negeren, zei Macron die meteen hulde bracht aan de acht Franse maarschalken uit de “Grande Guerre’, onder wie dus ook Pétain.
Dat schokte niet alleen omdat Pétain de grote chef was van de collaboratie met de nazi’s en de klopjacht op joden ondertekende. Ook omdat deze maarschalk een van de slachters van deze oorlog was, al was hij volgens sommige historici minder erg van enkele van zijn collega’s die voortdurend nieuwe golven soldaten naar de vuurlinie stuurden – zij krijgen van Macron alle lof. Macrons fans verdedigen hem, hij zal tenslotte officieel alleen eer betuigen aan de vijf maarschalken die in Les Invalides begraven liggen. Alsof die vijf geen slachters waren.
Nationalisme
De herdenking van het einde van 1914-1918 is net als vier jaar geleden aanleiding voor waarschuwingen tegen het nationalisme dat aan de basis van deze Eerste Wereldoorlog zou gelegen hebben. Diverse nationaliteitenproblemen speelden inderdaad een zeer grote rol in het voorspel van deze oorlog, waaronder onder meer de nog steeds hangende Macedonische kwestie.
Maar dat was het voorspel tot een oorlog onder rivaliserende imperialisten. In alle oorlogslanden moest opgezweept chauvinisme, verpakt in vaderlandsliefde, de massa’s naar het slagveld roepen. Degenen die hadden gezworen zich te zullen verzetten tegen een oorlog onder proletariërs, vooraan de socialistische Tweede Internationale, ruilden op slag hun pacifisme in voor patriottisme. Overal keurden ze bijna eenparig de oorlogskredieten en de mobilisaties goed. Mijn grootvader was een van de weinigen die zijn oproepingsbevel verscheurde en deserteerde.
Zelfbeschikking
De VS-president Woodrow Wilson trok uit die oorlog de wijze les dat men nationaliteitenproblemen beter oplost dan ze tot zware problemen te laten rotten. Na 11 november 1918 zouden in naam van het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren in Europa grenzen worden getrokken rekening houdend met de bevolkingsgroepen. Twee grote multinationale entiteiten waren uiteengevallen: Oostenrijk-Hongarije en het Ottomaanse Rijk, één – het Russche imperium – werd kort daarop de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR).
Polen werd weer een staat. Het koninkrijk Servië werd later het Koninkrijk van Serven, Kroaten en Slovenen (Albanezen, Macedoniërs en kleinere groepen telden niet mee), Tsjechen en Slovaken werden in één staat samen gestoken. Maar de uitzonderingen stapelden zich op. Het Verdrag van Trianon van 1920 werd een zwarte dag voor Hongarije; de inkrimping van het grondgebied maakte dat enkele miljoenen etnische Hongaren buiten Hongarije woonden. Viktor Orban bakt er nog altijd zoete broodjes bij. Italië kreeg Zuid-Tirol cadeau, wat nog altijd spanning geeft. België kreeg Eupen en Malmedy, een zeldzaam probleemloos geval.
Actueel
We stellen vandaag vast dat tal van die nationaliteitenproblemen nog altijd voor spanningen zorgen, zelfs Macedonië waarover het voorspel van de zogenaamde “Grote Oorlog” ging. In Hongarije zorgt Trianon nog altijd voor een groot trauma en spanningen met buurlanden.
Intussen zorgde de implosie van de USSR voor een volledig nieuwe situatie. In 1987 proclameerde toenmalig Sovjetleider Michail Gorbatsjov dat in de USSR alle nationaliteitenproblemen waren opgelost, mar snel bleek hoe zwaar hij zich vergistte. Met als erfenis vandaag nog talrijke conflicten, zoals in en rond Georgië, de oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan, de botsing tussen Oekraïense en Russische nationalisten… Ter attentie van links: even aan herinneren dat Lenin geen moeite had met het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren, maar uitdrukkelijk waarschuwde tegen het Groot-Russisch chauvinisme. Hij zou het vandaag nog kunnen schrijven.
Het is vooral dit als vaderlandsliefde verpakte chauvinisme dat diverse leiders net als een eeuw geleden misbruiken om klassentegenstellingen en uitbuiting te verdoezelen, om mensen te mobiliseren voor zaken die tegen hun belang ingaan. In de VS, Rusland, China, India … worden burgers opgezweept zich achter de vlag te scharen. Net zoals in 1914 gebeurde.
Het is verontrustend te zien dat ook linkse leiders nog in dat bedje ziek zijn, zoals Jean-Luc Mélenchon van La France insoumise die op zijn meetings de rode vlag deed wijken voor de Franse tricolore.